Het is goed beschouwd, toch niet een uitsluitend feestelijk geval, deze zestigste verjaardag van Herman Gorter.
Want de dichter, na zijn eerste jeugd spoedig over zijn scheppingskracht heen, is wel erg vereenzaamd komen te staan, afgesneden van alles en allen, van het volle, rijke leven.
En dat juist hij, dich zich voor zichzelf bij uitstek een sociaal dichterschap droomde, die meende de zingende profeet van een nieuwen tijd te zijn, leider van onafzienbare scharen, aanvoerder van het strijdend proletariaat, de bloem der menschheid van zijn poëtische verbeelding.
Hij heeft hard gewerkt en gijverd, geschreven, gesproken en geageerd. Hij heeft zijn zeer schoon en zeer zuiver dichterschap opgeofferd, of het een beuzeling was.
En wat heeft hij gewonnen?
Hij ervoer de eene teleurstelling op de andere, hij verloor aan invloed slag op slag, hij werd lid van steeds kleiner en kleiner partijen. Door zijn nauwste geestverwanten is hij weggehoond en verdreven uit de gelederen der strijdbare communisten. ‘Gorter mist, door zijn eigen aanleg of schuld de gemeenschap met de menschen en de meeningen en is daardoor overgeleverd aan de zieke overprikkeling van het uiterste geloof aan eigen waarde’, heeft de partijgenoot W.L. Brusse eens geschreven. ‘De eenheid van het internationale proletariaat is het uithangbord, maar de erkenning van het onsterfelijk werk van Gorter (in tien deeltjes) het doel’, heeft een ander partijgenoot, Dr Knuttel, opgemerkt.
Zoo stond hij bij het ouder worden geheel alleen, als dichter al land dood, als partijman door zijn geestverwanten verlaten, in het beschavingsleven van zijn land een nauwelijks nog opgemerkte figuur.
En we hooren het den vijf jaar ouderen Toorop zeggen: ‘Vrienden - artiesten van mijn leeftijd zijn al meer uitgebrand dan ik. Als je een kracht wilt blijven, moet een kracht je voeden. Anders gaat de kunstenaar zich afvragen: ‘Waarvoor dient dat alles? - Zelf in Henriette Roland Holst begint de bron te ebben. Het politiek communisme kan die niet vullen, ook om de kleine mensch - eigenschappen: onvrede onder elkaar......’
(N.R. Ct.)
***
L.J.M. Feber, lid der hollandsche tweede kamer, is toegetreden tot onze redactie in vervanging van wijlen Professoor De Groot.
***
Te Oude-God is overleden de heer Ad. De Ceuleneer, oud-professor der Gentsche Universiteit en lid der Kon. Vlaamsche Academie. Over dezen verdienstelijken Vlaming zal Prof. Vercoullie in het Februari-nummer een artikel geven.
***
Van Herman Heijermans zijn de volgende vertalingen verschenen:
In het Duitsch: Ahasver, - Allerseelen, - Die Augen oder Jobs Wundersame Erlebnisse, - Berliner Skizzenbuch, - Diamantstadt, - Erlösung, - Ausgewählte Falklandskizzen (28),