| |
| |
| |
Naar een R.K. Internationale van den Arbeid
door J. Colsen.
‘Om iets te bereiken, moet men als van den duivel bezeten zijn. - Pour faire quelque chose, il faut avoir le diable au corps.’
Het was Alex. de Toqueville, meen ik, die zulks beweerde en herhaalde en bleef herhalen.
't Schijnt wel dat Alex. de Toqueville eenigszins herleeft in sommige onzer hedendaagsche sociale werkers, die zijn machtspreuk ongeveer aldus hebben gewijzigd: ‘om tot iets te geraken, moet men tot een R.K. Internationale van den Arbeid komen en daarom moet men als van den duivel bezeten zijn.’
En Goddank. Ze zijn ook werkelijk als van den duivel bezeten. Zonder helsche beeldspraak: flinke, stoere, niet te ontmoedigen, blijde voormannen zijn het, die den kouter door den harden bodem trekken, met taaien, vasten wil, met opoffering en toewijding, ... met liefde.
Ja, met liefde, want het zijn in-Roomsche mannen met een helderen kijk op de werkelijkheid.
Idealisten en realisten tevens.
Idealisten, die, omdat ze katholieken zijn, zich verplicht achten het Godsrijk op aarde te helpen bevestigen en uitbreiden; die het heerlijke ‘Onze Vader’ niet kunnen bidden als een ijdele, als een ledige formule.
Realisten, die durven zien wat is.
Het bedroevende, maar niet te loochenen feit dat in onze Westersche beschaving het katholicisme meer en meer op den achtergrond geraakt.
Renaissance en Hervorming hebben de ‘Chrestienté’ aan stukken geslagen. De zoo forsch ingezette contrareformatie - de Katholieke Hervorming - heeft de zgn. Philosophie der 18e eeuw niet kunnen kerstenen. En wat men de moderne wereld placht te noemen, zij doet als de groote bengel, die zijn heilige
| |
| |
moeder ontgroeid is, en hiervan het bewijs wil leveren door haar met steenen te werpen.
Niet dat het goddelijk element in de Kerk verzwakt zou zijn: noch de leer, noch het gezag, noch de wet zijn verflauwd of verbleekt, en geen enkel genademiddel heeft iets van zijn kracht verloren.
Niet dat het fiere ras der Belijders, der Maagden, der Martelaren, in één woord der Heiligen, zou zijn uitgestorven.
Christus leeft in zijne Kerk, om nooit te sterven. En tot het einde der wereld is er voor den mensch geen heil buiten Hem.
Maar in werkelijkheid is de moderne wereld, onze wereld, van het katholicisme vervreemd. In werkelijkheid zijn wij katholieken, als katholieken, en als groep, grootendeels teruggedrongen uit het grootsche beweeg, dat de huidige menschheid beroert.
De éénheid, de R.K. harmonie der Middeleeuwen schijnt voor altijd gebroken. Het beschaafde Heidendom, dat reeds zooveel ‘avondlanden’ heeft gemaakt, doet onmenschelijke pogingen om te heerschen, om alleen te heerschen. 't Is alsof het werkelijk, in letterlijken zin, van den duivel is bezeten.
Zoo is de toestand. Zoo durven zij hem zien.
En dan, die groote schare, voor Wie O.L. Heer van zoo'n innig medelijden getuigde, de groote massa arbeiders - product der moderne industrie - wat een verkeerde ideeën, wat een kromme verhoudingen hebben ze van het leven dat Jezus Christus is, vervreemd en verwijderd!
Ook dat feit, vooral dat feit, zien de besten onzer sociale werkers zeer scherp.
En, wat nog beter is, dat voelen ze diep, als een schrijnende wond in hun fijngevoelige ziel.
Die nederige, schamele lievelingskinderen van ons aller Heiland, zij moeten, zij zullen gered!
Het ‘Instaurare omnia in Xto’ van Paulus, door Pius X zoo schitterend onderstreept, onze voormannen hebben het in hun fiere vaandel geschreven, met de bedoeling speciaal de arbeiders tot den Christus te brengen.
Een reuzentaak!
