| |
| |
| |
Boekbespreking
Fr. Cuthbert O.F.M.C. Het Leven van Sint-Franciscus van Assisie, uit het Engelsch door P. Eleutheer van Lichtervelde. Mind.-Cap. Uitgave K. Beyaert, Brugge, 497 blz. Pr. 25 fr.
Over het merkwaardig - in vele talen vertaalde - werk van pater Cuthbert, hoeven we geen recensie of kritiek te schrijven. Het is wellicht het beste wetenschappelijk werk dat over den heilige van Assisie werd geschreven. Maar over de vertaling zou er wel wat te zeggen zijn...In een begeleidend prospectus wordt inderdaad door den uitgever gezegd dat dit door den engelschen kapucijn Cuthbert geschreven en door den vlaamschen kapucijn Eleutheer vertaald werk in beide talen een meesterwerk is. Bedoelt de uitgever hiermee dat Cuthbert' werk ondanks de vertaling een meesterwerk gebleven is, dan is dat een waarheid als een koe. Maar bedoelt hij dat ook de vlaamsche kapucijn een meesterwerk van vertaling heeft geleverd, dan is dat voor pater Eleutheer die zich niet in zulke mate over zijn talent vergissen kan, beschamend, doch vanwege den uitgever onbeschaamd.
D.W.
| |
Jaarlijksche Boekenschouw 1926. Uitgave Het Nederlandsche Boekhuis, Tilburg, Pr. fl. 2.40.
Dit is de zevende boekenschouw. Weer een zwaar boekdeel van 350 paginas. Circa 2000 recensies met inleiding artikels over het letterkundige leven in de verschillende landen: Nederland, Vlaanderen, Frankrijk, Duitschland, Engeland, Hongarije, Italie, Sovjet-Rusland, Emigranten-Rusland, Denemarken, Zweden, Noorwegen Polen, Tsjecho-Slowakije, Zwitserland, Spanje en Portugal. Men bedenke even wat dit vertegenwoordigt aan arbeid en organisatie.
Sommige recensies zijn wellicht te bondig, wijl onvolledig karakteeriseerend. Maar dat is nauwelijks te verhelpen in een werk als dit. In moreel opzicht een veilige en volstrekt onmisbare gids voor bibliotheken.
D.W.
| |
G. Blachon. Waarom ik Vlaanderen liefheb, vertaald door Stijn Streuvels-Lannoo, te Thielt.
Met ‘Vlaanderen’ wordt bedoeld Fransch Vlaanderen. Zou de fransche ambtenaar G. Blachon dat volk wel heel goed kennen zooals
| |
| |
het is, niet zooals het schijnt of was in de geschiedenis? Het flamingantisme is ten onzent een uitgediepte kwestie. Blachon's beschouwingen zijn oppervlakkig.
| |
Keurbladen Hugo Verriest, twee deelen. Vlaamsche Boekenhalle, Leuven.
Keurbladen van Hugo Verriest! Wat kan dat al veel worden als men uit de luttele boeken nog een keur moet doen. Maar deze verzamelaars is het blijkbaar niet om die literaire keur te doen geweest. Zij wilden twee lijvige boeken uitgeven. Maar dan vinden we 't beter vlakaf te beginnen met de verzamelde werken van Hugo Verriest.
| |
Fons van de Maele: Verzekens, voor ons volk. Vierde bundel. Uitg. De Standaard, Brussel. Pr. 6 fr.
Fons Van de Maele, dicht maar door. Dit is dus de vierde bundel met een voorwoord van Door Van Tichelen. Door heeft er van genoten; wij ook. Deze versjes zijn wat ze zijn; en Van de Maele reikt niet verder dan hij schieten kan. 't Is frisch en volksch; vlug en vroolijk; hartelijk, goedig en geestig. Vier reeksen gedichtjes: Hulde aan moeder, - poezie van den haard, - Open lucht, - Deuntjes allerhande. Maar de Openlucht - reeks is de beste. 't Is een lustig spel van rythme en klank. Zoo begint een versje op De Nachtegaal:
Hoe wordt er nu gewiedewaald,
Gemeescht, gevinkt, gemergeld,
Van 's morgens, tot de zonne daalt,
en zoo spreekt hij meester koekoek aan:
Koekoek, kerel, ik zou zwijgen
Kon ik er geen klank uit krijgen
die een beetje mooier slaat;
Vast wat op een lied zou trekken,
't Is maar waard om te begekken
't Vooisje dat ge hooren laat.
