Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1926
(1926)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 124]
| |
Het Geestelijk Mandeken.
| |
[pagina 125]
| |
Des Dinsdags zal men dat mandeken brengen vol goede, rijpe amandelen: zijn zoete jeugd en groei, en zijn verborgen heilig leven tot zijn XXX jaren. Zooals de amandelen zijn besloten en verborgen in een harden bast, alzoo was al deze XXX jaren lang zijn goddelijke mogendheid in zijn menschheid verborgen. Des Woensdags zal men het lezen vol schoone, rijpe appelen van granaten: zijn heilig doopsel, de openbaring der heilige drievuldigheid, zijn vasten en zijn bekoring. Zooals de granaatappelen vele kernen bevatten, zoo waren er veel deugden en genaden besloten in zijn menschelijke natuur. Des Donderdags zal men het lezen vol rijpe olijfbeziën om te gedenken de heilige leering en de zoete woorden, die hij zoo barmhartiglijk medegedeeld heeft aan de behoeftigen en de armen, en waarmede hij de zondaren geroepen heeft tot genade. Aldus zal men zijn heilige leering en zijn goddelijke teekenen en mirakelen overdenken met een vroom hart, en zoete olijfbeziën daarvan maken. Des Vrijdags leest men het vol goede kastanjen met haar scherpe ommebasten. Dat was de scherpe, bittre passie, die hij lijden zou, gedenkende de zoete kern der verlossing, die ons daarvan gekomen is. Brengt hier ook mede een groene twijg van palmen, zijn heilige passie en lijden, want van den beginne zijner ontvangenis tot zijn dood aan 't kruis was zijn leven niets dan één passie en lijden. Des Zaterdags zal men brengen honigraten, dat is het kuische, reine, ootmoedige, zuivere leven der glorieuze maagd Maria. Dat overdenkende zal men daaruit maken een zoeten, genoeglijken honigzeem. En daarbij zal men nog medebrengen uit den geestelijken boomgaard de roode druiven van de ontvangenis Onzes Heeren Jesu Christi, en de witte druiven van de dienstbaarheid, die Maria Elisabeth bewees alsof zij vergeten hadde, de moeder Gods te wezen. Aldus zullen wij dit kleine kindeken dagelijks bezoeken en met ons verzoenen als wij het vertoornd hebben, en wij bidden Maria dat zij voor ons bidde. Amen’Ga naar voetnoot(1) |
|