Paulus, Isaïas, Hooglied, Psalmen, Job en...... Tobias.
In de menschelijke letteren: Homeros, Vergilius, Dante, Vondel, Shakespeare, Racine, Molière, la Fontaine.
Of nader bij ons: Wiseman, Newman, Faber (die vooral), Dickens, Benson in Engeland; Veuillot, Lacordaire, Berteaud, in Frankrijk. In Duitschland: Goethe niet; Schiller veel meer, in sommige stukken; Fritz Reuter, Weber's Dreizehnlinden, zooals Hiawatha van Longfellow, den Americaan.
En hier en daar een man, of een boek, niet altijd met grooten naam, maar met bijzondere aanpassing voor mij.
In andere kunsten, zijn er desgelijks menschen of menschenwerken: de oude christen Basilieken bij voorbeeld, en de middeleeuwsche Cathedralen, en onder de schilders: Fra Angelico, Memlinc, Raphaël. Muziek? Bach, Beethoven, Schumann... Grieg.
Ik vergeet er, natuurlijk, maar de groote brandpunten zijn wel die.
Die herlezen, herbezien, herbeluisteren is mijn hoogste genot boven alle nieuwigheid die ik kennen en, hier en daar, bewonderen mag.
Aardige keuze - is 't wel keuze? - in haar bonte verscheidenheid. Maar een oorzaak zal ze wel hebben.
Naast die vormers en brandpunten, zijn er nog aantrekkingskrachten. Zij hebben niet zoo doorslaande gewrocht, maar medegegaan of aangewezen.
Zij zijn ontelbaar en niet te noemen.
Maar ééne daarvan was: MARIA ELISA BELPAIRE.
Ik was een knaap, en wij lazen en keken in een jaargang - welken, weet ik niet meer - van Belgische Illustratie.
Ik las er: Het Kerkportaal, door Maria Elisa. Wie was dat? Niemand van ons wist het, maar er zweefde om dat verhaal iets droomerigs en iets aantrekkelijks, toen, dat sluimerende kracht deed ontwaken en verlangen naar uitwerking......
Later, in 't Davidsfonds, kwam het weer, met andere daarbij: Uit het leven.
‘O 't is een droevig liedje, dat liedeke van Scheiden.’ Weet gij dat? Die herhaalde zin, dat vers, heeft een gevoel bepaald in eene, u toen onbekende jongensziel.
En in de Warande: Landleven in de letterkunde; verlangen naar verder zien dan nauwe grens, naar Engeland vooral.
Met het weinige school-Engelsch dat toen was overgebleven, ging