Een arbeider-volksdichter die in dezen tijd nog over den last van zijn arbeid en de zorg voor zijn talrijk gezin de losse vreugde dansen laat van zijn deuntjes, 't is een wonder en een zegen.
C.V.A.
| |
John Galsworthy. De witte aap, vert. door J.C. De Cock. Bruno en Zonen, Utrecht.
Galsworthy, de hartstochtelijke hater van het conservatisme der engelsche begoede burgerij. Zelf uit dien stand gekomen, kent hij
| |
| |
door en door wat hij haat. Hij is onverbiddelijk in het bloot snijden van de verborgenste kankerbuilen. De Forsyte Saga, een trilogie waarbij deze ‘Witte aap’ behoort, is het epos van de moderne engelsche bekrompen burgerij die niets meer heeft dan wat conventies d.w.z. een schijn. Fortuin eerlijkheid en je zin kunnen doen is alles en godsdienst een smoking, een kleed van fatsoen. Niet om de gedurfde scenes maar om het menschelijke en magistrale van dit verhaal zouden we 't boek graag aanbevelen.
W.
| |
Harold Avery. Ku Klux Klan. Humoristische avonturenroman. Illustr. van H. Moerkerk. Uitg. Het Nederl. Boekhuis, Tilburg.
John James is een echte stumperd. Zijn er inderdaad erger zieken dan ingebeelde zieken? Maar John heeft een oom, een beste kerel, die samen met zijn nichtje een plan beramen om John een voor altijd te genezen. Een probaat middel, dat alle droogstoppels, zuurkijkers en galbrouwers in Vlaanderen en elders eens moesten probeeren. Hoe dit eigenlijk is toegegaan moet u zelf maar lezen.
W.
| |
Henry Cauvain. Rosse Bandiet. Een avontuurlijke speurdersgeschiedenis in Frankrijk van 1845. Geïllustreerd door Herman Moerkerk. - Uitg. Het Nederlandsche Boekhuis, Tilburg.
Giftmengers, oplichters, boemelaars, boeven, valschspelers, dieven in gentlemankleeren, geparfumeerde en licht-levende dames en tusschen heel dit Joodje een onschuldige die verdacht wordt van moord. Wie van een huiverend ontspanningsverhaal houdt, die heeft er hier een.
K.
| |
Ernest Claes. De Witte. 6e druk, 19e duizendtal. - Uitg. De Wereldbibliotheek.
De Witte heeft alle records geklopt! Negentien duizend exemplaren in vijf jaar tijds. Dit zou op zichzelf al verbazend zijn, maar het wordt nog verbazender wanneer men bedenkt dat er intusschen duizenden exemplaren zijn verkocht van Claes' Oorlogsnovellen, zes duizend van Sichemsche novellen, dat Namen 1914 aan zijn vierde druk is, Bei uns in Deutschland aan zijn derde, ‘Charelke Dop’ en ‘Herman Coene’ aan hun tweede en dat er in minder dan een jaar zes duizend exemplaren van Kiki werden verkocht.
E. Claes is een zegen voor ons volk.
W.
| |
August Heyting: Groot Liederboek. Uîtg. Electrische drukkerij Luctor et Emergo, Den Haag.