Een onmogelijkheid, zeggen kleingeloovigen.
| |
| |
Een heerlijk, een ontroerend werk voor wie gelooft en vertrouwt en lief heeft.
Het blijft de glorie der Katholieke Kerk, dat ze in haar schoot, onder haar kinderen, zelfs in de droevigste tijdperken van haar bestaan, steeds de spankracht vindt ter genezing en vernieuwing.
***
In de laatste maanden van het jaar O.H. 1922, nam Henri Hermans, de voorzitter der Federatie van R.K. Werkliedenbonden in Nederland, het initiatief tot eene internationale conferentie van vertegenwoordigers der katholieke arbeiders-organisateis aller landen.
Hoe verteederend, hoe vertrouwvol klinkt de oproep:
‘De wereldorde neigt ten ondergang. In vele Europeesche Staten is het economische en politieke leven geschokt tot in zijne grondvesten. Overal eene mentaliteit, een zedelijke verwording, die verergert met den dag.
De volkeren snakken naar redding, naar hartelijk samenwerken, naar verzoenende liefde. Een kordaat “terug naar Christus” kan hun angstig verlangen bevredigen.
Helaas! waar zijn de elementen van verzoening volgens den geest van Onzen Heer Jezus Christus? De vijanden van ons geloof gaan hand aan hand om hun onzalig werk te volvoeren, terwijl de dienaren van Christus, de leden Zijner Kerk, gescheiden blijven, als waren ze elkander vreemd, ondanks de roepstem van den opperpriester en Vader aller Katholieken, die met aandrang broederliefde predikt.
Daarom moesten wij, die de katholieke arbeidersbeweging in verschillende landen vertegenwoordigen, de Katholieke arbeiders der gansche wereld tot elkander trachten te brengen.
Onze tegenstanders hebben het beproefd van de arbeiders eene internationale macht te maken: wanorde en verwarring zijn de wrange vruchten van hun pogen.
Mogen wij geen beter resultaat verhopen, als wij, geleid door ons geloof en met de liefde van Christus bezield, de Katholieke arbeiders vereeni- | |
| |
gen als broeders, om in de economische en sociale verhoudingen tusschen arbeiders van alle naties, de levenbrengende beginselen te doen heerschen van het Christendom? Dat zou een ernstige slag zijn, den rampzaligen invloed der goddelooze Internationale toegebracht. Welk een voorbeeld ook voor de wereld, de orde te zien herleven op den wortel van het Christendom!
Met die hoop bezield, noodigen de Katholieke arbeidersvertegenwoordigers van Nederland hunne collegas uit andere landen tot eene Internationale Conferentie op 6 en 7 Januari 1923 te Konstanz aan de Bodensee.’
Men zou er confereeren, zoo luidde het voorstel der uitnoodiging, over wezen, noodzakelijkheid, doel en programma der Standsorganisatie, en eventueel over het stichten eener Katholieke Arbeidersinternationale.
Hoe breed ook opgezet, betrekkelijk bescheiden was het resultaat dezer eerste ontmoeting: alleen België, Duitschland, Nederland, Oostenrijk en Zwitserland waren officieel te Konstanz vertegenwoordigd.
Maar er was ten minste begonnen, het goede zaad was gestrooid, en het is den ingewijden niet ontgaan van welke vèrstrekkende beteekenis het te Konstanz onderteekende communiqué kan worden voor de toekomst.
Het moge hier volgen in extenso:
I. - De huidige wereld bevindt zich in een toestand van innerlijk en uiterlijk verval. Socialisme en kapitalisme vertoonen reeds de kiem der ontbinding. Alleen de onbewimpelde terugkeer naar de beginselen van het Christendom kan de hechte grondslag zijn eener nieuwe orde.
II. - De arbeidersklasse, meer dan wie ook, is het slachtoffer der maatschappelijke verwarring. Ondragelijke toestanden hebben den arbeiders het bewustzijn bijgebracht dat er wanorde heerscht in de samenleving.
De arbeiders hebben oog voor stoffelijke goederen op de eerste plaats. In het algemeen voelen ze weinig voor een levensbeschouwing, die steunt op bovennatuurlijke, goedsdienstige en zedelijke beginselen. Het gevolg dezer materialistische levensopvatting, is de
| |
| |
verdeeling der maatschappijen in klassen die elkander bekampen.
