Een Vriendengroet
van Lode Baekelmans
Onder de zonnige herinneringen aan ‘De Vlaamsche Vereeniging van Letterkundigen’ reken ik de kennismaking met schrijvers uit Noord en Zuid die ik waarschijnlijk an ers nooit zou hebben ontmoet.
Een ruim twintigjarig bestaan van dit eigenaardig, een beetje bont en zeer verscheiden midden gaf menigeen de gelegenheid vriendschap te sluiten met collega's die oogenschijnlijk weinig gemeen hadden, maar die als menschen op elkaar waren aangewezen door affiniteit of... door tegenstelling.
In de Vereeniging heb ik J. Persijn leeren kennen en waardeeren als mensch, als letterkundige.
Haast twintig jaar heb ik zijn leven kunnen volgen, de rechte lijn van een rechtschapen man... Even lang heb ik zijn werk zien groeien, het kritisch werk van een breedzinnig katholiek.
Het is de taak van zijn collega's om dat werk juist te situeeren.
Een vrijzinnig beoordeelaar, Mr. A. Cornette, bracht onlangs nog in ‘De Gids’ een onverdachte hulde aan het talent van J. Persijn.
Zijn werk ‘A. Snieders en zijn tijd’ is een bewijs van objectieve en talentvolle evocaties van het oud-Antwerpsche leven.
Maar wij die door hem beoordeeld werden, kunnen immers slechts zeer bescheiden onze hoogachting betuigen!
Zijn milde ziel heeft zich steeds met warme tegemoetkoming over literair werk gebogen, i.z. over Vlaamsch literair werk. Er is geen criticus in Vlaanderen die met zooveel liefde over het werk van Vlamingen schreef. En ging zijn hart naar den katholieken kunstenaar, ook in de anderen erkende hij den spiegel van de Vlaamsche ziel.
Wanneer hem een verwijt treffen kan dan is het zijn overdreven verlangen om te waardeeren. Maar kan men wel iemand kwistige mildheid verwijten?
Persoonlijk vergeet ik nooit dat J. Persijn de eerste katholieke cri-