| |
| |
| |
Boekbespreking
Dr. JOH. GUNTHER, Von Werden und Wesen der Bühne, C. Dünnhaupt Verlag, Dessau.
Günther is een erkend tooneel-kritikus. In dit boek bundelt hij een serie tijdschriftenartikelen en onderverdeelt ze in studies over tooneelgeschiedenis en studies over ‘die Werkenskraft des Theaters’. Het eerste deel is het beste. Enkele bijdragen van het tweede schijnen wat te vlug afgewerkt. Günther verdedigt met overtuiging het moderne tooneel, maar zijn oordeel is steeds bezonken en gemotiveerd. De stijl is helder, rap en boeiend.
D.W.
| |
Stichtelijck ende vermakelijck proces tusschen drij edellieden, den eersten eenen dronckaert, den tweeden eenen hoereerder ende den derden eenen speelder (1658) met een voorwoord en enkele woordverklaringen van prof. Dr. Maurits Sabbe, voor de seven sinjoren uitgegeven door ‘De Sikkel te Antwerpen, M.C.MXXVI’.
In een gevat voorwoord situeert en ontleedt Dr. Sabbe dit prozawerk van den Brusselschen Jan Mommaert (1611-1669) en deelt over 's dichters leven mee wat hij erover vinden kon in documenten uit den tijd. Hij verdedigt ook de oorspronkelijkheid van negen tienden van dit werk. Vermakelijk is dit boek maar in zekere mate, stichtelijk is het, althans voor dezen tijd niet. Geestig is het wel en Jan Mommaert, die ‘een burger van voorbeeldigen levenswandel en een schitterenden drukker van geest en kennis’ was, volgens den leuvenschen hoogleeraar Puteanus, levert ons een niet onwaardig getuigenis van de zeden en kultuur der brabantsche zeventiende eeuw.
D.W.
| |
Dr. Guiseppe Monti, Internationales Handbuch der katholischen Organisationen, verlagsanstalt ‘Herold’ Wien.
Schrijver is bestuurder van het internationaal bureau voor katholieke organisaties. In dit zeer nuttig boek geeft hij een... verstommend uitvoerige lijst van alle katholieke organisaties met opgave van hun doel. Voor al wie in de katholieke beweging staat onmisbaar.
| |
R.L. Stephenson, Treasure Island, bewerkt door A.G. Kranendonk. Uitg. Wolters, Groningen.
Van de ‘boeken voor Jongens’ is dat van L.R. Stephenson een der meest phantastieke en boeiende. Hooge literaire hoedanigheden van beschrijving en karakteristieken plaatsen het daarenboven op een veel verhevener plan dan dat der middelmatigheid. De bewerker heeft den overigens niet moeilijken tekst van overvloedige en zeer nuttige toelichting voorzien.
D.W.
| |
| |
| |
Robert Lais, Auf der Spur des Urmenschen. Verlag Herder, Freiburg im Br.
Heel interessant boekje over den primitieven mensch. Vulgarisatie die toch volstrekt wetenschappelijk is. De jonge en oudere lezers vernemen hier alles over den stand der huidige wetenschap der voorhistorische tijden, klimaat, toponomie, dierwereld en menschen. Een massa teekeningen en enkele foto-reproducties in den tekst. Warm aanbevolen.
| |
M. Homscheid, Der Schleuderer, Verlag Herder, Freiburg in Br.
Vijf zeer schoone kindervertelsels. Echte vertelsels van een katholieke schrijfster die waarlijk schrijven, liever vertellen, kan. Vertelsels zonder zedepreeken, van jongens die geen Johannes Berchmanskens zijn. Kunst in den schoonen goeden zin. 't Ware te wenschen dat het boek voor onze katholieke jeugd vertaald werd.
D.W.
| |
Joseph Delteil. Jeanne D'Arc. Ed. Grasset, Paris.
Delteil won met dit boek den prix Femina van 't jaar 26. Van katholieke zijde werd meermaals geprotesteerd tegen de zoogenoemde ontheiliging der heilige. Inderdaad is ‘Jeanne D'Arc’ een biographie van een nogal ruw realisme, maar niemand kan toch beweren dat schrijver bedoelde een ontheiliging te begaan en, hoewel op zijn eigen ruwe manier, steekt hij zijn heldin forsch in de hoogte. Delteil is geen geschiedschrijver, hij is een kunstenaar van robuust kaliber en het is onbetwistbaar dat hij een al te zeer verzwegen of vergeten kant van Jeanne d'Arc's wonderlijk leven op pakkende wijze belicht heeft. En wat een schoone, sterke taal!
