| |
| |
| |
Boekbespreking
Algemeene atlas voor België, met 175 gekleurde kaarten en cartons, met medewerking van Dr. H. Balieus, insp. M.O.; L. Heylen, leeraar aan de normaalschool te Mechelen en J. Verschueren S.J. leeraar aan het O.V. Vrouwcollege te Antwerpen.
Uitg. J.B. Wolters, Groningen. Prijs ing. 18 fr.; gec. 22 fr.
Dit is ten minste een atlas voor België niet 'n eenigszins voor België geadapteerde fransche atlas. Het is meer dan dat: deze atlas is beter, duidelijker, zakelijker dan zijn voorgangers en... hij is Vlaamsch. De samenstellers hebben de aardrijkskunde beschouwd ‘als een wetenschap d.i. een systematisch geheel van gegevens die met elkaar in logisch verband staan’. Deze atlas brengt niet alleen die gegevens in kaart, maar tevens door dat onderling verband uitstekend werk.
Dr. T...
| |
De waarachtige ende een seer wonderycke historie van Mariken van Niemeghen die meer dan seven jaar metten duvel woende ende verkeerde. Uitg. De Standaard. Prijs 4.50 fr.
Het succes van het Volkstooneel met Mariken van Nieumeghem is een gestadige propaganda voor dit boekje. Reeds is de derde druk daarvan verschenen. Dr. M. Cordemans zorgde voor den tekst, daarin de uitgave volgend van Dr. Leendertz en E.H.J. Bernaerts, gaf enkele verklarende notas. Het handig uitgegeven boekje bevat tevens het portret van den leider, den componist, den decorateur en de voornaamste acteurs.
V.
| |
Fritz Francken: De laatste nacht van Mata-Hari en andere verhalen. Uitg. G. Janssens.
Gelukkig heeft Fritz Francken veel betere dingen geschreven, in vers en in proza. Want deze verhalen zijn heusch al te dunnetjes. Ze zijn precies zoo goed of zoo onbeduidend als de meeste schetsjes in de Parijzer Journal en Consoorten. Even weinig gevoel, maar misschien nog minder geest. Af en toe wordt het een beetje pikant gemaakt en dat werkt dan als peper op een bevroren beafsteack. Geen boek voor huis- of volksbibliotheek.
Het spijt ons te meer deze strenge afkeuring te moeten uitspreken, dat er in Fr. Francken een rassig volksschrijver zit. Hij moet echter bedenken dat te schrijven voor het volk noch een mindere, noch een gemakkelijker kunst is dan te schrijven voor enkele uitverkoornen. Hij bedenke tevens dat elk boek, dat ons volk niet schooner en, in ruimen zin beter maakt, voor ons volk waardeloos zooniet schadelijk is.
We zullen gaarne de eerste de beste gelegenheid te baat nemen om in voor hem en voor ons aangenamer bewoordingen over Fr. Francken te schrijven.
V...
| |
| |
| |
Insulinde, schetsen van land en volk van Nederl. O.-Indië, samengesteld door D. Wouters, J. van Hulzen. Inleiding door J. Koning en slotwoord door Dr. A.M. Brouwers. Noordhoff, Groningen.
Historische kennis is noodzakelijk voor een sterk nationaal gevoel. Bij een klein volk als het Nederlandsche moet in dat gevoel de koloniale factor worden ingesloten. Temeer daar Nederland door zijn bezettingen de derde komt in de rij der koloniale mogendheden. Lange jaren heeft de kolonie buiten de ziel van het volk gestaan doordat de kennis ervan haast in geen school kon worden opgedaan.
Eerst in de laatste vijf-en-twintig jaren is die toestand gelukkig veranderd. Door indische propaganda en schoolonderwijs heeft men Nederland geïnteresseerd aan het land dat zich slingert om den evenaar als een gordel van smaragd.
Van Indië uit werd die kentering eveneens noodzakelijk. De Indonesiër wil begrepen worden.
