| |
| |
| |
Boekbespreking.
Herman De Man, Het Wassende Water, roman, Nijgh en Van Ditmar's Uitgeverij, Rotterdam.
De aanhef van dit verhaal is geweldig en grootsch zooals men dat alleen van Noren of Russen zou durven verwachten. Er is iets episch in den jongen Gieljan die onder den razenden vloed van het jong leven dijk en dam van tucht en menschelijk opzicht breekt in een dagloonersdochter opvrijt. Maar tot het uiterste durft hij niet doordrijven en hij trouwt een slotte, als alle broers en zusters, met de vrouw die moeder voor hem kiest. Na twee jaren sterft die en hij is blij, gelukkig om zijn vrijheid. Hij herbegint te boeren, werkt zijn bedrijf op tot bloeiender welstand dan ooit, loopt in zijn oude dagen nog een blauwtje bij een jonge boerendochter, wordt Heemraad, schouwvoerder van den waterstaat en ik weet niet hoe het nog allemaal heet. En hij redt, bij overstrooming, land en dieren van de dood ten koste van eigen welzijn en hoeve. Van na de historie met Nelia die zelf op een moment beredeneerd in plaats van verhaald wordt, helaas, vervlakt het grootbegonnen boek. Gieljan, zijn stardevote broer Willem en zijn strenge moeder zijn flink volgehouden karakters. De taal met haar dialectische tint is mooi-ruig en stevig.
| |
Andreas Latzko. De Roman van een Liefde, vertaald uit het Duitsch door De Vries en Ankersmit. N.V. Ontwikkeling, Amsterdam.
‘Menschen in den Oorlog’ van Latzko was een tragisch boek. Dit is een bundel novellen over decadent leven. Negen korte schetsjes die niet in jonge handen moeten komen en waar niemand veel aan heeft. Ons is het tegengevallen Van Raemsdonck leverde niet onaardige illustratietjes.
| |
Christine Doorman. Uren met Andersen. Reeks boeken van Wijsheid en Schoonheid. Uitg. Hollandia, Baarn.
‘Iets over den geestelijken achtergrond van Andersen's sprookjes, verduidelijkt aan fragmenten uit zijn werken’, aldus de ondertitel. Inderdaad, Andersen heeft ‘het sprookje van mijn leven’ zelf geschreven op zoo'n manier als geen Ch. Doorman het hem nadoet. En de ‘geestelijke achtergrond’ van zijn werk heeft hij tamelijk duidelijk zelf aangegeven in de sprookjes zelf. En niemand die ‘uren met’ of maar ‘une heure avec’ een of ander auteur beschrijft, wordt meer en meer vervelend naarmate hij meer over zichzelf, ja zelfs van zichzelf meedeelt. En dit alles heeft Christine Doorman beseft en ingezien. Wat niet wegneemt dat iets meer van haar niet zou geschaad hebben, nu is het al te veel een bloemlezing uit Andersen's sprookjes. Een gids die in 't museum niets anders doet dan het schilderij aanwijzen is eigenlijk geen gids. Om 't even, een mooi boek is het of het van Ch. Doorman dan wel van Andersen zij.
| |
Josine Reuling, Siempie, roman van een kind met sprietharen. Hollandia drukkerij te Baarn.
Wie nu een studie wil opzetten over ‘het kind in de moderne Nederlandsche Literatuur, heeft mooie namen op zijn program, o.a. Van Looy, Brusse, Streuvels, Claes (om maar die te noemen) en heel wat te lezen. Met die grooten en met G.M. De Jong schrijver van Merijntje, werd Josine Reuling vergeleken toen Siempie, haar eerste kindje, verscheen. En de Nederlandsche zelfvoldaanheid liet klaar verstaan: dat kunnen wij alleen toch maar zoo hollandsch eenvoudig en zoo hollandsch volkomen als dit is. Wat gaarne wordt toegegeven. Dat kind met sprietharen is door zijn ouders uit Rusland naar Nederland gestuurd. Daar wordt het verzorgd door opoe en opa, speelt het met een kat met een lammen poot en poppen waarvan een den arm gebroken en een been kwijt is. En er is Mevrouw Isa- | |
| |
bella Gerk en Siempie's moeder en vader komen Siempie halen. Een roman is het eigenlijk niet maar vrat is een roman? Een fijn boek is het zeker. En hoe lief is alles woordelijk op Siempie's denken en praten dialectisch nageschreven!
| |
Volksmisboek en Vesperale, geillustreerd door Jos. Speybrouck, abdij Afflighem te Hekelgem.
Een allermooiste misboek dat andere landen ons mogen benijden, want schooner hebben zij er zeker geen enkel. Onze benedictijnen verrichten prachtig liturgisch werk. Er is onder alle opzichten de uiterste zorg besteed aan dit misboek. Alleszins in stijl en stemming zijn de vele oorspronkelijke teekeningen van Speybrouck. Wij bevelen dit misboek, zeer geschikt om als geschenk dienst te doen, warm aan. Om alle misverstand te vermijden worde opgemerkt dat alleen de abdij van Afflighem verantwoordeljike uitgeefster van dit schoon misboek is.
| |
Martin Hahn, Verlaine, Wurfel-Verlag, Berlin.