Nee, laat ik het titelblad volledig overschrijven dan weten de lezers meteen wat hier voor me ligt: ‘Groot liederboek, ruim
| |
| |
700 gedichten, benevens een beschouwing voor toondichters: over tekststudie, door August Heyting, met een woord vooraf door de toondichters J.H. Garms, Arnold Spoel, Adr. Van Tetterode, Dr Johan Wagenaar, J.P.J. Brents, B. Van den Sigtenhorst Meyer, Dina Appeldoorn, C.D. Oberstadt, F.E. Koeberg, en eenige vertalingen in het Fransch, Duits en Engels, door Madame Sophie Haeper-Monnier, Madlle M. Tyken, Dr K.W.G. De Jong, Delherry en Leonard Charles van Noppen; Band en Boekversiering door Chris Lebeau, 40 vers-verluchtingen door Prof. Dr Hanm Eibl, buitengewoon hoogleeraar a/d Hoogeschool te Weenen; een symboliese verbeelding door J. Cossaar, Vîgnet door Georges Hogerwaard.....’ Oef!..... Dat ik na dit dreunend titelblad - dat nog vergat te vermelden: een tweede stuk over tekststudie, achter in het boek; een serie ‘Aanteekeningen’, en spécimens van dichtelijke correcties, behalve van tien bladzijden rencensies over het werk van A. Heyting - dat ik daarna, zeg ik, het boek niet onopengesneden heb ter zij gelegd, getuigt voor den gewetensvollen ernst waarmede ik de mij toegezonden boeken recenseer. Maar ik beweer niet dat ik meer dan vijftig van de 700 gedichten heb gelezen. Het is mogelijk dat er in dezen bundel hier en daar een echt vers is te vinden; maar dan moet het tusschen de 650 ongelezen gedichten te zoeken zijn. Wat natuurlijk niet onmogelijk is.
D.W.
| |
'n Verloren prent en 'n verloren handschrift van Vondel's gedichten.
Bij de grootse nieuwe uitgaaf van Vondel's werken ondernomen door de Wereldbibliotheek te Amsterdam, missen we 'n paar belangrijke stukken. Vooreerst 'n album waarin de alleroudste gedichten van Vondel geschreven staan. Jacob van Lennep heeft in dat album twee gedichten van Vondel gevonden, en wel zijn allereerste: Schriftuerlijck Bruylofts Reffereyn van 1605 en Nieuw-jaars Liedt van 1607. Dit album was afkomstig van de famielie Haesbaert uit de 17e eeuw, en in de jaren 1850-1860 in 't bezit van Jhr. Mr. F.A. Ridder van Rappard, Sekretaris-Generaal bij 't ministerie van oorlog.
Waar is dat album nu? Alle nasporingen zijn tot nu toe vergeefs geweest.
Ten tweede. Vondel's gedicht Hymnus ofte Lof-Gesangh over de Wijd-beroemde Scheeps-vaert der Vereenighde Nederlanden van 1613, is gemaakt bij 'n grote prent 's Lans Welvaren, uitgegeven door Abraham de Koning in 't begin van de 17e eeuw Deze prent is door Mr. A.D. de Vries beschreven in Oud-Holland I (jaargang 1883) blz. 113-118, en was toen in 't bezit van de Heer Aug. Coster te Brussel.
Ook hier moeten we vragen: waar is die plaat nu?
| |
| |
Ten derde: wie kan aanwijzen:
De Cijfferinge van Willem Bartjens in ouder uitgaaf dan van 1632.
In dit rekenboek staat Lof-Zangh op Willem Bartjens van Vondel.
Ondergeteekende vraagt dringend inlichtingen of aanwijzingen over deze dingen zoo belangrijk voor de uitgave van Vondel's werken. Tilburg.
h. moller.
| |
Jozef Simons. In Spanje. Davidsfonds.
Een der weinige goede reisbeschrijvingen die wij hebben. Ieder die 't werk van Simons kent weet dat zijn speciale kracht is: zijn twee guitige, scherpe, allesziende literaire oogen en een benijdenswaardige vaardigheid om zoo vlot en rap te schrijven als die oogen opmerken. Daardoor is Simons een geboren reisbeschrijver; wat niet weinig is!