III. - Om dien ellendigen toestand te helen, moet het katholicisme middelen gebruiken, in overeenstemming met de tegenwoordige sociale verhoudingen.
Om zich te doen kennen en te doen gelden, moet het rekening houden met de werkelijke behoeften en krachten der in werkelijkheid bestaande standen. Dit geschiedt voornamelijk door het oprichten van katholieke Standsorganisaties, welke ten doel hebben de maatschappij van de ware levensbeginselen opnieuw te doordringen. Het is een feit dat de verschillende standen tegenstrijdige belangen hebben, en toch is er mogelijkheid de bestaande moeilijkheden op te lossen, wanneer wederkeerig de rechten en plichten van elken stand worden erkend en geëerbiedigd. Maar om dat te bereiken, moet de christelijke naastenliefde tot volle ontplooiing komen in het sociale leven.
In die Standsorganisaties op katholieken grondslag worden de leden zoo gevormd, dat ze de christelijke beginselen op alle levensterreinen met overtuiging verdedigen en toepassen, en daardoor het christendom zoowel in 't openbaar als in het private leven ten volle tot uiting brengen.
IV. De voorbereidende Conferentie van Konstanz, gezien den tegenwoordigen toestand, meent dat het dringend noodzakelijk is in alle landen katholieke Standsorganisaties te stichten en tot bloei te brengen. Zij meent zich speciaal verplicht een theoretisch en praktisch, maar bovenal actueel programma uit te stippelen eener katholieke arbeids-internationale, en dat programma te verdedigen op een Internationaal Congres van Katholieke arbeiders.
***
In Augustus 1923 - onze mannen zijn immers als van den duivel bezeten! - zou te Würzburg het Internationale Congres worden gehouden. De bezetting van de Ruhr, met haar nasleep van politieke en psychologische verwikkelingen, deed het voorloopig bureau afzien van dit besluit.
Maar uitstel is geen afstel.
En ideeën zaaien en verdedigen kan men overal
| |
| |
ten allen tijde en op allerlei wijze.
Zijn ideeën toetsen aan die van een ander is ze trouwens verhelderen en verdiepen; ze onderwerpen aan het oordeel van den Vader der Christenen is voorzichtig, voorbeeldig en kiesch.
Dies werd er contact gezocht en gevonden met sociale voormannen in verschillende landen, om in den geest van Konstanz voort te bouwen.
Dies togen in de Meimaand 1923 een drietal onzer leiders naar Rome, om Zijne Heiligheid Pius XI in een particuliere audientie eene nota aan te bieden over 't goede recht der katholieke Standsorganisaties.
In die nota wordt de draagwijdte en de beteekenis van het streven naar Standsorganisatie, zoo duidelijk, zoo scherp omlijnd, dat we meenen het stuk in zijn geheel hier vertaald te moeten weergeven:
‘Willen we den wensch van Paus Pius X z.g. “Instaurae omnia in Christo” volledig vervullen, dan moeten we noodzakelijkerwijze kunnen rekenen op de actie der leeken. Deze moeten in hun eigen sociaal milieu en in hun eigen klasse, den katholieken geest brengen, welke de hedendaagsche burgerlijke en economische instellingen moet kerstenen. Katholieke-sociale actie, wier beginselen en leidende regelen alleen door de Kerk en door de Kerkelijke overheid kunnen worden vastgesteld, - moet worden gevoerd op burgerlijk terrein door bevoegde leeken.
Voor dat doel, moet de katholieke actie zich specializeeren naar de bestaande werkelijkheden der huidige maatschappij. De leden dezer maatschappij zijn gegroepeerd, niet alleen volgens hun kunne of leeftijd, maar ook volgens hun verschil van cultuur, die feitelijk overeenkomt met het verschil der standen waartoe ze behooren.
In de moderne samenleving oefent de arbeidersstand een belangrijken invloed uit en draagt groote verantwoording, die een speciale vorming eischen voor katholieke sociale actie.
