kruinde boomen, zijne welriekende linden, weelderige boschjes en heerlijke bloemen, zijne diepe vijvers.
Naar hartelust kunnen ze hier stoeien!
De kleinsten zijn wel niet altijd tegen de bekooring van het spiegelende water bestand, maar ze hebben gelukkig nevens een wakkeren engelbewaarder, eene dappere moeder die uit lange ervaring weet dat ze immer een oog in 't zeil moet houden. Gebeurde het niet eens dat zij door den vijver moest waden om er den allerkleinste harer zoontjes, die den glanzenden spiegel van al te dicht bij had willen bekijken, weer uit te visschen?
Worden de kinderen het hier moe, dan trekken ze naar den boomgaard aan den overkant der straat, den mooien boomgaard vol aal- en kruisbessenboschjes en fruitboomen allerhande. Als 't fruit rijp wordt is het niet te veel van eenieders medewerking om kersen en bessen, moerbeziën, pruimen en perziken, appelen en peren te garen, of vroeg in den zomer de welriekende lindebloemen.
Een echt aardsch paradijs van witte en roze bloesems in de lente, van doordringenden honingzwangere geuren in den zomer, van gulden fruitweelde in den herfst.
Veilig buiten drukte en rumoer, in het stemmig vertrek waarvan de muren van onder tot boven met honderden boeken bedekt zijn, werkt Persijn voor dat levenslustig kroost, voor al die blijde vogelen die zooveel noodig hebben vooraleer ze hun eigen vleugelen mogen betrouwen. Met onverdroten ijver, van 's morgens tot 's avonds, schrijft en zwoegt hij aan zijne boeken, aan zijne leergangen, aan zijne voordrachten. Intusschen zorgt zijne gulle, verstandige, in-goede, moedige vrouw dat er stilte in huis zou heerschen, die weldoende stilte zonder dewelke voor den schrijver geen scheppend werk mogelijk is.
Somtijds evenwel, van drukte binnenshuis of dorpsrumoer er buiten, kan het te veel worden, ondanks haar liefderijk pogen. Dan neemt Persijn de begonnen bladzijden op, en begeeft zich naar een optrekje eenzaam in volle veld, ver van alle gerucht en stoornis.
En daar in den heiligen vrede die uit den breeden hemel neerzijgt, zet hij het voort, het werk van zijn vruchtbaar brein en hart, waarvan het geluk van al wat hem duurbaar is op aarde afhangt.
Wat die vruchten van zijn verstand voor het wachtende Vlaanderen beteekenen, laat ik aan eene meer bevoegde pen over.