[1928/4-5]
Dr. J. Persijn 50 jaar.
door M.E. Belpaire.
Een Warande-nummer ter eere van Persijn!... Ik weet nog den dag dat ik hem loskreeg voor ons heerlijke onderneming. Ik hoor Minister Schollaert nog zeggen: ‘Vous ne savez pas le trésor que je vous ai cédé.’ En toen ik beweerde dat wel te weten, drong hij aan: ‘Non, non, vous ne connaissez pas autant d'hommes que moi...’ Wat wellicht waar was; wel kende ik veel mannen, eerlijk, oprecht, zooals onze Vlamingen meest zijn; maar zoo schrander, zoo wakker als Persijn?...
Voor de meesten is hij nu een autoriteit, de schitterende essayist, een onzer meest belezen critici, de katholiek met vaste beginselen die van dat standpunt uit de wijde wereld der litteratuur weegt en beoordeelt. Zijn faam is groot in Vlaanderen en allen zien tot hem op. Maar voor mij - de oudere - is hij nog steeds de jongen op de Universiteit die ik in de Leuvensche straten of bij den gastvrijen Vliebergh ontmoette. De ranke jongeling, met klaren blik, schrander verstand, vaardig woord. En hoe gelukkig waren we, hoe triomfeerden we toen hij de Warandetaak op zich nam, en toen hij in het pas gestichte Hooger Instituut der De Bomstraat, de meisjes kwam begeesteren voor Vlaamsche letterkunde, hun geest verrijken door die schitterende lessen over Vergelijkende Litteratuur. Dat waren zijn eerste stappen in het Antwerpsche geestes- en kultuurleven. Dr. J. Persijn heeft van Dietsche Warande en Belfort gemaakt wat het is.
Zooals de groote naam: Alberdingk verbonden blijft aan de Hollandsche Dietsche Warande, zoo is het leven en de arbeid van J. Persijn niet te scheiden van het nieuwe tijdschrift dat door de versmelting der Dietsche Warande en het Belfort in 1900 werd gesticht.
Niet dat hij bij de eerste stichters hoorde: Het was Vliebergh vooral die peter stond over 't nog onmondig kind, en met zijn gewone degelijkheid en toewijding, waakte hij op de eerste wankelende stappen. In zijn handen was het jonge tijdschrift solied en veilig. Maar toen Persijn aan 't roer kwam, kreeg het toch een ruimere uitbreiding, en werd het 't baken van beschaving voor jonge Vlaamsche krachten dat het hoopt te blijven nog veel geslachten door.
Eere dan aan den aanstaanden vijftig-jarige! aan den patriarchalen vader van zooveel kinderen; aan den man die zijn brood niet in ledigheid geëten heeft maar aan onze Vlaamsche wereld tal van boeken heeft geschonken die 't Vlaamsche volk dichter zullen brengen bij 't heerlijk, lang-beoogde doel!