D.W.
| |
Blaise Cendrars, Moravagine, roman, chez B. Grasset, Paris.
Een zonderling boek, liever een boek over een zonderling mensch. Moravagine is een oude Telg van bedorven koninklijken bloede. Hij is idioot, beweert Cendrars met de dokters. Zijn ontaarding is waarlijk niet veel minder dan idiotie. Hij beleeft de... (pardon!) beestigste avonturen in Duitschland, Rusland en Amerika. Hij maakt nog een stukje oorlog mee en sterft aan zijn lichamelijk bederf zooals hij geleefd heeft. Dostoïevsky heeft dit type gemist. Sommige bladzijden zijn wat ruw.
| |
Ernst Linde, Führer durch die Dramen der Weltliteratur, 2e Auflage, 6bis 7 tausend, Friedrich Brandstetter-Verlag, Leipzich.
In 900 dicht bedrukte bladzijden honderden inhoudsopgaven van de voornaamste werken der tooneelliteratuur van Griekenland, Indië, Spanje, Italië, Frankrijk, de Nederlanden, Engeland, Noorwegen, Zweden, Rusland, Duitschland, Oostenrijk. Hierop is kritiek natuurlijk zeer gemakkelijk. Van de Nederlanden b.v. worden alleen een tooneelstuk van Maeterlinck en Vorstenschool van Multatuli bespro- | |
| |
ken. Van Engeland alleen werk van Shakespeare, Lord Byron en Oscar Wilde's Salome. Maar als het werk nu duizend bladzijden meer telde en eenige honderden opgaven meer, dan was zoo'n kritiek nog even gemakkelijk. Maar dan zou men altijd 't voornaamste vergeten: den eerbied voor de verbazende som werks door Ernst Linde geleverd en de waardeering voor den ernst, de degelijkheid en de klare beknoptheid van deze resumés.
Resumés: geen ethische waardeeringen, geen literaire, geen historie. Dus een boek van eenige honderden allerschoonste novellen, een documentatie van eenige der schitterendste fantasieën die op het wereldtooneel hebben gebloeid. En bovendien een zeer nuttig, voor velen volstrekt onmisbaar boek.
D.W.
| |
Franz Herwig, Die Eingeengten, ein Grossstadtroman, Verlag J. Kösel und F. Pustet, München.
Op stuk van moderne, of laten we zeggen expressionistische katholieke romans, is dit boek in Duitschland misschien wel het allerbelangrijkste. Met dit zijn laatste in Hochland verschenen werk, blijkt Herwig die reeds een schoone serie werken schreef en zich voor eenige jaren op het moderne mysteriespel begon toe te leggen, volop gemoderniseerd. Rond zijn hoofdpersoon, die geen anderen naam dan Daniel draagt, kreitsen verworden en hopelooze en misleide en goed ter trouwe arme lui, de wereld der Eingeengten, der ingeslotenen in 's werelds gedoe zonder eenige hoop op bovenaardsche uitkomst. Daniel is een zwerver als zij, maar die zichzelven vergat door de kracht van een hooger geloof en barmhartigheid plengt aan de lijders en sterft armer dan zij en verlatener, maar ‘la face tournée vers Dieu’ en onzeggelijk rijk van een groot geluk omdat hij een stukske hemel heeft opengebroken voor hopeloos in de wereld starende oogen. Een zeer schoon boek, vol duistere en lichte fantasie, vol ziel. Een soms wat uitvoerige stijl, en een soms wat al te bonte warreling van menschen en feiten. Maar een sterke schepping, een kunstwerk van grootschen adem.
D.W.
| |
Kund Andersen. Das Meer, autorisierte übertragung aus dem Dänischen von Else von Hollander-Lossow. Verlag von Georg Westermann, Braunschweig.
Dit is een sterk boek van een deenschen Loti! maar een soliedere kerel dan de wat weeke fransche zeeofficier. Ook Knud Andersen was zee-officier maar moest na korte jaren noodgedwongen vaarwel zeggen aan de zee. En toen begon hij over haar te schrijven. Op die oneindige, tragische, bewogen vlakte speelt zich het drama van een leven af. Regnar is een veelbelovende jonge kerel. Carrière lacht hem tegen en thuis in Denemarken wacht hem de beminde. Maar in een bedorven stad waar de boot geland is kent hij eens, ach maar eens, dat vervloekt moment der zwakheid. En de ziekte. Nog eens ziet hij de verloofde
| |
| |
terug die niet begrijpt waarom hij zoo neerslachtig is. En bij de volgende reis werpt hij zich in zee. ‘Een golf veegde den rimpel weg waar hij zonk’. Grootsch is dit boek ontworpen van ruwe geweldige menschen op den oneindigheidsachtergrond van de zee. Ontstellend wordt de tegenstelling, als de zieke verbitterde Regnar in de heimat een salon bezoekt en de muziekbladen ‘De Niagara’ verfrommelt en in een hoek werpt. Het is hem te eng, te kinderachtig, dat leventje.