Daarom meenen wij, dat katholieke Standorganisaties, zooals die in verschillende landen bestaan, aanbeveling en aanmoediging verdienen. Ze zijn een blijvende band voor hen, die door hun positie in aanmerking komen om de katholieke beginselen te
| |
| |
verdedigen in de wereld van de nijverheid en den handel, van den gesalarieerden arbeid en in de politieke en sociale lichamen.
Daarbij prangt de dringende noodzakelijkheid om in elken stand een keurkorps te vormen, door middel van retraites, studiekringen, apologetische cursussen, etc., voor arbeiders, landbouwers en intellectueelen.
Zijne Heiligheid Benedictus XV had deze beweging reeds met sympathie overwogen en goedgekeurd, speciaal voor den arbeidersstand.
Elke organisatie, welke zich ten doel stelt het Christianisme te verdedigen en te beschermen in het sociale leven zal onvoldoende blijven, zonder deze fundamenteele organisatie, die in de verschillende standen persoonlijkheden vormt, bekwaam en bevoegd voor hun taak en tegelijkertijd volbloed katholiek.’
- Zijne Heiligheid Pius XI heeft onze pelgrims - wie denkt hier niet aan beroemde bedevaarten uit de jaren 1903? - met welwillendheid, met liefde ontvangen. Zijn zegen rust op het werk en op de zorgen onzer leiders. Wij varen op veilig en zeker compas, want geviseerd door onze bisschoppen, geviseerd door onzen Vader den Paus van Rome.
En nu, voorwaarts! zoo denken en zeggen onze pelgrims.
Ondanks alle strubbelingen en moeilijkheden van internationale politiek, ondanks allerlei gevoeligheden en teere vraagstukken, ons idee niet opgegeven, ons ideaal niet verlaten!
Konstanz was een bescheiden succes, maar een succes.
Laten we Konstanz herhalen op breeder schaal, en meerdere landen zien te winnen voor de idée der Standsorganisatie.
Trouwens, de gedachtenwisseling met vooraanstaande leiders uit verschillende landen had voldoende doen uitkomen hoe noodig het is tot eenzelfde opvatting en éénzelfde programma te geraken voor eene katholieke arbeidersorganisatie. In één woord, het bleek uit alles, dat men het volkomen eens is onder katholieke sociologen over het ‘wat’, maar niet over het ‘hoe’, en dat over dit laatste te praten valt.
| |
| |
Hoe haastig en gehaast sommige practici ook mogen zijn, het blijft een gebiedende eisch geen breede beweging op touw te zetten voor dat de allernoodzakelijkste theoretische problemen zijn opgelost. Om eensgezind te handelen moet men eensgezind denken.
Het was dan ook zeer juist gezien door de leden van het voorloopig bureau, nogmaals een studiecongres te beleggen.
Kalm, waardig en vastberaden klinkt de uitnoodiging tot de bijeenkomst, die plaats had te Antwerpen op 19, 20 en 21 Juli van dit jaar:
‘Vertegenwoordigers der Katholieke Arbeidersbonden van verschillende landen zijn 6 en 7 Januari 1923 te Konstanz samen gekomen om middelen te beramen tegen de voortwoekerende onverschilligheid in zake godsdienst, onder de arbeidersmassa.
Alleen de terugkeer naar de beginselen en den geest van het Christendom in economische en sociale instellingen kan vernieuwing brengen ter verheffing der volkeren.
Laten de Katholieke Arbeidersbonden van alle landen dat edelmoedige en vruchtbare idee naar voren brengen.
Zijn de tijdsomstandigheden niet gunstig om een Internationaal Congres bijeen te roepen, dat hierin uitspraak zal doen, de studie en de gedachtenwisseling omtrent het vraagstuk van de herkerstening der arbeiders, door middel eener gezamenlijke actie der Katholieke arbeidersbonden in alle industrielanden der wereld, schijnt vele katholieke leiders een acuut, een actueel, een levensbelang.
God alleen weet welke later de vruchten zullen zijn van ons pogen en van onzen goeden wil.’
