Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1926(1926)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] God moet mij geren zien. door Alice Nahon. God zei dat ik een liedeke moest maken, Ik zei dat ik niet kón; Hij leê mijn wijfel-hand en wilde bij me blijven, Zooals een moeder doet die 't kindeken leert schrijven, En 't lied begon! En 't lied begon te groeien uit mijn handen, lijk uit de Mei het gras En vóór ik aan dien groei, wat blom en zaad kon wenschen Stond heel mijn herte rijp van liekens voor de menschen, Zoodat ik dichter was! Zoodat ik dichter werd bij Gods Genade, Ik die, zoo zerp van ziel, Geen groote dingen wist of wijze taal van boeken. Waarom heeft Lieven Heer, mij arme, uit gaan zoeken Voor dien muzieken stiel? 'k En weet; maar tusschen ieder melodieke Waarmee 'k de menschen dien, Is 't woordeke ‘waarom’ een stille, matte schakel, Eén antwoord weet ik maar over dat zoet mirakel: God moet mij geren zien. Vorige Volgende