W.
| |
B. de Craene. Zijn getuigen, uitg. De Standaard, Brussel.
Na zijn ‘Evangeliebeelden’ was E.H. De Craene ons nog een zelfde werk schuldig over de handelingen der apostelen. Dat heeft hij in betrekkelijk weinig tijd klaar gekregen. Hij heeft St-Lucas' verhaal niet herschreven, maar er tooneelen uit gelicht die hij op eigen wijze verwerkt en met kleur en geur aanschouwelijker tracht te maken en bevattelijker. Hij doet het altijd zoo dat het tafereel dat hij verlevendigen wil inderdaad verlevendigd en niet gemaskeerd worde. Een P. Cap ‘versierde’ het werk met slechte teekeningen.
| |
Prof. Dr. J. Bittremieux. De Mediatione universali B.M. Virginis quoad gratias. Brugge, Beyaert, 1926. In 8e 320 bl. Prijs 20 fr.
Het boek van professor Bittremieux is een streng theologisch, wetenschappelijk werk. Dat het niet op vulgarisatie doelt blijkt doordat het geschreven is in 't latijn, volgens de techniek en methode der godgeleerde wetenschap, en vergend van den lezer eene reeds eenigszins gevorderde kennis der beginselen dier leer. Eene studie dus van een theoloog die tot theologen spreekt om het onderzoek en de oplossing eener gestelde kwestie door te drijven. Het kan dan ook niet in onze bedoeling liggen de lezers van D.W. en B. binnen te leiden tot aan de kern dezer theologische documentatie en argumentatie. Toch meenen we dat hier hoeft gewezen op het verschijnen van dit boek. De stof immers in het boek behandeld belangt niet enkel de theologanten aan die ze te bestudeeren hebben maar het gansche geloovige volk dat er van leven moet. Indien dit wellicht waar is voor de geheele theologie, daar ze het christelijk leven richten moet, niet te min zijn er enkele kwesties in dit opzicht van meer algemeen en meer praktisch belang, omdat ze onmiddelijker het godsdienstige en godvruchtige leven bezielen. Zoo de leer van Maria's Algemeen Middelaarsschap. De vraag naar de rol die Maria in het uitdeelen der gratiën moet worden toegeschreven is niet alleen in theologische kringen maar ook bij de geloovige menigte uiterst aktueel.
Het geloof en het betrouwen op de bijzondere tusschenkomst van Maria was altijd een bestanddeel van het katholiek leven - ‘Van Maria tot Jesus’ - ‘Moeder onzer zielen’ - ‘Toevlucht in allen nood’ - ‘Hoop der hopeloozen’ - enz. enz. Dergelijke zijn de ontelbare benamingen welke die waarheid trachten uit te drukken of
| |
| |
nabij tekomen. En hoe meer die godsvrucht tot uiting komt en zich ontwikkelt des te meer ook dringt zich de vraag op naar de juiste intellectueel omlijnde beteekenis van dit alles. De vroegere eeuwen hebben zich meer bekommerd om het ‘Waarom’ van Maria 's geestelijk moederschap te begrijpen. Ze hebben in de bronnen der Openbaring opgezocht hoe Jesus' Moeder als nieuwe Eva aan het Verlossingswerk heeft medegearbeid.
Later wilde men daarenboven beter omschreven zien waarin dit geestelijk moederschap bestaat. Men verlangt te weten wat Maria's tusschenkomst ons verwerft. Bekomt ze ons slechts overvloediger gratiën, of enkel de meest noodwendige, of is ze moeder der genade in den volsten zin van 't woord, zoodat niet ééne genade ons gegeven wordt zonder Haar?
Het is reeds uitgemaakt dat de godgeleerdheid volgens dit laatste begrip, minstens als waarschijnlijk, Maria's middelaarschap voorhoudt. Prof. Bitt. doet uitschijnen hoe de h. Alfonsus v. Liguori, die de eerste voor de verspreiding van die leer ijverde, trouw de wezenlijke alhoewel soms verborgene gedachte uitsprak van de traditioneele meer algemeene gegevens der Maria-vereering, zooals ze bij de Vaders en in de kerkelijke documenten te vinden zijn.