Kultureel is Indië tot een zekeren bloei gekomen van wetenschap en kunst. Het westersche element dat er enkel heentrok om geld te verdienen vindt naast zich een schare uitwijkelingen die Indië ook geestelijk ontdekken en aanvoelen met zijn kultuurwaarden.
Dit lijvige, prachtige boek bedoelt die goestelijke ontdekking en samenvoeling te bespoedigen. Het voldoet uitstekend aan zijn doel. Voor Nederlanders is het een eenig juweel.
G.v.M.
| |
E.F. Benson, De Tusschenpersoon, vertaald door J.P.M. Vlekke, uitg. Het Nederlandsch Boekhuis. Tilburg.
De strijd met moderne vreedzame intrigue-wapentjes tusschen een kunsthandelaar en een jong artist, Charles Lathom, voor de verovering van een vrouwenhart. De schilder wint het op zijn meer dan 25 jaar ouderen tegenstander die eigenlijk ook geen echte liefde voelt.
Het boek is een aaneenschakeling van de fijnste, stemmigste tooneeltjes. De karakterteekening is bizonder goed geslaagd. Daar is iets in dat verhaal dat wij Vlamingen bij gemis aan een zekere levensverfijning niet kennen, iets dat misschien best beantwoordt aan het woord ‘atmosfeer’.
De vertaling is meer dan zeer goed, ze is eenvoudig uitmuntend.
G.v.M.
| |
Dr. C.G.N. de Vooys, Taalkundige opstellen, eerste bundel, Wolters, Groningen. Gulden 5.90.
In een lijvigen bundel van circa 400 blz. zoo smaakvol en keurig van voorkomen als haast geen uitgeverij het de firma Wolters zal nadoen (dat is uitgemaakt; laat zelfs Dirk Coster sakkeren tegen de uitgevers van na 80 in Holland, ons zijn ze nog immer voorbeelden!) heeft Dr. De Vooys een eerste keuze gedaan uit zijn taalkundige opstellen der laatste zeventien jaren. Hij laat ze, behoudens enkele aanvullingen onveranderd verschijnen. Daaraan deed hij goed. Het polemisch karakter dat zijn opstellen, voorlezingen en studies hierdoor bewaard blijft, zet deze een reden van meer interesse bij. Het boek is daardoor geworden een tamelijk trouw beeld van de vereenvoudigingsbeweging waarin Dr. De Vooys in Holland de trouwhartige en een der geduchtste pioniers is. Daarbij gelde dat geen zijner argumenten, minder nog voor ons dan voor Nederlanders, verouderd of gemeenplaatsig is geworden. Schrijver zag dit zelf in en het is met ietwat ontnuchtering dat hij in zijn voorrede terecht opmerkt: ‘Was ik overtuigd geweest dat de sinds jaren verdedigde denkbeelden over taal en spelling gemeengoed geworden waren,
| |
| |
dan had ik ongetwijfeld menige bladzijde of menig opstel geschrapt’.
Hier ware 't nu wel gepaste gelegenheid om een beetje sceptisch te spreken over het groot deel illusie waarvan elk bewegen op elk gebied uit den aard der zaken zelf noodzakelijk de dupe moet zijn; maar tegenover dit mooie werk dat, na 17 jaren gebundeld, een treffend bewijs is van nog zooveel enthousiasme ‘pour la sainte cause’ en... nog zooveel illusie, ontvalt je daarvoor bepaald den moed. De twee eerste afdeelingen, beide polemisch opgevat, de eerste ‘Over schrijftafel en spreektaal, algemeen beschaafd en letterkundige taal’, de tweede over ‘Het belang van het Spellingvraagstuk’ maakt men door met als eindindruk de overtuiging dat de bekwaamste ‘avocat du diable’ het tegen De Vooys' pleidooien moet afleggen. Ideologisch is de vereenvoudigingsbeweging vrijwel onaantastbaar. Daar zit dan ook de gewone illusie eigen aan elk beweger, dat n.l. een beweging moet zegevieren van zoodra zij haar goed recht bepleit heeft en tegenover tegenstanders haar standpunt gehandhaafd. Alles moet zijn tijd hebben en het parlement, zij het ook een Hollandsche tweede Kamer, heeft nog maar zelden een NIEUWE gedachte door een wetsbepaling geïnnoveerd. Het laat zich pramen, het moet soms geneusringd worden; in zijn aard ligt het overal de laatste te zijn. Les génies se font presser...