De titel ‘Verlaine’ kan hier misleiden: het is geen boek over Verlaine, wel een vertaling van gansch zijn werk. De waarde van zoo'n werk voor ons, Vlamingen, kan betwist worden maar dat doet niets af aan ons recspect voor den krachttoer van Martin Hahn. Verlaine met zijn musique avant toute chose vertalen, in zelfde maat en rijm, uit zijn latijnsche in een germaansche taal, dat is iets verstommends. Het is nu een andere vraag in hoeverre de fransch-onkundige Duitscher met dit boek zich een idee vormen kan over den pauvre Lelian. ‘Il pleure dans mon coeur’, ‘Chanson d'Automne’ en zooveel andere zullen nooit vertaald worden
| |
V.M. Hillyer, De Wereldgeschiedenis in een notedop voor de jeugd, met vele illustraties van C.M. Boog en M.S. Wright, Uitg. Hollandia te Baarn.
Het is al zeer, zeer moeilijk de wereldgeschiedenis te schrijven voor volwassenen, laat staan ze te kennen. Wie deze wereldgeschiedenis dan aan kinderen wil vertellen moet zich bovendien op het standpunt van het kind stellen. Hij moet dus zoo degelijk paedagoog als geschiedschrijver zijn. Maar nu komt daar nog bij dat hij als 't ware een weg moet open laten want later moet het kind den horizon, waargenomen uit het notedopje kunnen verwijden. Een kind moet uit zijn opvattingen groeien zooals uit zijn kleeren, geleidelijk en natuurlijk. Met deze wereldgeschiedenis van Hillyêr zijn we werkelijk fel vooruitgegaan op het gebied der geschiedschrijving voor de jeugd. Het is verbazend met welk intiutief begrijpen hij zich op het standpunt van de kinderen weet te stellen en met een luimig lachje de deur open houdt voor later vervollediging. Het ware te wenschen dat vele vlaamsche kinderen dit boek cadeau kregen. En moest bij geval een oudere het dan lezen dan mocht het wel eens gebeuren dat hij erkent slechts in die ‘notendop voor kinderen’ eerst geleerd te hebben hoe die wereldgeschiedenis eigenlijk in mekaar zit.
| |
Laura Arvieto, Grieken en Trojanen, uit het Italiaansch door J. Heuzel. Uitg. Thieme en Cie te Zutphen.
Als schrijfster voor de jeugd is Laura Arvieto zôô bekend in haar land dat men haar jurylid benoemde voor een prijskamp om het beste jongensboek. Nu is het wel zeker dat de homerische strijd tusschen Grieken en Trojanen een nec plus ultra onderwerp voor een kinderboek is. Alleen moet men onder ‘kind’ en ‘jeugd’ dan maar gevorderde, zeer gevorderde jeugd verstaan. Dit halve voorbehoud daargelaten bezitten wij hiermee een buitengewoon interessant en zeer sierlijk geillustreerd jongensboek.
| |
Verzameld werk van Lodewijk Dosfel, bijeengebracht door zijn vrouw onder toezicht van Dr. Jul. Persijn. Uitg. Lannoo te Thielt.
De Duitscher Hahn die zeide dat alleen het hoogste bestaansrecht heeft in de kunst, zou niet veel goeds zeggen over de bedoeling: al het werk van Lod. Dosfel te verzamelen. Wij achten Doseel te hoog en hebben hem in te mooie aureool gezet dan dat de uitgave van sommige stukken en opstellen uit zijn jeugd, jeugdwerk dat bovendien verouderd is, dat ideale beeld zou vervolledigen. En ware 't niet beter geweest de letterkundige en de politieke opstellen en voordrachten en de tooneelstukken en de gedichten afzonderlijk te bundelen in plaats van alles in een chronologischen hutsepot door elkaar?
| |
| |
| |
Martin Buber, De Legende van den Baalsjem, Uitg. Thieme te Zutphen.
Een boek van joodsche geestdrift en innigheid, verhalen uit het leven en de werken van den stichter der secte der Chassidiem, Rabbi Israël ben Eliëzer, die Baalsjem genoemd werd, d.w.z. meester van den wonderbaarlijken Godsnaam. Deze leefde in de eerste helft der 18e eeuw, voornamelijk in Podolië en Wolhynie. Van zijn leven hooren we alleen de legende, een legende waarin ‘de droom en heel het diep verlangen van een volk ligt’. Schrijver licht ons niet in over ontwikkeling en verval der secte, noch over haar gebruiken, hij wil alleen ‘de betrekking tot het absolute en tot de wereld meedeelen; zooals deze menschen haar dachten, wilden en trachtten te leven’. Hij vergelijkt zelf deze chassiedische legende met de Boeddha-legende en de Fioretti en zegt dat zij daarvan niet strenge kracht heeft en niet de innigheid. ‘In nauwe sloppen en duffe vertrekken werd zij gefluisterd door dorre lippen in angstig luisterende ooren; uit een stamlen werd zij geboren en een stameltaal droeg haar voort van geslacht op geslacht.
| |
Dr. F.H. Fischer, Historie en cultuur van het Nederl. Volk. Uitg. De Spiegel, te Amsterdam.
Een opluchting is dit boek als men denkt aan wat men elders vindt: vervelende herhaling van steeds dezelfde feiten. Schrijver doet nu eens niet alsof regeerders en machthebbers allen belangrijk waren. Hij zet echter schilderkunst in het midden van alles. En godsdienst dan? Daarover is hij evenwel niet goed te spreken (blz. 212-258 en volg.). Te waardeeren valt ongetwijfeld dat schrijver licht poogt te werpen op het leven zelf der Nederlandsche voorouders en niet enkel het materieele maar ook het geestelijke. Al te kort wordt echter de Contra-reformatie behandeld en waarom wordt daar gezwegen over Philippus Rovenius? Beweren dat een staat geregeerd volgens christelijke beginstelen, kiezermisleiding is kan er ook al moeilijk door. Een eigenaardig en zeer oorspronkelijk boek, dat getuigt van belezenheid en zoeken, maar waarin niet steeds met de vereischte wetenschappelijke nauwgezetheid wordt beweerd en bewezen.
| |
Wunder im Weltall, ein Buch aus Natur und Werk, herausgegeben van Paul Siebertz. Verlag Kôsel und Pustet, Munchen.
