het huis ontvlucht, al is het langs de manestralen van den nonsens? De levenswaarste filosofie is de onzinnigste verliefdheid. Op stuk van schoonheid, mijne onthutste heeren! Jules Persijn stopt zijn ooren niet toe, als hij bronnen hoort ruischen, waar de wetenschap een woestijn decreteert.
Hij zal het wilde kind der wijde ruimte, dat God's losbandigste apostel is, najagen in haar glinsterende voortvluchtigheid. En niet als een ‘outlaw’ verstooten, omdat zij uit het raam der formules springt.
Ze is misschien niet gelegaliseerd, maar ze heeft vlammende haren, die wapperen in den wind! Persijn laat zich niet bedelven door zijn onmetelijke eruditie en niet dichtmetselen door zijn wijsgeerige thesen.
Kloppende aderen als van manshanden doorboren het erts van zijn massieve wetenschap.
Een flambouw van Vlaamschen opstand ontsteekt van binnen de gedachtenkracht.
Een criticus kent als zijn kunstcredo: de verrassing.
Zijn cirkuskunst is de lenige reactie op het onverstand der inspiratie. Hij kent de klaprozen der scharlaken verbazing en de pure eplosies van het onberekenbaar mysterie.
Wanneer Dr. Jules Persijn zijn helderstrakke systematiek met milde, en soms te milde, bewonderingen schakeert, dan weten we dat de Vlaming den criticus rectifieert, en maakt tot den levenden mensch, die we liefhebben.
Het leven beschermt de menschen tegen hun grootsche programs. Zich toedekken met een onaandoenlijke objectiviteit kan Persijn niet, want zijn temperament is bevlogen met ontroeringen en zijn vlamingschap flakkert weerspannig.
Vóór alles is Dr. Jules Persijn de begenadigde docent, die het volk gidst door de warande der gansche wereldlitteratuur en experimenteert op de levende natuur.
Waar hij voorbijgaat met wandelstaf en golvenden reismantel lokt hij de zwerflust wakker.
In zijn woord gaan verschieten van ongekende werelden open.
En vreemd, deze hartstochtelijke zoeker van het kristal der absolute beschouwing, deze alchemist der schoonheidswaarden, hanteert met een boeiende bevattelijkheid de tooverlantaarn.
Hij plaatst de werken der schrijvers tegen het kleurig decor van hun levens.