Voor ons, Vlamingen, ik herhaal 't, is dit voor Noord-Nederlanders geschreven boek over de nieuwe spellingkwestie, haast belangwekkender dan voor henzelf. Het apostolaat van dit werk voor een kwestie waarover wij slechts verspreide lectuur in tijdschrift, brochuur of blad bezitten, heeft hier kans een reesem nieuwe aanhangers te vinden.
Toch, houd ik voor zeker dat Dr. De Vooy' goed recht, als alle goed recht, zijn vuurproef niet op 17 jaren doormaakt, even zeker schijnt het mij dat het eens glansrijk uit die vuurproef te voorschijn treedt. Daartoe zal dit mooie boek hnachtig het zijne bijdragen.
G.v.M.
| |
Lambrecht Lambrechts, Kleine Keuze.
Onuitgegeven gedichten.
(Lannoo, Thielt.)
De dichter
‘Zou nog zoo graag, in haar laatste gejubel
Zijn heilige keuze voor Limburg zien blaken;
Voor Limburg, zijn Limburg, de schoonste der gouwen
Waar rijker palet in de zonne kan branden,
Waar kleuriger bloemen de velden doorgolven
Dan waar het ook zij in de wereldwaranden’.
Zoo klinkt de hyperromantische wensch van den zanger. Lacy, ‘a... velle ad esse non valet illatio’ want dit bundeltje van den werkzamen en werklustigen Lambrechts is het onweerlegbaar bewijs dat de edelste bedoeling niet volstaat om kunst te scheppen. Ook geen volkskunst in den hoogeren dieperen zin van dit woord. We brengen - en dit volgaarne - een eeresaluut aan den rassigen landaardtrots, de onverwoestbare Limburg-liefde van den Gentschen leeraar, doch deze onuitgegeven gedichten blijven een al te zwakke uitbeelding en verwoording van de heerlijkheid der Demergouw. Het zijn de onvolgroeide of verdorde vruchten van een boom die weelderiger bloei heeft gekend. Wel treffen hier en daar in zijn balladen sommige blanke verzen - o! die plezierige
| |
| |
‘Roeland van het vlakke Demerdorp’ doch daarbuiten wat al zwakke, bloedige dingetjes. Best van alle zijn z'n volksliederen: Lambrechts' domein. Naast dit bundeltje doet het goed aan te weten dat daar in de boekenkast 's dichters ‘Limburgsche Beelden’ staan bij zijn ‘Wingewest’ en ten volle te waardeeren wat Lambrechts cultureel voor Vlaanderen heeft gedaan - niet enkel in zijn ‘Zingende Vlaanderen’ - doch vooral als de varende Zanger van de vele, opvoedkundig - saamgestelde en gegeven
M.v.H.
| |
Th. Jeske-Choinsky: De groots strijd, historische roman uit den tijd van den romeinschen keizer Marcus Aurelius, vertaald door J.P.M. Vlekke, illustraties van R. Gruszka. Uitgeverij ‘Het Nederlandsch Boekhuis’, Tilburg. Prijs ingenaaid fl. 1.20. gebonden fl. 1.75.
Het is genoegzaam bekend met wat een prijsbaren durf het Nederlandsch Boekhuis de eene uitgave na de andere lanceert. In dezen tijd van angstige duurte, met een wisselkoers die, al denken velen anders, ook den Hollander niet tot baat strekt, kunnen wij zooveel stoutheid bewonderend waardeeren. En wij doen dit zooveel te liever omdat het gehalte der werken zoo naar ons hart is. In hare keurboekerij heeft zij ons telkens beschonken met vertalingen van de allerbeste romanliteratuur van vreemde landen. Onder meer is het de verdienste dezer keurboekerij een der grootste moderne romanciers met name R. Rugh Benson, door vertaling van zijn beste werk ons nader te hebben gebracht.