Zestig studies van eerste-rangvaklui, geillustreerd met meer dan 400 platen en behandelend al de ‘Wunder im Weltall’ Wunder im Weltall, wie toekijkt en nadenkt ontmoet er dagelijks. Maar het is goed dat boeken als deze populair worden gemaakt, niet alleen omdat zij uitleg geven aan noodzakelijk zich stellende vragen en problemen, maar meteen omdat zij voor die vragen en problemen belangstelling wekken. Dit boek is als een apéritif om den honger naar kennis op te wekken. Men kan niet zeggen dat alles op even wetenschappelijke wijze behandeld werd. Het laatste hoofdstuk b.v. over de mogelijkheid van naar de maan te vliegen kan een kapitteltje van Jules Verne zijn maar dat dit zoo afsteekt tegen de rest bewijst de degelijkheid van dien ‘rest’.
| |
Die Kunst der alten Christen, von Dr. Wilhelm Neusz. Universitatsprofessor in Bonn. - Dr. Benno Filser Vderlag. G.M.b.H. Augsburg.
Neusz wil de oud-christelijke kunst, zoowel wat den vorm als wat den inhoud betreft, t zoowel het uit de Grieksche oudheid overgenomen als het nieuwe, Oostersch-moderne, in het verval der vormen eener uitstervende wereld en in den opbouw eener nieuwe synthese, aanschouwelijk en als een der grootste schreden van de menschheid op den weg der kunst begrijpelijk maken. De bijzondere stof, die niet zooals die van de andere perioden betrekkelijk volledig, maar enkel in ongelijk verdeelde brokstukken vervat is, maakt een uit eenzetting, zooals die voor de andere perioden gevolgd wordt, hier nog, en wellicht altijd onmogelijk. Er zijn zooveel leemten die men niet, of toch slechts met al te gewaagde hypothesen vullen kan. Daarom werd als verklaringswijze de opeenvolging gekozen eener reeks hoofdstukken die eigenlijk essays zijn, chronologisch en ook organisch op elkaar passen, zooals de titel van het werk reeds te kennen geeft. Het is een boek in groot formaat, bijzonder rijk en keurig geïllustreerd, streng wetenschappelijk in elkaar gezet, en het geeft, waar dat noodig scheen, in een hoop aanmerkingen de verklaring van alle afzonderlijke vragen: het is er op aangelegd
| |
| |
om al die problemen, zoowel voor de oningewijden die zich voor kunst interesseeren, als voor die zich bezighouden met de studie der kunst, der Geschiedenis en der Theologie, in woord en beeld duidelijk te maken. Er komen in het werk 184 gedeeltelijk groot-formaat-afbeeldingen voor, op niet minder dan 92 platen in autotypie op allerfijnst kunstdrukpapier; daarbij in de hoofdstukken die de architektuur behandelen, 24 etsen in den tekst, en eindelijk tot volledige verduidelijking van de kunst zoowel der fresken uit de Katacomben als der Mosaieken: vier gekleurde platen.
| |
Franz von Assisi und seine Welt, mit kunstlerischen einfuhrung von Dr. Walther Rothes und historischen Begleit-text von P. Dr. Sigismund Brettle. O.M. Conv. herausgegeben und in Bildern dargestellt von M. Michael-Durach. - Delphin-Verlag. Munchen.
De rij schilders, die St. Franciskus en zijn legende tot thema kozen van af de 13e eeuw tot op heden, is haast zonder einde, en er onder zijn zoo enorm veel hoogst klinkende namen. Is het dan niet gewaagd ook heden nog steeds weer als Franciskusschilder voor den dag te komen, en de vergelijking met die grooten te doorstaan? Toch zijn deze rijkgekleurde afbeeldingen van M. Michael-Durach meer dan waard, om aan onze tijdgenooten en nakomelingen tot kunst- en tegelijk tot zielelafenis te worden aangereikt. Het zijn prachtige illustraties - 22 in getal - van den tekst die in tien hoofdstukjes het wondere leven en werk van Bernardone's zoon gemoedelijk en eenvoudig verhaalt. M. Michael-Durach ziet Assisi, en de heele provincie Perugia eveneens met de kunstig fijngevormde oogen van den ontvankelijken Franciskus, en veel meer nog, ze ziet stad en land niet alleen met zijn oogen, alles daar vindt ze met zijn serafijnsche liefde doorgloeid, veel meer dan wie ook. Franciskus en Assisi zijn voor deze, in godsdienstige begeestering verrukte lanschapschilder synoniemen, gelijkwaardige begrippen. En terwijl haar hand schildert, bidt haar hart en sidderen haar lippen om den grooten schutspatroon te eeren, stijgt in 't gemoed opnieuw liefde en vereering voor den bekoorlijken heilige en vult zich de fantasie met honderden herinneringen aan den geprezene en zijne legende. En daarom is dit werk een van de kostelijkste en de schoonste die er in het Franciskusjubeljaar met gansche vrachten op de markt zijn geworpen.
| |
Jef Mennekens. Keur. - Uitg. De Sikkel, Antwerpen.
