In Memorium
Mevrouw Logeman-Van der Willigen †
Het berichtje in ons vorig nummer over Mevrouw Logeman's overlijden mag niet volstaan in dit tijdschrift waaraan zij vele jaren trouw heeft meegewerkt. Zij bracht telkens iets mee van de frissche Noorderlucht, die zij zelf zoo gaarne inademde. Zij was wakker als de bries die over de verre zeeën waait.
Het is verbazend wat deze vrouw gepresteerd heeft. In 25 jaren heeft ze meer dan honderd boeken vertaald: uit het Deensch romans van H. Bang, Ingebarg, Maria Sick, Svend Leopold, Oks Rung, Joh- Jögensen e.a., uit het Zweedsch o.m. werk van Per Kallström, Ellen Key; uit het Zweedsch-Finsch van Peka Malm (Säderh-Jelm) Lina Anleokski, Stäahlsers, enz.; uit het Noorsch van Björnson, John Boyer, Sigrid Undset, enz. Maar daarbij vond zij nog tijd om tal van artikels, reisbeschrijvingen, en kritieken te geven in ‘Dietsche Warande en Belfort’, ‘Onze Eeuw’, ‘Gulden Winckel’, enz.
Haar laatste vertaling: een prachtig roman van Johan Boyer ‘Vor eigen Stamme’, moest door haar echtgenoot Prof. Logeman, worden voltooid.
Ongemeen vlug, arbeidzaam en schrander was deze kleine vrouw, wier beeld treffend staat geteekend in het In Memoriam, dat hare boezemvriendin, de begaafde Deensche schrijfster Maria Sick, wijdde aan hare nagedachtenis.
‘Met Mevr. Prof. Logeman-van der Willigen schrijft ze o.m., is een zeldzame personaliteit heengegaan, een warm hart, een schitterend rijk verstand.
‘Het valt mij niet licht over haar te spreken. Zij was zoo zinderend vol van leven - hoe dàt weergeven? En zij stond mij zoo dicht aan 't harte! - ik kan ze mij niet op afstand verbeelden. Bliksemsnel was haar begrip, fijn-opmerkend haar intuitie, slagvaardig haar pittigheid; dit alles herinnerde aan het Spaansche bloed dat eertijds door Hollandsche aderen vloei-