De godsvrucht evenmin als het verstand berust in waarschijnlijkheid. Naar zekerheid wordt gestreeft, en daarom moet bij het te berde komen van eene leer gezocht naar de waarde harer bronnen. De vraag rijst dus: staan we bij het bevestigen van Maria's algemeen middelaarsschap in het uitdeelen der genaden, voor een theologische afleiding, die alhoewel op logisch verband met het woord van God steunend, toch verder gaat dan wat door God zelf in de Openbaring werd gezegd, of vinden we Maria's voorrecht in het woord zelf van God verkondigd? In het eerste geval kunnen we enkel tot theologische zekerheid komen, in het tweede hebben we eene waarheid van ons geloof die door de Kerk als dusdanig zou kunnen erkend worden en dus een dogma zou wezen.
Dit is de vraag die meer en meer met levendige belangstelling wordt geopperd. Het zal niemand ontgaan van welk groot belang het is voor de glorie van Maria en voor de richting van onzen eeredienst te weten of ja dan neen al de genaden die ons door Jesus geworden ook door Maria tot ons komen, en tevens blijkt hoe veel grooter de invloed van die waarheid op ons leven zou zijn, indien we in haar een punt van ons geloof mochten erkennen en met de geloofswaarheden de wereld rond verspreiden.
Dat het zoo gebeuren zal wordt met den dag waarschijnlijker zooals blijkt uit de talrijke studiën welke onder aanmoediging en leiding van het hooger kerkelijk gezag over die kwestie worden gemaakt en niet het minst uit dit boek van E.H. Bittr. dat onder de tot nog toe verschenen om zijn omvang en degelijkheid eene hoofdplaats bekleedt.
| |
| |
Katholieke theologanten hebben er wel eens over geklaagd dat sommige auteurs der Marialogie verwaarloozen stipt rekenschap te houden met de eischen der wetenschappelijke theologie; Pater Pesch, S.J., toonde aan hoe in de kwestie zelf van Maria's middelaarsschap dit gebrek aan wetenschap verwarring, mistrouwen en nadeel heeft gebracht. Prof. Bittr. stelt zich langs den kant dier theologanten om de Marialeer absoluut theologisch op te bouwen. Daar we in geen technische bijzonderheden mogen treden kunnen we enkel aanstippen dat het boek van H. Bit. de studie over Maria's middelaarsschap een stap verder brengt. Het is de volledigste overschouwing der kwestie met al hare vertakkingen en verwikkelingen, welke verscheen. Noties en argumenten worden kritisch doorzocht, de eerste tot duidelijke klaarheid opgevoerd, de tweede getoetst, verstevigd of als nietig verworpen. Niet enkel de rijke gegevens der Traditie worden in het licht gesteld om getuigenis af te leggen, maar ook de onoverzienbare moderne Maria-litteratuur is in het boek verwerkt.
Moge eens het dogma van Maria's middelaarsschap afgekondigd worden, dan zal aan de belgische theologen de eer toekomen ijverig te hebben meegewerkt aan de voorbereiding der geloofsbepaling. Pater Godts, redemptorist, was de voorlooper; reeds in 1904 verscheen zijn boek ‘De Definibilitate mediationis universalis Deiparae’. Eerst in 1916 begon door het toedoen van cardinaal Mercier eene opgewekte actie voor de bestudeering van het vraagstuk. Rome moedigde aan en keurde in 1921 het feest met mis en officie van Maria algemeene middelares goed.
Talrijk zijn de studiën sinds over 't onderwerp verschenen; in het boek van Prof. Bittr. mag men de synthesis van die inspanning begroeten.
JOS. DE BRANDT, CssR
| |
Ferdinand Valentin: L'Avénement d'une République. Luttes intérieures de la Chine de 1911 à 1923. - Perrin, Paris, 12 fr.
Een leerrijk boek, want schrijver heeft de redenen klaar uiteengezet die ten gronde liggen van den langen burgeroorlog in China: oneenigheid tusschen 't Zuiden en 't Noorden, invloed der studenten uit het ‘Verre Westen’ teruggekeerd met revolutionnaire theorieën, overgroote uitgestrektheid van een land, groot als Europa, en door de meest verschillende rassen bevolkt.
Dit boek komt te pas op een oogenblik waar zooveel over China gesproken wordt.