Moge 't boek weldra zijn tweede uitgaaf beleven.
| |
Jozef Simons. Kanonnier, tweede vermeerderde druk. Excelsior, Brugge.
Men kent goed genoeg de verhalen van een kanonnier. En nu is er een zooveelste bij gevoegd dat de aanklacht tegen den oorlog en het militarische opdrijft tot bijna iets episch. Het heet ‘zijn derde ster’: Goed heil aan den kanonnier in zijn tweede uniform!
| |
T.W. Drijver. Schetsen en Beelden. P. Noordhoff, Gronningen.
Van alles wat. Zelden zoo verscheiden schetsen bij elkaar gezien, 't Lijken dagblad-artikeltjes; hooger dan op journalistisch peil staan ze niet.
| |
Pater Lacombe S.J. Mahadeva Ayer. Vlaamsche Boekenhalle, Leuven.
Levensbeschrijving van een vooraanstaand Brahmaan die zich tot het katholicisme bekeerde. Zijn strijd met zich zelven, familie, stam. 't Boek is een schitterend traktaat over het probleem van het hoe der katholicisatie in het Brahmaansche Oosten.
| |
Jef Crick. Toen moeder heenging. De Standaard, boekhandel.
Toen moeder heenging viel het gezin uit elkaar en als moeders gedachtenis weer sereener begon te leven in de gemoederen, kwamen de kinderen weer tot elkaar. De zelfde stof over 100 in plaats van 200 bladzijden uitgewerkt zou een verhaal vormen dat solieder aandoet.
Wat veel romantisme, wat sentimentaliteit en te veel ‘stijl!’
| |
| |
| |
Fr. Ronse, Pr. Wees gegroet. Geschiedenis en dogmatische verhandeling. Uitg. K. Beyaert, Brugge.
Eenvoudig, zakelijk en systematisch. Met het oog op de aanstaande Meimaand zou dit werk onder ons vrome volk ruime verspreiding verdienen.
W.D.
| |
Sofokles. Koning Oidipoes. In Nederlandsche verzen overgebracht door P.C. Boutens. Uitg. Maatsch. voor goede en goedk. lectuur. Ing. fl. 0,05.
De vertaling is buitengewoon mooi. Ze heeft iets van de zuivere koele schoonheid van grieksch marmer.
W.D.
| |
Heinrich Federer. Der heilige Habenichts (St-Franciscus). Uitg. Ars Sacra. J. Müller, Munchen, Pr. 80 Pfenn.
Als inhoud degelijk; als uitgave een juweeltje. Misschien schrikt de arme van Assisi van zooveel weelde; maar wij, die het in volmaaktheid nog niet zoover getracht hebben, zijn nog ijdel genoeg om ons te verheugen over deze allerfijnste gave van de firma Müller.
D.
| |
Peter Lippert, S.J. Ein Kind ist uns geboren. 32 Seiten, 9 Bild der in Kupfertiefdruch. Ars Sacra, H. Muller, Munchen. 80 Pfenn.
De naam van Peter Lippert is een leuze en een program. P. Lippert is een beminnelijke apostel van het woord. Daar is telkens iets zoo echt, zoo warm-menschelijk in al wat hij schrijft. Hij stelt het geloof zoo midden in het leven en het leven zoo midden in de kern van ons geloof.
Dit is een keurboekje over het kerstekindje en het kerstfeest. Wie geeft ons daarvan een vlaamsche uitgave, maar dan zoo fijn, zoo keurig als het duitsche.
D.W.
| |
Sylvio Pellico. Mijn gevangenissen, vertaald en bewerkt door V. De Byser en R. Buckinx. Excelsior, Brugge.
Wij betwijfelen of deze zooveelste vertaling wel zoo goed is als het idee de gevangenissen weer eens uit te geven. ‘In een kalmer daglicht gezien lijkt die zaak mij totaal anders ineen’. Dit is ons oordeel en een voorbeeld van mislukte vertaling te vinden op blz. 64.
Het tweede bedrijf van ‘Hemelsche Banden’ verschijnt in het Maartnummer.
|
|