Als werkprogram werd voorgesteld:
I. - Onderzoek naar het godsdienstig peil der arbeidersklasse over de gansche wereld.
II. - De roeping der katholieken in de huidige maatschappij. Het gewicht der Katholieke Standsorganisaties.
III. - De door katholieken in te nemen stelling tegenover eene kapitalistisch- of socialistisch - ingerichte samenleving.
IV. - De plicht der katholieken in het openbaar
| |
| |
leven. Hun taak in wet- en raadgevende lichamen, om de sociale wetgeving te bevorderen en de arbeidersklasse te verheffen.
V. - Sociale werken in de Katholieke Standsorganisatie der Werklieden.
VI. - De katholieken en het Internationaal Bureau van den Arbeid.
VII. - Te treffen maatregelen met het oog op een Internationaal Bureau ter bevordering van Katholieke Standsorganisatie van arbeiders.
Een werkprogram, zoo rijk, dat het niet gansch kon worden afgewerkt en enkele ondergeschikte rapporten moesten vervallen.
Maar vruchtbare, troostvolle, veel - belovende dagen waren 19, 20 en 21 Juli te Antwerpen, èn om het aantal vertegenwoordigende landen, èn om de overeenstemming in de voornaamste punten èn om de langzame maar zekere wording eener sterke, hechte Katholieke Internationale van den Arbeid.
Waren vertegenwoordigd: België, Duitschland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Spanje, Tsjecho - Slovakije en Zwitserland.
Engeland en Amerika ontbraken te zeer om te gewagen van een echte Internationale in engeren zin; toch is Antwerpen een aanmerkelijke vooruitgang op Konstanz.
Wat betreft de punten waarover de verschillende afgevaardigden tot absolute eensgezindheid kwamen, ze zijn in de volgende conclusies met algemeene stemmen vastgesteld:
I. - Het is van belang in elk land een zelfstandige arbeidersorganisatie te hebben, die moet trachten de katholieke moraal te doen doordringen op elk gebied harer actie.
Deze organisatie moet elke actie bevorderen, die ten doel heeft de zedelijke, geestelijke en economische verheffing van den arbeiderstand; zij moet in dezen geest haar invloed doen gelden op het openbare leven des lands.
II. - a) Tot bevordering der godsdienstige, economische en maatschappelijke belangen van den arbeidersstand, is het begrijpelijk en gerechtvaardigd dat de katholieke arbeiders een rechtmatigen invloed op het openbaar leven trachten te verkrijgen, en hunne
| |
| |
katholieke standsorganisatie er naar streeft, hen voor deze taak op te voeden.
b) Het is noodzakelijk, dat de Katholieke arbeiders in de politieke partijen, die krachtens hare beginselen, aanspraak kunnen maken op hunne stemmen, zich vertegenwoordigd zien door mannen die metterdaad hun vertrouwen genieten.
III. - a) Er wordt opgericht een permanent Bureau, waarin zijn vertegenwoordigd de katholieke Standsorganisaties of gelijksoortige vereenigingen van België, Frankrijk, Duitschland, Nederland, Zwitserland, Italië, Amerika en Engeland.
b) Van dit Bureau zijn respect. voorzitter en secretaris H. Hermans (Nederland) en Dr. L. Colens (België). Adres van het Bureau: Kunstherlevingslaan, 14, Brussel.
c) Doel van het Bureau is: 1) propaganda te maken voor de idee der Katholieke Standsorganisatie, en 2) internationale conferenties en congressen van katholieke algemeene Werkliedenvereenigingen voor te bereiden.
d) Ieder jaar zal een Conferentie of Congres gehouden worden.
IV. - Het streven moet zijn ook invloed uit te oefenen in het Internationaal Arbeidersbureau te Genève, zoodat daar rekening worde gehouden met de katholieke overtuiging.
Het is ondoenlijk in het korte bestek van een tijdschriftartikel, het gansche verloop der Conferentie op den voet te volgen. Enkele, meer markante momenten toelichten, en, vooral, het zachte, maar zekere toekomstgloren aanduiden en doen liefhebben, is trouwens van meer belang.
Markante momenten - het subjectieve gluurt hier natuurlijk door alle mogelijke spleten - markante momenten waren er te beleven in overvloed. Maar geen als de openingszitting.