L.D.
| |
Pierre de la Gorce: La Restauration: Louis XVIII. - Plan-Nourrit, Paris, 15 fr.
Lodewijck XVIII stond voor de moeilijkste, de meest ondankbare taak. Wel bracht hij den vurig gewenschte vrede, maar 't land waarop hij heerschen moest, was niet alleen heelemaal geruineerd, maar door revolutie bedreigd, en door vreemde legers bezet. Daarbij had hij
| |
| |
niets van die schittering die rond Napoleon's naam als een lichtkrans zweefde. Maar wat hij wel had, dat was diepe menschenkennis, een klaar begrip der noodwendigheden van zijn volk, een onwrikbaar geduld, wijze voorzichtigheid en onvermoeide wilskracht. Toen hij stierf, mocht hij met fierheid op zijn werk terugblikken. Frankrijk liet hij in vollen bloei en voorspoed.
Een uitstekend boek.
L.D.
| |
Henri Bremond: La Poésie Pure. Avec ‘Un Débat sur la Poésie’ par Robert de Souza. - Bernard Grasset, Paris, 15 fr.
Op 24 October 1925, hield E.H. Brémond in de Academie te Parijs, eene lezing over: ‘La Poésie pure’, die veel ophef maakte. Zijn betoog rustte op de twee volgende hoofdgedachten: ‘Tout poême doit son caractère proprement poétique à la présence, au rayonnement, à l'action transformente et unifiante d'une réalité mystérieuse que nous appelons poésie pure...’ en verder: alle kunsten streven naar het gebed, ieder ‘par les magiques intermédiaires qui lui sont propres, - les mots; les notes; les couleurs; les lignes...’ Daarop is men aan 't discussieeren gegaan, en daaruit is dit boek ontsprongen, interessent en geestig, zooals al wat uit de pen van E.H. Brémond komt.
Van zijn kant trekt Robert de Souza, krachtig te velde tegen het dorre rationalisme, en tracht te bewijzen dat niet alleen de dichtkunst, maar ook de wetenschap hare mystiek heeft, en dat juist de poezie geleerde en kunstenaar vereenigt.
L.D.
| |
Henri Bremond: Prière et Poésie. - Grasset, Paris, 12 fr.
Dit boek bevat zeer schoone en diepe bladzijden; het voltooit het vorige werk ‘La Poésie pure’. Schrijver vergelijkt er de dichterlijke ervaring met de mystieke. In de eerste zijn er volgens hem, drie oogenblikken waar te nemen: ‘...d'abord une fécondité morne et douloureuse de l'esprit ou de coeur... des essais tumultueux, combattus, inutiles, d'invention ou de décision; ensuite l'étincelle, l'inspiration; enfin une fécondité joyeuse de l'esprit ou une décision allègre du coeur...’ Van waar echter komt de ingeving? Bij welke wetenschap moet ze worden bestudeerd? Hoe kan 't mysterie van det natuurlijk mysticisme, dat als een opzet is van 't bovennatuurlijke is, gepeild worden?
Al deze vragen, en nog vele anderen, worden door E.H. Brémond gesteld en onderzocht.
L.D.
| |
Hugh Walpole, Drie oude vrouwen, vert. door Carry Van Bruggen. Uitg. Baarn, Hollandia-Drukkerij.
Die drie oude vrouwen zijn: Lucy Amorest, een voornaam oud dametje, beleefd, vroom, conservatief en een beetje ironisch; May Beringer ex-vrijster, heeft een hondje, denkt bekrompen, is altijd
| |
| |
hulpeloos bang; Agatha Payne, lui, loom, snoepster, verliefd op mooie kleurige dingetjes. Deze laatste krijgt een passie voor een mooi juweel van de tweede; passie die zoo hevig wordt dat Agatha op een nacht het juweeltje ontworstelt aan de eigenares die onder haar handen dood blijft. Dit verhaalt schrijver met ironische gemoedelijkheid. Het had ook een dramatisch schrijnend boek kunnen worden. Hij heeft het op zijn manier opgevat en het boek meesterlijk geschreven.
| |
Langoor, Reintje de Vos en het Eekhorentje, door W.J. Long. Uitg. Thieme. Zutphen.
