Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1929
(1929)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 567]
| |||||
Het Jongere Zweden.
| |||||
[pagina 568]
| |||||
gedichten, ‘Gatans Drómmar’, en hij heeft ook later nog wel eenige gedichten geschreven; maar hij is in de eerste plaats romancier. Een van de sterktste Zweedsche romanciers van het oogenblik, al is zijn kracht nog ingestadigen groei. De groote keering enden plotsenstoot heeft hij gekregen door den oorlog. Zijn hart is in verzet gekomen tegen de sceptici en geblaseerde aestheten, die te individualistisch of te zwak waren om hunne kunst te verantwoorden tegenover maatschappij en leven. Het hoofdwerk van Siwertz is, tot heden, zijn ‘Seelambs’. De tragedie van den geldhonger. Met vijf kinderen waren ze op de Seelamb-burcht en alle hadden ze als een gift in het bloed de passie naar geld. Geldgierigheid is als een vuur; hoe meer ge 't voedt hoe hooger de vlammen laaien. Deze Seelambs-kinderen zijn begonnen met de begeerlijkheid naar het goed van anderen; en toen ze hiervan al verworven hadden wat ze konden, zijn ze begonnen elkaar te verscheuren als wolven. Aanvankelijk voelt men een zekere koelheid bij de behandeling van dit drama van alle tijden; de beelding der figuren dreigt wel eens te abstract te worden; maar naarmate het verhaal zich ontwikkelt, onafwendbaar naar zijn einde en lot, klemt ons de schrijver vaster in zijn greep. Men heeft de Seelambs vergeleken aan het werk van Thomas Mann en Balzac. Artistiek is het werk van Siwertz nog niet zoo gaaf; maar zijn Seelambsroman is niettemin een prestatie van bijzondere kracht. ‘Das grosze Warenhaus’ is uit de sfeer gekomen van het jachtende, geweldige en bij alle overweldigende bedrijvigheid toch wankele moderne zakenleven. Goldmann was begonnen als een eenvoudig marskramertje; maar Goldmann had verstand van zaken, zooals al zijn rasgenooten; en eenige jaren nadien was hij de bezitter van de groote Stockholmsche bazaar. Maar Goldmann voelt te goed hoe wankel ten slotte deze zoo snel veroverde macht staat; en dat is de kerngedachte van dit boek, waaruit het verhaal zich ontwikkelt.
| |||||
[pagina 569]
| |||||
Het is een levend boek geworden, met zachten humor en een groote virtuositeit geschreven. Siwertz, die de halve wereld heeft afgezworven, heeft ook een boeiend jongensboek geschreven waarin de lotgevallen worden verhaald van drie aankomende jongens op een pleziervaartuig; en van zijn kortere verhalen wil ik nog vermelden ‘Het Weduwspel’, een sobere, soms geestige maar schrijnende novelle. Sven Lidman (geb. 1882) is begonnen als lyrisch dichter, maar zijn hoofdwerk is tot heden de romancyclus over het geslacht Silverstäähl. Lidman die aanvankelijk het aardsche lied van Eros had gezongen is geleidelijk gekomen tot de erkenning en de verdediging van christelijk geloof en wet. Hjalmar Bergman, is van al de jongeren de meest sprankelende, fantastische, levende geest. Behalve een reeks romans en humoristische, soms boertige schilderingen van het enge leven in een Zweedsche kleinstad, heeft hij een aantal tooneelstukken geschreven, waaronder ‘Marionettspel’ misschien het meest karakteristieke is. De twee merkwaardigste dichters dezer generatie zijn ongetwijfeld Vilhelm Eskelund en Anders Osterling. Eskelund: de eenzame, angstige en levensmoede symbolist; Osterling: de opgetogen zanger van het schoone, rijke leven. Wat de jongste generatie reeds aan blijvende schoonheid heeft gegeven, is vooralsnog bezwaarlijk te zeggen. De tijd zal het duurzame van het verwelkte onderscheiden en verder moet aan deze jongeren gelegenheid worden gelaten de volheid hunner kracht te ontvouwenGa naar voetnoot(1). |
|