Jef Mennekens is nu 30 jaar aan den arbeid. Dat wil niet zeggen dat hij dertig jaar lang gedichten heeft geschreven, maar hij heeft zich toch, laten we zeggen, bewogen op letterkundig terrein... En hij heeft geoordeeld dat dit het moment was voor een overzichtelijke bloemlezing uit zijn werk. Hij heeft die saamgelezen en De Sikkel heeft gezorgd voor de uitgave, die versierd is met een sympathiek portret van dezen verdienstelijken strijder uit de gemoedelijke gemeente van St. Jans Molenbeek. Het blijkt een keur te zijn uit zes door Mennekens uitgegeven bundels verzen.
| |
Het Grijze Kind, door Theo Thyssen. - Uitgegeven door C.A.J. Van Dishoeck, te Bussum.
Het jongste werk van den Nederlandschen paedagoog zal stellig zeer uiteenloopend worden beoordeeld. Het Grijze Kind met den blik van den grijzaard, hekelt onmedoogend het verkeerde in zijn opvoeding. Vlijmscherp steekt het den draak met wat men een fatsoenlijke opvoeding pleegt te noemen. Een interessante bijdrage tot de studie van de kinderpsychologie. Jammer dat de toon vaak zoo schamper klinkt en het geheel een bitteren nasmaak achterlaat.
| |
Eduard Brom. Grootstad. Uitg. Van Munster's Uitgeversmaatschappij, Amsterdam.
Toen ik deze bundel voor me kreeg had ik opeens een gevoel van verrassing en verruiming. Grootstad. En ik dacht: E. Brom is nooit een groot dichter gebleken, maar misschien is er plots een die pere brom in hem doorgebroken waarvan wij, onder de verdienstelijke keurigheid van zijn vroegere verzen, het bestaan en de mogelijkheid niet hebben vermoed: misschien hebbende gebeurtenissen die de wereld hebben geschokt plots een weerslag gegeven in zijn hart, dat opeens aan zichzelf werd veropenbaard. Maar mijn verwachtingen reikten
| |
| |
te hoog; daarom wellicht was de teleurstelling des te voelbaarder. Het is niet voldoende de gebouwen en het straatleven van een groote stad als onderwerp voor een sonnet te nemen, om het beeld te scheppen van de grootstad. Nergens in dezen bundel is het rythme voelbaar van de grootstad. Ik zougraag over dit werk van den 64-jarigen E. Brom een meer waardeerende kritiek hebben geschreven, want hij is onder de arbeiders van het eerste uur geweest in de literaire emancipatie van R.K. Nederland. En al moge hijzelf niet de begenadigde kracht hebben gehad om werk te scheppen, dat stand kon houden naast het werk der niet-katholieke Tachtigers, hij heeft nietemin de versperringen helpen wegbreken en de grondvesten helpen leggen, waarop zij die na hem kwamen, onverwijld voortbouwen konden. Met de erkenning dezer verdienste voor oogen had ik dus graag een waardeerend woord gesproken over dezen bundel. Maar het zou bezwaarlijk kunnen. Ter verduidelijking en ter verrechtvaardiging meteen zal ik een paar strophen citeeren op goed valle't uit. Zoo begint het vers: CAFE'S:
Zij vullen alle ruimten, alle hoeken,
Heel dicht bijeen, aan tafels en op stoelen,
Met dranken velerhande, warme en koele,
Zoekend rust en verstrooiing, simp'len kloeken.
Of dit: BIOSCOPEN:
Zij rijzen uit den grond, de bioscopen,
Ontelbaar, met hun lokkende reklamen,
Wier wondre fascineering doet stormloopen
Het volk in zijn geladinge'altezamen.
Dr. L. De Smet.
| |
M.Th. Laignel: La Littarature italienne. - Armand Colin, Paris. - Br. 9 Fr. Rel. 10Fr.
Een zeer interessant flink handboekje. Schrijver geeft ons een zeer goed resumé der Italiaansche letterkunde van 't begin af tot onze dagen, maar bestudeert bizonder de tijdstippen voor en na het één-worden van Italië, die zulken diepen invloed op het huidige Italië hebben uitgeoefend. Ieder hoofdstuk is als een beknopt doch goed afgewerkt tafereel der Italiaansche maatschappij van eeuw tot eeuw.
L.D.
| |
C.F. Ramuz: Aline. - Bernard Grasset. Paris. - 12 Fr.
Het is de wel gekende geschiedenis van een arm meisje, dat verleid en verlaten wordt door een rijken boerenzoon, haar kindje versmacht en, half zinneloos geworden van schaamte en smart, zichzelf ophangt. Alhoewel pessimistisch, wordt dat alles met eenvoud en fijne oorspronkelijkheid verteld.
L.D.
| |
Jacques Naurouje: Myreille. Jeune Fille de France. (Les Bardeux-Cabausane. ‘Histoire d'une Famille française pendant cent ans’). - Armand colin, Paris. - 12 Fr.
Een fijn meisjesroman door eene vrouw geschreven, en dat in een Fransch protestantsch midden speelt. Na zonnige kinderjaren, ontluikt de liefde in Myreille's hart; doch haar verloofde sneuvelt in den Fransch-Duitschen oorlog van 1870. Voortaan zal het meisje haar leven aan goeddoen wijden.
L.D.
| |
Princesse Bibesco: Catherine-Paris. - Bernard Grasset, Paris. - 12 Fr.