In Vlaanderen kent men Long nog niet genoeg. Er is niemand die over de dieren kan schrijven zooals hij. Hij is een waarachtig kunstenaar, die Amerikaan die zonder geweer op jacht gaat en de dieren heeft leeren kennen met al hun eigenaardigheden en gewoonten, ja met hun gevoelsleven zelf. Men beginne hier dan met dit zeer mooie boek de kennismaking met Long. Kinderen en groote menschen, allen moeten het lezen.
| |
Lysiane Sarah Bernhardt: Sarah Bernhardt's Lebensabend, Merlin-Verlag, Heidelberg (Deutschland).
Na een kort levensbericht beschrijft de kleindochter der groote tooneelspeelster, hoe zij als heel klein meisje haar grootmoeder zag en bewonderde. Later (zij was toen bakvischje geworden!) reisde zij als secretaresse mee op tournée. Zij verhaalt van de jaarlijksche vacanties en de eerste pijn aan de knie. Later moest het been afgezet worden. Zij trad nog na den oorlog op. Maar in 1922 kon zij niet meer en den 25 Maart 1923 overleed zij 77 jaar oud.
Het boekje is keurig verzorgd op groot formaat en verlucht met eenige familieportretten o.a. met het zeer schoone portret naar schilderij van G. Clairin.
| |
Oorspronkelijke Meesterwerken onder ieders bereik door C. Henny. Uitg. W.J. Thieme en O. Zutphem.
Een verzameling van bijna zestig reproducties etsen en lito's, naar beroemde kunstenaars gemaakt. Henny zet eerst de techniek der verschillende grafische kunsten uiteen en bespreekt in 't kort het werk van tal van graveurs. De reproductiereeks begint met een houtsnede uit de 15e eeuw om te eindigen met een kopergravure van Dupont. Zeker zou men hier of daar liever een reproductie zien wegvallen om door een meer representatieve vervangen te worden. Maar 't is een mooie verzameling, die wij gaarne aanbevelen.
| |
| |
| |
Aanbevolen boeken
BERNARD VAN BAAREN, Rozenregen, gebedenboekje ter eere van de Kleine H. Theresia van het Kindje Jesus. Bij Excelsior te Brugge. |
A. DE BUSSCHERE, Nader bij Jesus, communieoefeningen ontleend aan ‘Gebedenkrans’ 2 druk. Bij Excelsior te Brugge. |
E.J. OSSENBLOK. De navolging van Christus, tot volksboek bewerkt. Bij H. Dessain te Mechelen. |
C. MEERSDOM, C. ss. R. Zielevoedsel, spreekwoorden aan godvruchtige christenen uitgelegd. St-Alphonsus drukkerij, Esschen. |
Onze Tijd. Algemeene en Vaderlandsche Geschiedenis van 1770 tot heden, door M. TEN BOUWHUYS en Dr. N.B. TENHAEFF. Prijs ing. f. 4.60. Geb. f. 4.90, uitg. J.B. Wolters, Groningen. |
Oude Verhalen, Historische personen, leesboek voor de hoogste klassen der lagere school door JAC. VAN DER KLEI en JOH. VEENBAAS. Prijs fr. 0.80. Uitg. J.B. Wolters, Groningen. |
Denken, Vinden en Toepassen. Natuurkunde voor de hoogste klassen der lagere school door L. DORSMAN en JAC. VAN DER KLEI. Prijs fr. 0.75. Uitg. J.B. Wolters, Groningen. |
Beknopte Fransche Spraakkunst voor Roomsch-katholieke scholen door L. BOT en C.J. UITERWAAL. Prijs ing. fr. 1.20 geb. tr. 1,40. Uitg. J.B. Wolters, Groningen. |
Beknopte Engelsche Spraakkunst door F. VAN DE POEL Prijs ing. fr. 1.25 geb. fr. 1.50. Uitg. J.B. Wolters, Groningen. |
Beginselen der Theoretische Mechanica een Leerboek met vraagstukken door J.H. SCHOGT. Eerste deel: Kinematica, krachtenleer, Arbeid, Arbeidsvermogen. Prijs: ing. fr. 3, geb. 3.50. Tweede deel: Massageometrie, Dynamica, Statica. Prijs ing. fr. 3.75, geb. 4.25. Uitg. P. Noordhoff, Groningen. |
Historische Lectuur, verzameld en bewerkt door Dr. M.G. De Boer en L.J. De Wilde. - Nieuwste Geschiedenis. Derde, herziene en vermeerderde druk. Prijs ing. 2.50 geb. fl. 3.25. Uitg. P. Noordhotf, Groningen. |
De Grondslagen der Rekenkunde, door Dr. G. SCHOUTEN, Tweede druk. Uitg. P. Noordhoff, Groningen. |
|
|