| |
| |
| |
Boekbesprekingen.
Jeanne Kloos-Reyneke van Stuwe. Gevoelsbeschaving, Nygh en Van Ditmar's uitgeverij, Rotterdam.
In dit boek kunt ge zeer veel leeren wat uw conversatie, kleedij, houding, manieren betreft bij spel, vergadering, familiefeestje, diner, avondpartij, begrafenis, huwelijk, verloving; ge leert hier tiptop fijn te zijn. Onderwijs door mevrouw Willem Kloos...
| |
Jozef Jacobs. Het Westvlaamsch, Uitg. Wolters, Groningen.
Onder leiding van Prof. Van Ginneken staat de reeks ‘Nederlandsche dialecten in den loop der eeuwen’ waarvan dit het eerste deel is. Tien bladzijden inleiding over West-Vlaanderen, West-Vlamingen en West- Vlaamsch. Dan teksten, driehonderd bladzijden vol, gezocht in hoek en kant met den speurzin van een politiehond en verklaard met de nauwgezetheid van een angstvallige; woorden en teksten vanaf ± den jare 500 tot en met De Laey, Streuvels en Sabbe. Een werk dat bewondering afdwingt en meteen onschatbare diensten kan bewijzen zoowel voor kennis van beschavingsgeschiedenis als voor 't begrijpen der taal en der teksten.
| |
Boris Raptckinsky. De geschiedenis van het russische volk, Uitg. W.J. Thieme, Zutphen.
De uitgeweken Rus Raptckinsky liet het niet bij zijn vele studies over Rusland en zijn groot werk over russische legenden. Hij pakte ook de gansche geschiedenis van zijn volk aan. In dit eerste deel komt hij tot aan de ‘Smoeta’ de groote russische revolutie van voor 300 jaren. Het kan zijn dat zijn werk niet vrij blijft van betoogtrant en met geschiedenis iets willen bewijzen is gevaarlijk. Hij stelt zich ten doel aan te toonen hoe de groote revolutie van het einde der middeleeuwen trouw verbeeldt wat het verloop moet worden der communistische revolutie. Deze geschiedenis werpt overigens veel licht op de huidige toestanden. Vraagstukken om welker oplossing de communist strijdt, hebben bestaan vóór er van Marxisme sprake was geweest. Heel de geschiedenis van het russische volk leert ons het huidige Rusland begrijpen. Op dit oogenblik nu Rusland behalve het groote enigma ook een symbool wordt voor de wereld, is de waarde van dit boek dus niet licht te overschatten.
| |
| |
| |
J.H.F. Kohlbrugge. Practische sociologie IV. De zorg voor de jeugd. Uitg. Wolters, Groningen.
Wie dit groot werk, groot door opoffering zoowel als door wetenschappelijken arbeid, deel voor deel volgde, weet het te waardeeren en schrijver er om te bewonderen. Dit handboek zonder voorgaande mocht logischer zijn ingedeeld en 't goed begrip van sommige R.K. werken laat zich soms wat zoeken (b.v. Kap. 6 R.K. Jeugdwerkorganisatie). De uitgebreide documentatie is evenwel verbazend en zelfs wie het sociale werk van zeer nabij volgt zal, Kohlbrugge lezend, voortdurend nieuws vernemen.
| |
Dr. Fr. van Cauwelaert. Verhandelingen en Voordrachten. Een Keur. Uitgave Standaard, Brussel, 8 fr.
‘Niet ieder tijdsgewricht schenkt een natie den geest, die woont en werkt in hem’ schreef Dr. J. Persijn in 1909, wanneer de eerste bundel verhandelingen en voordrachten verscheen. Indien deze verklaring toen reeds mocht worden afgelegd, dan hebben de daaropvolgende jaren de waarheid er van, in overtreffenden trap, gestaafd. Voor wien onbevooroordeeld de ontwikkeling der vlaamsche gemeenschap overschouwt, staat het onomstootbaar vast, dat Van Cauwelaert het groote aandeel draagt in de ontplooiing van de vlaamsche levenskracht.
Het idealisme, waardoor heele geslachten voor 't vlaamsche volk werden bewaard, heeft hij - wanneer hij pas de humaniora-studiën achter den rug had - doen overslaan in de studentenwereld. Nu wordt er wel eens gelachen, meelijdend gespot zelfs, met wat men doodverft als ‘romantisme van die dagen’: doch in den grond was het niets anders - al waren er afwijkingen - dan een stuwkrachtig willen en doen van geestdriftige studentengeneraties, waaruit daadwerkelijke krachten voor het katholieke Vlaanderen geboren werden. Dat waren jongens die schreven en wreven om hunne taal machtig te worden, jongens die lazen; studenten die ook hun verlofdagen wisten op te offeren en er een punt van eer in stelden op hunne onderwijsgestichten, onder de goeden, de besten te zijn. Indien dat romantisme is, dan wensch ik het hartsgrondig aan onze jeugd toe: dan zou de nu zeldzame edelmoedigheid, weelderiger rijpen. Het groote aantal onzer standvastige en trouwhartige werkers op vlaamsch gebied zijn, ten slotte, kinderen van dàt gewraakte romantisme, dàt enthousiasme. Dàt was het idealisme van den jongen studentenleider Van Cauwelaert en nooit heeft hij dat idealisme verloochend: ook niet in de hardste jaren van zijn harde leven, waarin hij, voortdurend, de praktijk van dit idealisme heeft beleefd.
Practisch idealisme ook was en is zijn rustelooze, en voor allen die hem kennen, zijn verbazende werkzaamheid. Met zijn ontegensprekelijksuperieure gaven heeft hij gewoekerd, ten prijze van volhardende wilskracht in onverdroten labeur en ze verveelvuldigd ten bate van het
| |
| |
vlaamsche volk. Psychologisch zag de uitgever van dezen Keur-bundel juist, wanneer hij hem opende op het ‘Driespan der Kracht’: overtuiging - karakter - daad.
