[1928/2-3]
K. Van de Woestijne 50 jaar.
‘Een te groot dichter voor dit klein land’, schrijft Marnix Gijzen in dit huldenummer. Maar een land dat zijn dichters erkent en eert vereert zichzelf.
10 Maart aanstaande wordt Karel Van de Woestijne 50 jaar. Moge Vlaanderen en moge Nederland bij deze gelegenheid bewijzen de gemartelde, vaak duistere grootheid van dezen dichter te begrijpen en milder en begrijpender te staan tegenover zijn gefolterde menschelijkheid, die zich beleed met een ontstellende, soms al te naakte eerlijkheid. Geen Nederlandsch dichter heeft zooals Van de Woestijne den dagelijkschen brand gekend des geestes en des lichaams, en dezen gloed doen laaien over deze lage landen.
Aan dit huldenummer hebben niet alleen de mannen meegewerkt van Van de Woestijne's generatie en zijn onmiddellijke volgelingen, maar ook de jongeren, die in tragische kentering van deze tijden zijn opgestaan. Zij hebben het allen gedaan met die ruimheid en eerlijkheid die den dichter liefst is.