Wie zal zeggen in hoe verre dit roman ontstond uit persoonlijke herinneringen en indrukken? Gelijk de andere romans van de schrijfster. ‘Isvov’, ‘Le Peroquet Vert’, enz. heeft dit boek, zoo levendig en boeiend geschreven, iets oorspronkeljik, iets frisch en spontaan, iets dichterlijk en echt gevoeld. Zoo dat men zich, al lezend, afvraagd, of men te doen heeft met eene schepping der fantazie, of met eene auto-biographie. Er zijn allermooiste bladziiden in. Toch is het geen lectuur voor heel jonge meisjes; en daarbij is het slot erg te discuteeren van moreel standpunt uit al is de algemeene toon minder sceptisch dan in de overige werken van Princesse Bibesco.
L.D.
| |
| |
| |
Jérôme et Jean Tharaud: La Rose de Saron. - Plon nourit, Paris, 1927. - 12 Fr.
Eens te meer beschrijven de gebroeders Tharaud de Joodsche gebruiken en middens. Ditmaal doen ze voor onze oogen rijzen, die Joden nog zoo talrijk in Oost Europa en vooral in de Carpathen, en heelemaal getrouw gebleven aan de nauwgezette wet van het Talmin. Ook Jacob Lipschutz is een hunner: jaren lang heeft hij het leven der ‘yechiba’ geleid, gestudeert om rabbijn te worden, verlicht door het aloude ideaal zijner voorvaderen. Maar stilaan komt in hem het hunkeren naar wereldsche kennis, naar wetenschap en poëzie. Al het dorre van zijne studiën, het onvruchtbare van zijn streven dringt zich aan hem af. Op zekeren dag verlaat hij al wat tot hiertoe zijn leven had uitgemaakt, en om te beginnen, verwisselt hij zijn ouden, bevlekten kaftan voor een leelijk, groenachtig ‘complet’, dat hem wel niet goed staat, maar hem ‘europeaniseert’. Hij heeft geen geld, maar is rijk aan wilskracht en aan hoop. Naar Parijs zal hij trekken, en daar, als zoovele zijner geloofsgenoten, zal hij beginnen met de vreemdste voorwerpen aan de voorbijgangers te koop aan te bieden. Wat kan het hem schelen? Hij weet nu wat vrijheid is, en voor hem ligt het leven vol beloften.
Een eigenaardig, interessant roman, zonder liefde geschiedenis, maar toch boeiend van de eerste bladzijde tot de laatste, en geschreven in eene zeer mooie taal.
L.D.
| |
Georges-Marie Haardt et Louis Audouin-Dubreuil: La Croisière noire. Expédition Citroën Centre-Afrique. - Plon nourit, Paris. - 15 Fr.
't Zal wel niet noodig zijn uit te weiden over de bijzondere belangrijkheid van dit boek dat ons de zoo weinig bekende landen, de vreemde volkeren, de grootsche natuur, heel het, mysterie-volle Midden-Afrika beschrijft. Het is daarbij rijkelijk voorzien van foto's. Zorgvuldig en van langerhand voorbereid, ging de reis over 20.000 kms. woestijn, Savannaks, bosschen, moerassen, zoowel op Fransche als op Belgisch, Portugeesch en Engelsch grongebied; van uit Zuid Algerië, over de Sahara, langs het meer Tchad, door een deel van Belgisch Congo over Victoria- en langs Nyassa Meer tot den Indischen Oceaan en Madagascar. Eene moeilijke reis, door onbegaande streken, en die wonderen van wilskracht van de moedige baanbrekers vorderde. Ook over onze Afrikaansche Colonie wordt terloops gesproken, en op eene wijze die ons niet dan aangenaam kan aandoen. Want hemelbreed moet het verschil zijn tusschen onze Congo en de naburige Colonies, wat organisatie betreft.
L.D.
| |
Colette Yver: Saint Pierre (Coll. ‘Les Grands Coeurs’). - E. Flammarion, Paris 1927).
Na ‘Lavigerie’ van Francis Jammes, en ‘Saint Bernard’ van Georges Goyan, krijgen we in deze nieuwe mooie collectie het boek van mevrouw Colette Yver. Een kiesch en moeilijk onderwerp. Want hetgeen er ons in het Evangelie over Ste Pieter wordt gezegd, is zeker van het allergrootste belang, maar hoeveel blijft er ons nog te veronderstellen en te gissen! Daarbij komt nog de bûna onoverkomelijke moeilijkheid 't zij welk letterkundig werk te stellen naast het Evangelie, een meesterwerk van algeheele schoonheid, dat in zijn soberen eenvoud niets anders beoogt dan de waarheid. Maar Mev. Colette Yver heeft veel talent, een warm hart, een diep geloof, en zij heeft ons een heel schoon boek gegeven. Zeker, in het tafereel dat ze ons biedt van Ste Pieter en de evangelische tijden, houdt verdichtsel gelijken stap met geschiedenis of overlevering: dat kon niet anders; maar het is toch vol waarheid, vol leven stap voor stap volgt zij den prins der apostelen van af dien heugelijken dag waarop hij, nederige visscher, alles verlaat om Jezus te volgen, tot de glorieuze stond waar hij, onbestreden hoofd der kerk, den marteldood sterft. Alleen over de vijftig dagen tusschen Christus' verrijzenis en Pinksteren spreekt ze niet: men mag zich afvragen waarom, en hij betreuren. Maar het is met het diep begrijpen van iemand die veel gemediteerd heeft, dat zij de heerlijke grootschheid van die zoo eenvoudige en toch zoo vurige apostelziel weet te schilderen; alsook de heel bijzondere rol van Ste Pieter in Jezus' werk, de wonderbare evolutie van dien ongeletterde die de Kerk op onwrikbare grondvesten wist te bouwen, haar al te nauwe banden met Israël verbreken, en haar aldus de catholiciteit verzekeren.