De opgenomen aanspraken loopen van af Van Cauwelaert's studententijd tot ààn en met zijn Burgemeesterschap. Een vaste lijn. Zijn beschouwingen over de vlaamsche beweging, over de noodzakelijkheid der zelfcultuur, over universiteit en volksleven, zijn inzichten op de toekomst zijn niet verouderd met de jaren. Ze spreken ons aan met de directheid waarmede ze, ten dien tijde, ons toeklonken, zooals die der laatste jaren, de verdere logische uitbouw zijn, de voortgezette en doorgedreven toepassing zijner levensopvatting, waarvan, godsdienstig en maatschappelijk gesproken, de roomsche idee haar hoogtepunt bereikt in de rede van het Euch. Congres te Amsterdam.
We willen hier verder geen nàdruk leggen op wat Van Cauwelaert was en is voor Vlaanderen, wat hij was en is voor Antwerpen. Dat is - en zal het nog meer worden - de taak van een historicus. Onnoodig ook te wijzen op zijn buitengewone redenaarsgave. Ze is spreekwoordelijk geworden.
Mogen deze voordrachten - ze herlezen, is ze herleven - voor alles zijn wat ze waren voor de vroegere geslachten: lichtbakens en hefboomen.
M. VAN HOECK.
| |
De Wereld en die daarin wonen. Beknopt leerboek der aardrijkskunde voor christelijke gymnasia, H. Burgerscholen, lycea en kweekscholen, door A. Van Deursen, J. Overweel en W. De Vries. - Deel I, Europa; deel II, De Werelddeelen. Uitgave, J.B. Wolters, Groningen. Ing. elk deel, 2.25 gl.
Aan de leeraars van aardrijkskunde weze dit werk ten zeerste aanbevolen. Het is zeer degelijk, en met honderden platen versierd.
| |
L. Bot. I. Beknopte Duitsche Spraakkunst voor Roomsch-katholieke scholen, 2e deel. - II. Oefenboek bij de beknopte duitsche spraakkunst. 2e deel. Uitg. J.B. Wolters, Groningen.
‘Wij aarzelen niet te verklaren dat de methode Bot ons de beste lijkt die we voor het duitsch op onze katholieke scholen hebben’, aldus L.K. Linnartz in Het Maandblad v.h. R.K. Mulo-onderwijs, en we beamen dit ten volle.
| |
De Heilige Evangeliën en de Handelingen der Apostelen. - Nederlandsche vertaling opnieuw bewerkt, ingeleid en aangeteekend, door E. Gessler, S.J. - 51e duizendtal. Uitg. Brepols, Turnhout.
In dezen herdruk werden de Handelingen der Apostelen aan de H. Evangeliën toegevoegd. De Vier Evangeliën en de Handelingen werden ook in vijf afzonderlijke en handig gedrukte boekjes uitgegeven.
| |
| |
| |
I. van Gelderen: Duitsch Woordenboek, Ie deel: Duitsch-Nederlandsch, 2e deel: Nederlandsch-Duitsch. Elk deel 4.25 gl.
Uitg. Wolters. Indien u me vraagt naar 't beste woordenboek voor de duitsche taal, dan verwijs ik u zonder aarzelen naar dezen zesden druk van Van Gelderen's werk.
| |
J. Svenson: Nonni. Uitg. R.K. Jongensweeshuis, Tilburg.
Hapert mijn geheugen niet, - schreef G. Walschap in ons December-nummer van 1925 - dan is een vertaling van Nonni of ter pers of verschenen in Holland.
Die vertaling is voor enkele maanden verschenen en de paters van Tilburg zouden ons kunnen zeggen hoeveel duizenden exemplaren er intusschen over Holland en Vlaanderen verspreid werden. De boeken van pater Svenson kunt ge blindelings koopen. Er is geen beter geschenk voor jongens; en meisjes meteen. Dat sterkt uw ruggraat, dat staalt uw wil, dat boeit uw verbeelding als de beste avonturenroman, dat grijpt door uw hart, dat werkt op uw longen als berglucht.
| |
Jon Svenson: Abenteuer auf den Inseln (D.W. Nonnis Erlebnisse auf Seeland und Fünen). Verlag Herder & Co, Freiburg in Breisgau.
Toen Nonni in Denemarken aanlande, op reis naar Frankrijk, kon hij niet verder, terwille van den Fransch-Duitschen oorlog. Een jaar lang werd hij opgehouden in de Deensche hoofdstad. Zijn ervaringen en avonturen uit die dagen heeft Svenson neergeschreven in ‘Die Stadt am Meer’. Maar toen het zomerverlof aanbrak, hield hij het niet langer uit binnen de stadsmuren; en met zijn even avontuurlijken vriend Valdemar ging hij op verkenningstocht dwars door de eilanden Zeeland en Fünen. Dit is het verhaal van hunne ‘Abenteuer auf den Inseln’, tusschen olifanten, apen, honden, boeren en wildemannen.
Ongetwijfeld zit ergens al iemand met een vertaling bezig voor onze Vlaamsche Hollandsche jeugd.
D.W.
| |
Jos. Henskens. Voor de Mensen. Ingeleid door Anton Vande Velde. Uitg. Excelsior, Brugge, 40 blz. Prijs, 15 fr.
Ik voel mijn klanken openbarsten
aldus de aanvang van Henskens' eerste gedicht. We zullen volgend werk moeten afwachten vooraleer we kunnen vaststellen dat Henskens behalve dit dienamietkrachtig roepen ook zingen kan.
B.W. & B.
|
|