Een Groot-Nederlander.
door Mgr. Dr. Alph. Ariens.
Het is mij niet bekend of Dr. Persijn deel uitmaakt van eene dier vereenigingen die een nauwere aaneensluiting van Noord en Zuid Nederland op haar program hebben staan, maar bijgedragen tot de verwezenlijking daarvan heeft hij ongetwijfeld als weinigen.
Ik denk vooreerst natuurlijk aan z'n grootschen Schaepman-arbeid, de vrucht van zijn geestdriftig-bewonderende liefde voor onzen grooten emancipator. Hij heeft ons Schaepman tenvoeten uitgeteekend, niet slechts in enkele forsche lijnen, maar met die minutieuse nauwgezetheid waarmee onze 17e eeuwsche Dou z'n figuren schilderde: afdalend tot de kleinste bizonderheden, omdat ook het kleine groot is bij waarlijk groote mannen. Zoodoende heeft hij Schaepman voor ons doen leven in al z'n zielegrootheid - met al z'n ideale strevingen van jongsaf aan, in zijn opkomst, groei en ontwikkeling - en bezitten wij uit z'n hand een monument, dat voor ons volk van heel wat grootere waarde is dan het bronzen standbeeld, onlangs te zijner eere in het Twentsche land onthuld.
Ik denk vervolgens aan die schitterende voordrachten door Dr. Persijn in ons land gehouden over zooveel letterkundige grootheden van vroegeren en lateren tijd - een Dante en Shakespeare, een Ibsen en Tolstoï en anderen meer - voordrachten waarbij een uitgelezen auditorium twee uren achtereèn in gespannen aandacht zat te luisteren, om telkens weer terug te keeren, als een Persijn-avond werd aangekondigd en dan opnieuw onder de betovering te komen van zijn sprankelend vernuft en meeslepende redenaarsgave.
Ik denk ook, en niet het minst, aan de hechte vriendschapsbanden die in den loop der laatste 20 jaren tusschen Persijn en o zoo velen hier te lande gelegd zijn. Want zij die hem leerden kennen, lieten 't niet bij waardeering en bewondering voor z'n groote geestesgaven, maar móesten hem lief krijgen om z'n gouden hart en dat spontane en ongekunstelde, dat gulle en opgewekte wat den Zuiderling kenmerkt en voor ons Noorderlingen zoo 'n groote bekoring heeft.