Was het de intimiteit der eenvoudig-voorname Belpaire-stichting - ons vergaderhuis; - de zalige, rustige idee van zich uitsluitend onder broeders te weten; de koesterende glimlach van den heiligen organisator St-Vincentius à Paulo, die ons op zijn feestdag onbewust ontroerde; was het de schoonheidsweel- | |
| |
de der toekomstvisioenen die ieder congressist onwillekeurig oproept; was het misschien dat alles te zalmen?... er heerschte een stemming dien schoonen namiddag van 19 Juli 1924 in de Bomstraat te Antwerpen, als op een intiem familiefeest, waar men zich te goed doet aan elkanders tegenwoordigheid.
Een kort en zakelijk begroetingswoord... en aan 't werk.
Men zou dus eerst, onbevangen en eerlijk, het godsdienstig peil vaststellen der katholieke arbeiders over de gansche wereld. Even zoo goed had men kunnen zeggen dat onze dierbare moeder de H. Kerk in haar sterk - gehavende plunje te kijk zou worden gezet door de beste harer zonen uit alle landen.
Treurnis, diepe treurnis overstelpt ons als Frankrijk komt getuigen dat in zijn geographie zwarte plekken komen van 25, 30 en 50% ongedoopten; dat de overgroote massa arbeiders praktische materialisten zijn, dat men de Kerk verouderd meent, dat er een crisis van vertrouwen woedt, dat de zwakkelingen tot de Kerk komen om te worden beschermd, terwijl de sterkeren naar het Socialisme gaan, dat ze DE arbeiderswereld noemen.
Wie onzer wist dat Engeland, ondanks zijn meer dan tien duizend bekeerlingen per jaar, toch gestadig achteruit gaat wat betreft het percentage katholieken? Van 1/18 zijn de katholieken gedaald tot 1/19 der bevolking. Londen telt 227.000 katholieken; daarvan gaan er 73.000 naar de H. Mis. En wie niet gaan vooral: de arme, misleide arbeiders.
Duitschland met zijn verbrokkelend protestantisme, zijn ontzaglijke menigte socialisten en communisten, zijn politieke verwarring en verdeeldheid, kan ten minste nog bogen op een flinke kern katholieke arbeiders. Maar het kraakt en scheurt aan alle kanten, en wee het katholicisme in Duitschland, als men geen doortastende maatregelen treft.
Evenzoo in Nederland, waar de katholieken, na langen, hardnekkigen strijd, zich hebben vrijgevochten uit de verdrukking, doch dat ook, nu meer en meer de groot-industrie er bloeien gaat, zijn katholieke arbeiders nauwelijks terughoudt uit de klauwen van het socialisme.
't Was om te schreien toen de afgevaardigde van Tsjecho - Slovakije vertelde van den millioenenafval
| |
| |
in zijn land. Dat honderdduizenden van stakkerds, - door eeuwen van Christendom geadeld, bij het verfoeilijke Communisme belanden, het is hemeltergend droef.
Luxemburg met zijn 95 p.h. katholieken en 50 p.h. industrie-arbeiders lijdt sedert de staking van 1921 groote verliezen op organsatiegebied. Maar treurig - welsprekend zijn toch wel voor dat katholieke land, de cijfers van 11.000 socialisten - georganiseerden tegen 3500 katholieken.
In het katholieke Spanje staan de industrie-arbeiders in het algemeen onverschillig of vijandig tegenover de Kerk. De anti-clericale pers, het gebrek aan katholiek onderwijs, het socialisme dat welig tiert in Madrid en Barcelona, richten met den dag nieuwe verwoestingen aan.
In Italië dan! Het land van Mussolini, wat zelfs sommige verdwaasde katholieken benijden, een volbloed Italiaan, die zijn temperament geweld aandoet om objectief te blijven, kwam ons volmondig bekennen: Italië denkt en voelt niet katholiek, - onze arbeiders zijn socialisten en het Fascisme is anti-katholiek.
Maar 't allerdroevigste rapport was dat van België.
Arm Belgenland! Arm heldenvolk!...
Het betoog van Dr Colens schroeit en brandt mij nu nog in de ziel. Zijn noodkreet blijft nog lang nagalmen.