Met de vertaling van Jeske-Choinsky's De groote strijd bereikt zij analoge verdiensten. Want deze schrijver is er een die zelfs in Duitschland onvoldoende gekend blijft en dus ook ten onzent met merkwaardige hardnekkigheid doodgezwegen. Er is daar in Duitschland een vrij talrijk groepje uitgesproken katholieke romanschrijvers dat in zijn eigen land zelfs als systematisch wordt genegeerd. Wie hoorde hier spreken - zonder te zeggen wie las hier? - over F. Bram, Schrott-Fliecht, Grau, Frank, Korte, Kiesgen, Lingen, Scharlau? Deze namen om maar enkele te noemen! En zouden wij meedoen met het soort protestantisme dat het ginder gedaan krijgt een hoop minderwaardigen zelfs omhoog te duwen om door die massa de katholieke schrijvers onder den voet te laten loopen?
Deze Jeske-Choinsky is een schrijver die verdient bij ons te worden ingeleid. Dit zijn beste werk in twee deelen is een grootsche visie uit den romanrijken tijd der katakomben, de reusachtige worsteling van het christendom met het heidensch Rome. Een boeiend roman, niet zoo geweldig grootsch van bouw en visie als de beroemde Quo Vadis. Den schrijver ontbreekt het ook aan de machtige gedrongenheid van Handel-Manzetti. Maar dit zullen dan ook wel de twee modellen zijn waarbij Choinsky nog leeren kan. Hij komt met dit werk zeker op het hoogteplan van Eckstein's historische romans en overtreft dezen dikwijls.
De twee deelen kosten elk genaaid fl. 1.20. Niet duur.
G.v.M.
| |
Grimm' sprookjes, 2e verzameling. - Vertaald door M. Van Vloten, geïllustreerd door B. en J. Midderix-Bockhoest en uitgegeven door de Maatsch. voor g. en g. lektuur, Amsterdam.
Weer veertig onverouderde sprookjes van Grimm, op royaal formaat uitgegeven. Uitstekend vertaald. Hoeft geen verderen lof; Grimm, Andersen, Hauff - blijven de meest geëerde gasten.
| |
| |
| |
Onder de korenmaat, M. Eliza Knuttel-Fabius, met elf penteekeningen, uit. door de M.J. voor g. en g. lektuur.
Een lieflijk verhaal. Misschien wat romantisch, maar wellicht daardoor te welkomer bij de jeugd. 't Is innig, boeiend en ontroerend. Groot formaat en duidelijke druk. Bestemd voor de oudere jeugd.
| |
Wondere verhalen van Vader Huggelebrug. I Van doove Jabik en de betooverde vogelschrik; II Van Nob en Gnob en Gnobberdebob. Tekst en teekeningen van Tjeed Bottema. Uitg. C.A.J. Van Dishoeck, Bussum.
't Eerste verhaal is voor kinderen van 9-13 jaar; het tweede voor kinderen van 7-9 jaar. Goed verteld; vooral het verhaal van Nob en zijn broers. Verzorgde, duidelijke druk.
| |
De H. Evangeliën, nederlandsche vertaling, opnieuw bewerkt, ingeleid en aangeteekend door E. Gessler S.J. - Brepols, Turnhout.
Deze vertaling wil geen aanspraak maken op volstrekte oorspronkelijkheid. In hoofdzaak is zij afhankelijk van de oude katholieke evangelievertaling. Vele wijzigingen werden echter aan deze toegebracht: het grootste aantal is gewettigd door noodzakelijke aanpassing aan het hedendaagsche taalgebruik; andere, minder talrijk, door het verlangen den oorspronkelijken tekst getrouw weer te geven.
Voor het eerste punt werd benuttigd de vertaling van Mgr. Beelen en de Cannisius-vereeniging; voor het tweede de grieksche tekst der uitgave door H.J. Vogels. Inleiding en aanteekeningen werden gemaakt naar de meest bevoegde katholieke Schriftverklaarders.
Achteraan een vergelijkende tafel der drie eerste evangeliën en een kaart van Palestina ten tijde van Jezus.
