den beginne was ik een beetje schuw voor al die philosofie. Wat wist ik van St. Thomas? Niets. Zelfs in de geschiedenis der wijsbegeerte, zooals die door de professoren aan onze officiëele Hollandsche universiteiten gedoceerd werd in mijn tijd (het zal nu nog wel hetzelfde zijn), werd St. Thomas totaal genegeerd, sprong het college, van Plotinus ineens naar Descartes over, want in de Middeleeuwen bestond er geen andere wijsbegeerte dan een minderwaardige ‘ancilla Theologiae’!
Jacques Maritain heeft mij Thomas leeren lezen. Het was in het tweede jaar van den oorlog, in den zomer van 1915, dat hij mij voor het eerst sprak van een zekeren Père Pègues, een Dominicaan, die een (‘Commentaire français littéral de la Somme théologique de Saint Thomas d'Aquin’ aan het uitgeven was!
We waren heel veel samen in die jaren. Maandenlang woonden we, de Maritains en wij, in de buurt van Parijs, en later in 1918, tijdens de dreigende opmarsch der Duitschers, in de pastorie van een klein dorp in het Sarthe-departement, waar wij dan het strenge werken, des Zondags onderbraken met zeer onwijsgeerige ‘charades’, waarbij de thomist Maritain de allerdwaaste hoofdrollen vervulde tot uitbundig vermaak van den pastoor en de andere vrienden en familie-toeschouwers!
En ik las onderwijl Père Pègues' commentaar, en als ik er niet uit kwam, dan hielp hij mij en gaf een commentaar op den commentaar met eindeloos geduld. Maar méér nog gaf hij mij. Hij leerde mij priesters, monniken kennen, die niet bang zijn om de zielen uitsluitend naar God te richten en ze waarachtig te leeren bidden.
Door hem ken ik ook de St. Paulus-abdij van Oosterhout, en wat deze voor beteekenis in mijn, in ons leven heeft gehad en steeds zal hebben, kan ik moeilijk zeggen.
Dat heb ik alles te danken aan Jacques Maritain. En hoevele andere, ontelbare zielen heeft hij niet geholpen op diezelfde liefdevolle wijze, in eigen omgeving door zijn onmiddellijk contact, en in wijderen, zeer wijden kring door de geniale macht van zijn boeken.
En toen is hij bekend geworden, deze eenvoudige, zeer nederige man, die nooit invloed gezocht heeft, geen eerzucht kent, en maar stil voor zich heen gewerkt heeft uit den overvloed van zijn gebed. Ik ken in de wereld nauwelijks iemand anders in wien een zoo volkomen evenwicht bloeit - en dit is toch niet zeldzaam in de landen van katholieke latijnsche cultuur - van rede en gevoel, van verstand en hart.
En weet ge hoe deze geniale mensch, van wien nu een zoo diepe invloed en gezag uitgaat over wijsgeeren en priesters, over dichters en