Dat boekje is vol diepe bemerkingen en heele vergezichten. Het stelt de geestelijke beteekenis van St. Pieter op merkwaardige wijze in 't licht.
L.D.
| |
| |
| |
Maison Gautier et Languereau.
Hier hebben we uitgevers die er zich op toeleggen goede lectuur te verschaffen voor de familie-tafel, voor jonge meisjes en kinderen. Met dat doel geven ze heruit: 1) in de ‘Collection Familia’ reeds vroeger verschenen romans van katholieke schrijvers, onberispelijk onder moreel - zoo niet altijd onder zuiver letterkundig opzicht. Tusschen de laatst uitgegeven laat ons melden: M. Maryan: Ledy Frida. - Maurice Le Beaumont: Parpailhol. - M. Le Mière: Le Fils de l'Etrangère. - Jacqueline Rivière: Bonne Maman. - Champol: Les Fromentin. - Marie Maréchal: Sabine de Rivas. - Raoul de Navery: La Route de l'Abime. - Walter Scott: Kenihworth. 2) En de collectie: Gebonden 6 fr.: ‘Bibliothèque de ma Fille’, nieuw verschijnende meisjes romans die allen een moreel doel beloopen. Laatst verschenen werken: M. Perroy: Revanche de Nouveaux Pauvres. - M. Maryan: La Statue voilée. - André Bruyère: Liane aux Lèvres closes. - Emmanuel Soy: La Confidente en Mariage d'Exception. - A. Cegrac: Hélène ou la Mandragoie. - J. Leduic: Sans Bruit en Dans son Sillage. - Pr. Ing. 8 fr. 50; getb. 12 fr. - 3) Voor kinderen van 8 tot 12 jaar, in de ‘Bibliothèque de Sujette’, een juitstekend weekblad ‘La Semaine de Suzette’ dat elken Donderdag verschijnt. Prijs: 0.35 fr. het nummer en vervolgens alle zesmaand in boekdeel uitgegeven wordt. 13 Fr. Het bevat kinderromans, sprookjes en comedies, spelen, raadsels, poppenmodes, en is met gekleurde of zwart gedrukte illustraties verlucht. - Verder een kleiner tijdschrift ‘Sujett en Vacances’; allerlei kinderromans, o.a. Mariam Catalany: La Petite Marquise de Karabat. - Fontclair: La mysterieuse Catherine. - Jean Rosmen: Le
Miroir de Glace. - P. Goazec: L'Oncle Croquemitaine, allen mooie geillustreerd. - Prijs ing. 5 fr. geb. 8 fr. 50. - Ook groote, mooie verluchtte albums: André Lichtenberger: Mane au Marac, het 4e der serie: 11 fr. 50. - L'Automobile de Bécassine, het 14e der ‘Bécasine-Serie’, 16 fr. - Les Chansons de Bécassine, woorden van Ch. Maguó, muziek van Francisque Darcieux, 14 fr.
Francisque Darcieux.
| |
Neil Boyton, Verminkte Handen, vertaald door L. Moereels. Uitg. De Vlaamsche Drukkerij, Leuven, 1927.
Wie zich schaamt zijn tranen weg te vegen bij het lezen van een aandoenlijk missieverhaal, leze dit boek niet. Maar ik zeg: 't is spannend, roerend en ik heb erbij de tranen in de oogen gekregen. Wilt ge uw jongens en meisjes een boek geven dat hun deugd doet, koop dit. Het kost maar elf fr.
| |
Pallieter Kalender voor 1928, door Felix Timmermans, Uitg. door de Sikkel, Antwerpen en Em. Querido, Amsterdam.
Felix Timmermans heeft ook voor 1928 een Pallieter kalender klaar gemaakt. Rustiger, inniger dan de vorige. Maar even kleurig. Natuurlijk tafereelen uit het Begijnhof-leven. Prijs: 37,50 fr.
| |
Zesde Winterboek van de Wereldbibliotheek, 1927-1928, Uitg. Maatschappij voor goede en goedkoope Lectuur, Amsterdam. F. 3,25.
Streuvels zet dit zesde winterboek in met een verhaal: De Drie Koningen aan de kust, vol atmosfeer. Dan volgen: Waldie Van Eck, N. Van Suchtelen, Josine A. Simons-Mees, Dr. F. Dulberg, Cornelis Veth, Israel Querido, Richard de Cneudt, Marie Schmitz, L. Simons. Illustraties naar werken van: Willem van Konijnenbrug, Willem Witsen, Rubens, Breughel, Adriaen van Ostade, Cornelis Troost, Constant Troyen, Henri Wils.
Het is een luxe-geschenk.
| |
Dertig Sonnetten van Shakespeare, Uitgegeven door de Sikkel, Antwerpen, 30 Fr., vertaald door J. Decroos.
In zijn tooneelspelen heeft het genie van Shakespeare gestalte gegeven aan zijn scheppenden droom; maar in zijn sonnetten heeft hij de gevoeligste geheimen van zijn hart ontsluierd. Hem die deze sonnetten begrijpend leest gaan onvermoede verten open en er vallen plotse klaarten op de menschen die het scheppend genie van den grooten Brit op het tooneel leven en worstelen deed. Wie Dante's Vita Nuova niet las, kent Dante's Divina Comedia
| |
| |
niet. Wie de de Shakespeare der sonnetten niet kent, vermoedt niet hoeveel menschelijks er uitgesproken ligt in zijn drama's.