Welkome en zeer nuttige uitgave.
| |
Ieperen en de Kapucynen door P. Hildebrand O.M.C.
Met zooveel devotie als wetenschap, zoowel voor Ieperen als voor de orde waarvan hij een waardige zoon is, heeft Pater Hildebrand de geschiedenis geschreven van de Kapucynen te Ieperen te beginnen van 1249 tot op ‘den dag van heden’. De studie is een overdruk uit Franciscana, het historisch tijdschrift dat nu ophoudt te verschijnen.
| |
Von Deutscher Art und Kunst, Thomas Mann, ausgewählte Prosa. Wolters, Groningen.
Een poging, mooi geslaagd, om uit Mann's werk die bladzijden te leeren welke voor gymnasiasten genietbaar zijn en tegelijk een juist begrip laten vormen van de kunst van een der vooraanstaande na-tachtigsche duitsche prozaschrijvers. Gekozen werden fragmenten uit schrijvers beste werk.
Een uitgave die ook in Vlaanderen zeer nuttig is.
M.A.
| |
Das Wunderhorn, Erzahlungen, Geschichten und Gedichte fürs zweite Jahr door C. Brouwer en G. Ras. Wolters, Groningen.
Persyn getuigde van deze reeks dat zij behoort tot 't beste wat op 't gebied van klasleesboeken in de laatste tijden verscheen.
Als schoolboek is het boekje inderdaad een model maar niet
| |
| |
minder is het geschikt als keurlectuur aan den huiselijken haard. De illustraties van Dijkstra zijn nog wat onbeholpen maar deze teekenaar bezit een oorspronkelijk talent.
M.A.
| |
Dr. Eugeen van Oye, Godelieve van Gistel, gedramatiseerde legende uit de XIe eeuw, in vier bedrijven, 2e uitgave. Excelsior, Brugge.
Dit tooneelwerk van den oud-leerling van Gezelle, dat in 1910, bij koninklijk besluit van 29 Juli, bekroond werd met den driejaarlijkschen Staatsprijs voor tooneelletterkunde nu nog in te leiden bij den Vlaamschen lezer, is vrijwel overbodig. Minder grootsch en lyrisch dan ‘Balder’ het stuk uit de germaansche mythologie, is deze ‘Godelieve’ evenwel den volke nader gekomen en beter bekend geworden.
Ons die nu met groot genot wel is waar, dit werk in nieuwe uitgave herlezen, treft het toch wat een reuzenschrede de vlaamsche tooneelletterkunde vooruit heeft gezet sinds dit werk werd bekroond. Als tooneel kan het er voor ons bezwaarlijk nog door. Wij hebben sinds 1910 het onderscheid leeren maken tusschen lyriek en drama en dat onderscheid is zeer groot. Toch behoort ‘Godelieve Van Ghistel’ tot die dramaturgie welke wij niet vergeten of misprijzen en verdient dus de uitgeverij Excelsior allen lof die door deze fraaie uitgave er weerom de aandacht op vestigt.
G.W.
| |
De God-mensch door V. Geerebaert C. ss. R. Christuswerken. Inleiding door E.H. van Tichelen. St-Alphonsus' boekhandel, Esschen.
Dit lijvig werk van ruim 560 bladzijden is een verzameling, een om- en bijwerking, van de bijdragen ‘Evangeliebloempjes’ die sinds jaren maandelijks in de bekende Gerardusbode der redemtoristen verschenen zijn. Het was Th. Van Tichelen die dus blijkt niet alleen zelf noest te werken maar ook anderen te zetten aan studie, welke Pater Geerebaert opmaakte om met de Gerardus-artikelen een boek te bundelen. Het is nu de beste aanbeveling uit de inleiding van Van Tichelen zelf te citeeren die blijkbaar het onder zijn inspiratie door Geerebaert's werk tot stand gekomen boek niet verloochent maar er zoo tevreden over is dat hij 't terdege aanprijst: ‘Vader Geerebaert gaat zelfstandig te werk, met eigen kennis en vooral met eigen gezond verstand: hij geeft ons op eigen wijze een positief duidelijk beeld van de werken van Christus ‘die al weldoende voorbijging’. En zijn wensch is ook de onze: ‘Zoo moge het boek zijn gang door de wereld gaan! En weldra nog een broertje meebrengen, ook uit het Evangelie geboren. Want wie zoo grondig over de werken van Christus schrijft kan het even degelijk over de woorden van Christus’ Het zij zoo. Dat tweede boek van Pater Geerebaert verwachten we dus.
