De veelbelovende vijftiger.
door Gerard Walschap.
Als hij volleerd is en zijn openbaar leven begint, wendt zich een kritikus, veronderstellen wij, tot de Maagd van Vlaanderen en vraagt haar waarmee hij haar kan van dienst zijn. Wij veronderstellen niet dat hij dit niet vraagt en alleen zijn dwaze goesting doet; wij veronderstellen niet dat hij alleen voor zichzelven kritiek voert, want dan foei! Ge kunt nog met eenig fatsoen, al is het ziekelijk, voor uzelf een gedicht schrijven, maar voor uw eigen genot de fouten zoeken van anderen, voor uw eigen genot den betweter uithangen en zeggen: Zoo, mensch, moet ge schrijven, en zoo en zoo, wel foei en foei! Zoo slecht zijn!
Hij gaat dus, de kritikus, tot de Maagd van Vlaanderen en vraagt het haar. Waarmee denkt gij dat hij haar kan van dienst zijn? Met een geschiedenis der Nederlandsche letteren? We hebben er al vier. Maar die van Jonckbloet is slecht, die van Ten Brink iets beter, die van Te Winkel goed, die van Kalff zeer goed. Maar het Nederlandsch is de taal van Ruusbroec, Hadewych, Vondel en Gezelle. Jonckbloet was een antipapist eerste klas, de drie anderen radicale vrijzinnigen. De beste, Kalff, heeft Vondel niet begrepen en van Gezelle zich te rap afgemaakt.
Hoort gij dus de Maagd, ondervraagd, al zeggen: Gij kunt uw volk van dienst zijn, gij roomsch-catholijcke, als schrijver van de vijfde groote geschiedenis der Nederlandsche Letteren.
Toen Gerard Kalff, die redacteur geweest was van De Gids gelijk Persijn van Dietsche Warande en Belfort en hoogleeraar zooals hij, zoo oud was als Persijn nu is, had hij in afzonderlijke boekdeelen en studies volledig het voorbereidend werk geleverd voor zijn groote Geschiedenis. Hij begon toen dit alles te verbeteren en te herwerken en hij schonk ons op zeven jaar tijds de zeven deelen van zijn magnum opus, een monument. Na zijn vijftigste.
Persijn, de trots van alle katholieke Vlamingen, bereikt dit jaar dien ouderdom van recapitulatie. Daarom: Jufvrouw Belpaire schrijft in dit nummer over den zooveel belovenden jongeling dien zij vóór 25