Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1929(1929)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] [Gery Helderenberg] Verpoozing. Altijd ten paradijs o rit door grensvergeten streken zal mijn lip sereen en wit in klachten breken. Ten rotsmuur zal uit een groef Uw Bron me drenken dan mag mijn hart de buit van Uw kus gedenken. Dan zult Ge loover van palm voor mijn koorts laten waaien, Uw hand met koelen palm mijn wangen aaien. Verpoozing o sublieme dag aan gulden schaduwlijnen God! zegen met een lach mijn bergen en ravijnen. Maredsous. Gery Helderenberg. [pagina 134] [p. 134] Sponsa Verbi. Wies haar lied te nacht zoo blank miljoenvlokkige sneeuw reinblauwe hemelzang vallei aan vallei: eeuw aan eeuw. Een duif aan haar oor zoo kalm fluistren van honig en goud spiraal naar U van haar psalm Uw huis aan haar ziel gebouwd. Subliem-verzwegen uur lentewit geuren van jasmijn orkaan van Uw vretend vuur schroeiende laafnis van pijn. Het zwaard van jublend gebod - ‘uw hart waar 'k Mijn stormen berg’ - o Bruid aan de kus van God o Nacht aan de vlammende berg. Maredsous. Gery Helderenberg. Vorige Volgende