De vertaler heeft zeer bizonder werk geleverd; zelfs in deze Nederlandsche zingetrouwe vertaling bleef zuivere schoonheid der sonnetten behouden.
| |
Handel Mazzetti: Het onvergetelijke Jaar, Uitg. Het Nederlandsche Boekhuis, Tilburg, Ing. 24 Fr., geb. 29,50 Fr.
De drie kapitaalste werken dezer merkwaardige Katholieke schrijfster blijven mijns inziens: de kultuur-historische roman Meinraad Helmpergers Denkwurdiges Jahr, de roman uit het Donauland Jesse Und Maria en: Die arme Margaretha, een volksroman uit het Oude Steyerland. De eerste dezer drie werd door het Nederlansdch Boekhuis in vertaling uitgegeven. Het is een levendige gloedvolle spannende roman uit de blijvende wereldliteratuur. Verdere aanbeveling kan overbodig worden geacht.
| |
Caesar Gezelle. Solitudo, Uitgever Jos. Vermaut, Kortrijk.
Moede en menschenschuw en vereenzaamd in zijn hart is Caesar Gezelle als een pelgrim naar La Trappe getogen. Acht dagen heeft hij er geleefd, in de atmosfeer van lichameljike armoede en geestelijke rust en rijkdom. Dit boek is het relaas van dit achtdaagsche verblijf en de overwegingen die opwelden in het gemoed van den Pelgrim. Het is echter of de moeheid en dorheid die Caesar Gezelle vôôr zijn reis naar La Trappe beklemden, nog nawerken in dit te loome proza vol onfrisch geredeneer en verouderde beeldspraak. Caesar Gezelle kan tienmaal beter en hij is het aan zijn naam verplicht. In 't midden van het boek komt even een stijging, waar de schrijver de broeders portretteert en de koeien en de paters-varkens beschrijft en de monikken aan 't werk.
D.W.
| |
K. en J. Veldkamp: Van Alles Wat. Band I, Eenvoudige Liederen. Uitg. P. Noordhoff, Groningen. Ing. 3 gl.
Een uitgelezen verzameling van meer dan 100 bekende, oude en nieuwe liederen van Noord en Zuid-Nederlandsche, Duitsche, Engelsche componisten. Er is gezorgd voor een gemakkelijke begeleiding.
Maar waarom moet daarin de fransche tekst van de Brabaconne worden opgenomen? En nog wel sedert jaren veroordeelde tekst met de haat-strophe tegen Oranje? Noode mis ik in deze liederovervloed de Vlaamsche Leeuw.
M.
| |
J. Veldkamp en K. De Boer: Kun je nog zingen, zing dan mee. Uitg. P. Noordhoff, Groningen. Schooluitgave 1,30 gl.
De twintigste druk. Hoeveel duizend exemplaren maakt dat nu? Er zijn een-twee-drie-stemmige liederen. Er zijn er voor alle jaargetijden en gelegenheden.
M.
| |
Jaarlijksche Boekenschouw 1927, Jaargang VIII. Geillustreerd met portretten van schrijvers. Het Nederlandsche Boekhuis, Tilburg, 1927. (24 cM bij 16 cM) ca. 400 blz. ing. f 2.50, geb. f. 3.75.
Vooraan zaakkundige, prettig geschreven overzichten over literatuur en uitgaven in: Nederland, Vlaanderen, Hongarijë, Italië, Sovjet-Rusland, Emigranten-Rusland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Polen, Tsjecho-Slowakije, Zwitserland, Spanje; zij vormen een letterkundige geschiedenis, die we gerust eenig mogen noemen. De ‘Jaarlijksche’ geeft méér! Naast titelbeschrijvingen en besprekingen in de rubrieken: Godsdienst en Apologie, Opvoedkunde en Wijsbegeerte, Romans en Ontspanningslectuur, Dichtwerken, Tooneel, Kunst, Letterkundige Geschiedenis, Geschiedenis, Land- en Volkenkunde, Natuurkunde en Nijverheid, Sociale en Aanverwante Wetenschap, enz. enz. geven toonaangevende persoonlijkheden de stand van genoemde wetenschappen op heden. Onmisbaar voor belangstellenden in literatuur en leiders van bibliotheken.
D.W.
| |
| |
| |
Marnix Gijsen: Ontdek Amerika. Uitg. De Standaard, Brussel.
Ontdek Amerika!... Dit is geen boekhandels-slogan, geen ‘slager’ geen treffer; het is een waarschuwing en een bevel. Ontdek Amerika, eer zijn groeiende economische overmacht en zijn stijgende geestelijke invloed 't oude en ondermijnde Europa tot verderf worde. Amerika, aldus M. Gijsen, is bijna op het einde van zijn puberteitsjaren; Amerika begint te denken; meer dan de helft van het wereldbezit aan goud behoort aan Amerika.
Dit boek is niet geworden een verliteratuurd relaas van stemmingen en tochten en verbaasde verrukkingen. M. Gijsen heeft het land gezien en de steden: New York, bij dag en bij nacht, het windige Chicago, San Francisco, der aarde lieveling, Los Angelos, de meest Amerikaansche stad van Amerika, het zwarte Pitzburg, en het bekoorlijke Washington; - hij heeft de Vereenigde Staten doorsneden van de Oost- tot de Westkust en hij heeft gemotord langs de El Camin real doorheen Californië. Maar hij heeft bovendien gezien de gemeenschap en haar problemen, het geestelijk leven en de economische structuur van dit land en de geweldige vraagstukken, die vaak door bloed en roof en moord tot een oplossing ontwikkelen.
