Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1926(1926)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 817] [p. 817] [1926/7] Lied van Franciscus. (na 't ontvangen der stigmata.) door Jan Hammenecker. O Jezus! dit is ongehoord! Mijn handen hebben wreede wonden; en zie, mijn voeten hoe geschonden! En, God toch! ook mijn zij doorboord! Vogel zag ik u nederslaan: korter zag ik nooit bliksem ketsen; ik voelde veel; maar niet dat kwetsen, dat me door handen en voeten en hart is gegaan. Vanbinnen was ik louter vuur. God, God, die brand, die brand hierbinnen! 'k Had, U zij dank, niet langer zinnen: 'k Was Minne pure te dier uur! En ik was blij!... Was ik tè blij, terwijl ik, in uw liefde zwemmend, en de eigene liefde niet betemmend, U schier zoo liefhad als Gij mij? Ik kon me niet bedwingen meer: Ik niet: Gij deedt mijn ziele vlammen, zóó, dat ik 't vuur niet in kon dammen... o, 'k Minde U fel; 'k beken het, Heer! Maar 'k heb ermee geen kwaad bedoeld! Of was 't een specie van benijden, dat ik om strijd met U wou lijden?... Heb ik van pijn te veel gejoeld? [pagina 818] [p. 818] Is dat Uw wraak, omdat ik streed om ook mijn prijs in minne te winnen? Wilt Gij dan steeds alleen beminnen? en straft Gij zóó, die minne beleed? Hoe schoot Ge mij gelijk een haas! Zie: 'k werd getroffen zooveel werven, dat ik van schaamte dien te sterven; want zoo te leven is te dwaas! Wat zal het volk nu zeggen, ziet het ooit deze arme voeten loopen, en sla 'k nog ooit mijn armen open, wie spot dan met dees handen niet? Ben ik nog Armoe's bruigom nu? 'k Zocht leed met haar en lief te deelen. Nu vlucht ze mij; want 'k heb juweelen, die 'k stal - zoo meent ze - stal van U! En straks denkt ieder nog, dat ik die wonden heb als loon ontvangen! ach! dat ik aan uw Hals mocht hangen, verdiende 'k zelfs geen oogenblik! Ai, 'k mag niet willen, dat men als een uitverkoren vriend des Heeren: een heilige me ga vereeren!... Heer, ben ik boos, ik ben niet valsch! o Liefste God, ontneem me weer die veel te roode zichtbaarheden; tenwaar 'k van hier naar U mocht treden op dees gewonde voeten, Heer! En dees gekwetste palmen mocht, Vriend, in uw handen vriendelijk leggen, en, hart en hart, we zouden zeggen: 'k Heb U zoolang, zoolang gezocht! [pagina 819] [p. 819] Teekening van EUG. YOORs [pagina *4] [p. *4] Joep Nicolas ST. FRANCISCUS Vorige Volgende