Fortinbras of Hamlet?
Om Fortinbras hebben we Hamlet lief. Om den klaren, sterken man die noch bloedschande, noch twijfelmoed, noch de rampen en ellenden van een geschokt ras kent, verteedert ons de overgevoelige mensch die niets anders kan dan het neerschrijven, hoe in Denemarken een schurk kan lachen.
Fortinbras deed Hamlet met koninklijke eer begraven. Hebben wij niet bedoeld te zijn van het geslacht van Fortinbras. Nooit hebben wij aan den grooten Karel het eeresaluut dat aan dood en drama past, geweigerd.
Er is een groote schoonheid in een leven dat begint met geweldige krachten en talenten, dat groeit door innerlijke worsteling, door de botsing van hartstochten en rede, door onredelijke liefden en ongepaste smart, dat eindigt in een ramp vol schande en schuld en groote kreten en bloed. Het is een tragisch teeken aan den tijd, het doet begrijpen en het schrikt af. Het is een straf en een les tevens.
Maar het leven dat gelijdelijk voortbeweegt als een schuit op de ebbe der Schelde, dat uitvloeit in den vrede van kinderen, dat evenwichtig balançeert tusschen plicht en geluk. Het leven van de ootmoedige, dagelijksche daad, het rustige utopia van den dichter. Voor dat leven...
Van de Woestijne 's hart ging naar het eerste toe. Wij hebben steeds het tweede verlangd. Niet alleen dat hield ons gescheiden: na jaren lijkt het wel of ons ideaal zuiver burgerlijk was en staatkundig, het zijne zuiver artistiek. Gij die er ons een verwijt van maakt, denkt er aan: wij waren jong en hoopten de erfzonde te overwinnen voor een heel volk. We zijn ten slotte nog allen privaat aan den arbeid ermee. Vraagt ge mij dan wie gelijk had, ik antwoord u: Hamlet sterft, Fortinbras leeft. Nu, lijk toen ‘Ruimte’ gesticht werd: Leve Fortinbras, maar alle eer aan Hamlet en onze bazuinen bij het feit dat Karel Van de Woestijne vijftig werd, een te groot dichter in dit klein land.
Marnix Gijsen.