M.A.
| |
Verschenen: de vijfde uitgave van ‘Menschen in den oorlog’ door Andreas Latzko, bij de Wereldbibliotheek Amsterdam.
Heruitgaven van de firma J.B. Wolters, Groningen, Den Haag. VAN GODEN EN HELDEN, door J. Kleintjens S.J. en Dr. H. Knippenberg.
Dit is de zesde, zorgvuldig herziene druk. Een modelboek om de leerlingen in te wijden in de Grieksche, Romeinsche en Germaansche goden en heldenwereld; maar ook ontwikkelden zullen
| |
| |
dit werk met vrucht naslaan. Het werk wordt zelfs in sommige gestichten gebruikt als leesboek in de Nederlandsche les. Het is rijk geïllustreerd.
| |
Leesboek der Plantkunde, door Prof. Dr. E. Reinders.
Derde druk. 5.25 gulden. Dat wordt, omgezet in belgisch geld wel wat duur. Mar wie er niet voor terugdeinst zal zien dat hij waar krijgt voor zijn geld. Dit leerboek is bestemd voor de ‘gymmasia, H.B.S. met vijfjarigen cursus en lycea’. Ongemeen klaar en kompleet; en de uitgave is een juweel. Circa 400 afbeeldingen en 20 groote gekleurde platen.
| |
Grimm's sprookjes: Tweede verzameling. Uitg. der Wereldbibliotheek 2.50 gulden.
Weer veertig sprookjes uit de schatkamer van Grimm. Zoolang er kindertjes zullen zijn om te luisteren, zullen deze oude, maar onverouderde sprookjes leven.
Het boek is rijk voorzien van teekeningen, waaronder acht in kleurendruk, door B. en J. Midderigh-Bokhorst. Denk er aan voor Kerstmis en Nieuwjaar!
V.
| |
Jan Ligthart 1e In Zweden, 3e Druk, 2e Over opvoeding, 6e Druk. Ingeleid door R. Casimir. Uitg. Wolters, Groningen, Den Haag.
De verschillende uitgaven volgen elkaar op de hielen. Dit zijn weer twee keurige, handige bandjes. J. Ligthart was een groot menschen- en kindervriend. Heel zijn werk en leer is geboren uit het leven en uit zijn liefde voor het leven. Met zijn diepen werkelijkheidszin, zijn standvastig gevoel voor waarheid heeft hij zijn opvoedingssysteem opgebouwd; maar daarbij kwam ‘die glanzende goedheid, welke alles in een mild licht van zachte vergevensgezindheid ziet’ en zijn omwankelbaar vertrouwen.
V.
| |
Winterboek. - Uitg. H.M.J. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam Prijs ing. 1.95 gulden, geb. 3.20 gulden.
Het derde Winterboek van de wereldbibliotheek bevat bijdragen van J. Baudier-Bakker, R. De Clercq, A. Draeyer-De Haas, A. Van Gogh-Kaulbach, J. De Meester, H. Mooy, A. Nahon, J. Reyneke van Stuwe, W. Steenhoff, M. Van Suchtelen, G. Thiry, R. Tolman, M. Viola, K. Van de Woestyne en een lied van Luveers.
Het boek bevat, behalve tal van illustraties acht reproducties in vierkleurendruk naar Jan Steen, Fiorentino, Borgegnone en Jan Toorop.
Een prachtuitgave! Een sieraad voor leeskamer of salon!
| |
Pater Donders-Kerkboekje door M. Van Grinsven. Uitg. N. Bergmans te Tilburg.