Marnix Gijsen is naar Amerika getogen met het idealisme en de onbevangenheid van een jeugd, die naar sterke daden hunkert in schoonen overmoed en voor het reusachtige bouwcomplea van Manhatten-eiland geslagen staat met dezelfde ontroering als voor de heerlijkste kathedralen. Met de stoute stevigheid bovendien van een jong geleerde die lijnen ziet en stroomingen peilt en dit veelvuldige grootsche leven tot een synthese herleiden kan. En dit resultaat van een jaar reizen en trekken, studie en schouwen heeft M. Gijsen neergeschreven in korte, vaste zinnen waar ge een greep in voelt. Proza met een ruggraat.
Dit is geen kritiek geworden; ik heb alleen de vreugde willen zeggen die ik aan dit boek beleven mocht. En deze vreugde was onverdeeld.
A.V.C.
| |
Miguel de Unamuno: Abel Sanchez. Vertaald door Dr. G.J. Geers. Uitg. N.V. Van Loghum Slaterus' Uitg. Arnhem.
Dit boek had kunnen heeten: Joaquin de Monedos, in plaats van Abel Sanchez; Caîn in plaats van Abel. Van toen hij nog een kind was woekerde de haat in het bloed van Joaquin; de haat heeft heel zijn leven vergald, vergiftigd en ten slotte gedreven naar de moordende daad. Dit boek heet nauwelijks den omvang van een uitgebreide novelle en het bestrijkt een de tragedie van een heel menschenleven. Het verhaal gaat met een ongestuite vaart en een onafwendbare consequentie naar zijn einde.
Wanneer men het boek weer gesloten heeft staat, voor uw geest een beeld dat daaruit in jaren niet vervagen zal. Dat te scheppen vermogen alleen ras-romanciers als de Unamuno.
Dr. L. De Smet.
| |
| |
| |
Ter bespreking ontvangen.
P. Ladislas Kerkhove. Legende van den H. Franciscus door den H. Bonaventura. Uitg. St. Franciscus Drukkerij Mechelen. |
Maurits De Doncker. Menschelijk Inzicht. Uitgave Pan, Gent. |
Gustave Wijneken. Der Europaische Geist. Uitg. Der Neue Geist-Verlag. Leipzig. |
Dr. Aug. Kneer. Das Uneheliche Kind. Uitg. Volksvereinsverlag M. Gladbach. |
Peter Petersen. Die Neueuropaische Erziehungsbewegung, uit. Hof-Buchdruckerei Weimar. |
Constant Eeckels. De gelukzalige Anna van den H. Bartholomeus. Uitg. Excelsior. Brugge. |
Erik Falk. Rondom een Majesteit. Uitg. J. Lannoo, Tielt. |
Dr. Raph. Rubrechts: Begrippen over Ontleedkunde en Verrichtingsleer. Uitg. Excelsior, Brugge. |
A. Decoene. In 's Konings Dienst. Uitg. Excelsior, Brugge. |
Renier Ysabie. Teriadeva. Uitg. K. Beyaert. Brugge. |
Jef. Claes. Het kermisraampje. Uitg. Excelsior, Brugge. |
E. Amter. Docus uit de acht Zaligheden. Uitg. Excelsior, Brugge. |
P. Vertenten. ‘Peerken’ Uitg. Centr. Boekhandel Neerlandia, Antwerpen. |
Mgr. Von Keppler. Vertaald door M. Van Hoeck. Lijdenschool. Uitg. De Vlaamsche drukkerij, Leuven. |
Constant Eeckels. St. Franciscus Wereldvaart. Uitgave Excelsior Brugge. |
Israel Querido. Simson de God-gewijde. Uitg. Scheltens & Giltay. |
C. Gezelle. Uit 't Land en 't Leven van Guido Gezelle. Uitg. Van Munster, Amsterdam. |
Miguel de Unamuno. Abel Sanchez. N.V. Van Loghum Slaterus' Uitgevers-maatschappij, Arnhem. |
Sigrid Undset. Kristin Lavransdochter. Vertaald door Dr. A. Snethlage. Uitg. J.M. Meulenhoff, Amsterdam. |
C. Brouwer und G. Ras. Das Wunderhorn. Verlag von J.B. Wolters, Groningen Haag. |
John Keats. Hyperion, Metrisch vertaald door Mr. W.W. Van Lennep, Uitg. Wereld-bibliotheek, Amsterdam. |
L. Breckx en L. Goemans. Eerste Fransche lessen. Nieuwe leermethode voor de Vlaamsche klassen. (3e deel), Uitg. Wolters, Groningen, den Haag. |
J.J.C. Starkenbrug. Uit onze omgeving, Leesboek voor de Middelklassen (2de deeltje). Uitg. Wolters Groningen, den Haag. |
Dr. C. De Baere (eerste en tweede deel) Uitg. J.B. Wolters, Groningen, den Haag. |
J.B. Besançon et J. Fransen. Bonnes Pages. Livre de Lecture à l'usage des Classes inférieures. Lib. J.B. Wolters, Groningen, La Haye. |
A.C. Stehouwer en J. Kooistra, Uitg. Wolters, Groningen, den Haag. |
A. Perdeck. A survey of English Literature. J.B. Wolters, Groningen, den Haag. |
Sketches by Jerome K. Jerome arranged by A. Hulsman. Uitg. P. Noordhoff, Gronden. |
Sellections from Marc Twain, arranged by A. Hulsman. Uitg. P. Noordhoff, Groningen. |
Irish Character. Canon Shechan, arranged by A. Hulsman. Uitg. P. Noordhoff, Groningen. |
|
|