Een klein gebedenboekje ten gebruike vooral van de vereerders en vereersters van den eerbiedwaardigen dienaar Gods, den nederlandschen pater Donders, in geur van heiligheid overleden, temidden zijner melaatschen, te Batavia, den 14 Januari 1887.
| |
Kultuur en Leven, door M.A.P.C. Poelhekke, met 16 platen, uitg. van Munster's Uitgeversmaatschappij, Amsterdam. Ing. 3.50; geb. 4.90 g.
Poelhekke is op 20 December 60 jaar geworden en dat is voor zijn vele vrienden en oud-leerlingen een gereede gelegenheid ge- | |
| |
weest om dezen pionier der R.K. herleving in Nederland, in woord en schrift, te huldigen. En bij deze hulde laat Vlaanderen zich niet onbetuigd. Poelhekke is een groote vriend van Vlaanderen, van zijn volk en zijn kunst, zijn streven en zijn strijd.
Poelhekke weet wat strijd is, want heel zijn leven is een gestadige, hoewel niet met luidruchtige wapenen gevoerde strijd geweest voor de emancipatie van zijn geloofsgenooten. Thym was de groote voorman geweest en zijn blijvende toonbeeld, kunst en onderwijs te stellen midden het groote gezonde leven, was de gedachte die heel zijn onderwijs en zijn streven op kultureel gebied geleid heeft. Zoo is de titel van zijn laatste boek als een leuze geweest, die heel zijn werk heeft beheerscht: Kultuur en Leven; doch in dezen zin: Kultuur en Leven zijn één. Een schoone, edele kultuur te scheppen uit een schooner leven dat is zijn levenstaak geweest. Hij was geen scheppend kunstenaar zooals Thym; maar hij bezit een evenwichtig-kritische geest en een rijk gemoed, die de schoonheid aanvullen kan onder welken vorm ze zich ook vertoont.
Poelhekke heeft veel gewerkt in zijn leven en de jaren die O.L. Heer hem nog moge gunnen, nu hij van de zorgen van het directeurschap der H.B.S. werd ontlast, zal hij niet in ledigheid genieten. Nu pas kan hij zich geheel gaan wijden aan de literatuur. Er is nog zooveel dat wacht: een boek over Oorlogspoeziën der verschillende landen; een boek over Ahasverus en meer andere plannen.
‘Kunst en Leven’ is weer de oogst van veel arbeid. Thym krijgt drie opstellen en ze behooren tot het beste van dezen bundel; hier komt niet alleen zijn kennis aan het woord maar de warme vereering van zijn hart.
De vijf studies over Dante, over Dante's werk en invloed op Potgieter-Perck, H. Roland-Holst behooren tot het stevigste wat naar aanleiding van Dante's eeuwfeest in Nederland geschreven werd.
Poelhekke is nooit op avontuurlijke tochten uitgegaan in de literatuur; maar het beste van alle tijden heeft hij bestudeerd en uitgediept en opgenomen in zich om het anderen, met een professorale klaarheid en stevigheid, mee te deelen.
Het is niet mogelijk in het bestek van een recensie de twintig opstellen van dezen bundel nader te karakteriseeren. Het is een flink stuk werk uit Poelhekke's arbeidzaam leven.
DE WATERKINDERTJES, een sprookje voor een landkind, bewerkt naar Charles Kingsley, door Martha Van Vloten. Uitg. voor goed en goedkoope Lektuur, Amsterdam.
Van de vele kinderboeken die op de recentietafel regenen in deze wintermaanden, is er nauwelijks een, af en toe, dat u de verrassing brengt van iets werkelijk moois en kinderlijks. De meeste zijn niet bijzonder boeiend en er zijn haast geen bij die den echten toon vinden of volhouden kunnen. Te schrijven voor kinderen is een kunst die weinigen gegeven is. Maar Kingsley is een van deze begenadigden; 't verhaal van dat schoorsteenvegertje is een van de mooiste die me bekend is. Het is zoo warm van gevoel en het sprankelt van humor en fantasie.
Het boek is schitterend bewerkt en geïllustreerd. De uitgave eenig- mooi.
|
|