België - ziedaar ongeveer de opzet - is een uitgelezen observatieterrein om de ontkerstening der arbeiderswereld te bestudeeren - België heeft geen gemengde bevolking wat betreft de godsdienst. België is katholiek in zijn privaat en openbaar leven.
België kan roemen op zijn bisschoppen, zijn talrijke, hoogstaande seculiere en reguliere priesters.
Katholieke werken, ze bestaan in elke parochie.
Katholieke scholen, er is voor gezorgd en gezwoegd zooals nergens.
Het middelbaar onderwijs is voor drie kwart katholiek. Leuven gaat groot, en terecht, op zijn katholieke hoogeschool.
Dertig jaar lang is België gezegend geweest met
| |
| |
een katholieke regeering, katholieke meerderheid en katholiek program.
En toch! tachtig procent der volwassen Belgische arbeiders komen niet meer in de kerk, kennen geen bovennatuurlijk leven meer, zijn beschaafde heidenen die hun armoede aan geestelijke en godsdienstige waarden zelfs niet meer voelen.
En nergens in den lande is verbetering te bespeuren. Overal gaat men achteruit op godsdienstig gebied. De Kerk staat buiten het volksleven, trekt niet, wekt geen vertrouwen.
Hoe dat komt? - Omdat de arbeiders geen sociale vereenigingen hebben gevonden bij de katholieken, om hun rechtmatige belangen te verdedigen, zijn ze elders gegaan, nl. bij de Socialisten en daar lijdt hun geloof immer schipbreuk.
Niets, absoluut niets heeft geholpen. Men moet in België katholieke, sociale vereenigingen hebben.
Zoo sprak een man van de practijk.
Waarom was gansch België niet daar om het te hooren?...
Markante momenten!
Dat niemand terugschrikt om aan te pakken; maar integendeel zich aangordt voor den strijd, na zulk een stortbad van ontgoocheling.
Op wereldlijk terrein zijn we verslagen, maar we zien het ten minste in, en we weten zelfs waarom.
Onze methodes waren ofwel verouderd ofwel onvoldoende, wij moeten ons meer gaan aanpassen; een fabriekschristianisme vinden; het Evangelie, dat van alle tijden is, opnieuw vertalen in moderne taal; de natuurlijk - gegroeide standen erkennen en in hun kader treden; liefhebben, altijd opnieuw en nieuwe vormen scheppen der onvergankelijke naastenliefde.
Wij moeten den virus van het egoisme, die de gansche maatschappij doorziekt, terugdringen, door het vormen van kern - gezonde katholieken, die nieuw en gezond leven wekken, te midden hunner kranke broeders.
Met die ideeën - de ondergrond der Standsorganisatie - ging de gansche vergadering enthousiast accoord.
En dat stemt hoopvol voor de toekomst.
| |
| |
Markant mag misschien ook heeten het wijze wachten van Henri Hermans met een Internationale van den Arbeid. Als er iemand is, die er naar snakt, dan hij. En toch is hij het geweest die voorstelde een permanent Bureau te stichten. Te wachten dus, totdat nog meer verdieping zij bereikt, totdat Amerika en Engeland mobiel zijn gemaakt.
‘Het verband van een permanent Bureau, is niet zoo sterk als dat van eene organisatie, schreef Hermans in de Volkskrant, maar ongetwijfeld praktischer. Eene organisatie zou meer binden, maar daarom juist minder kunnen uitvoeren. Hier is meer vrijheid van beweging behouden zonder initiatief en actie te schaden. Het gevolg zal zijn, dat voor geen enkel land bezwaar bestaat, om mede te werken, en de geregelde samenkomsten zullen de principieele eenheid, die er ook is, ook meer en meer grondslag doen zijn van practisch werken.’
Het is de taal van een aanvoerder, die zeker is van de overwinning, op voorwaarde dat hij het juiste moment van ingrijpen weet te kiezen.
‘God alleen weet, welke later de vruchten zullen zijn van onzen arbeid en van onzen goeden wil’, zoo werden we aangemoedigd in de uitnoodiging voor de Antwerpsche conferentie.
Niemand zal het betwisten.
Maar naar menschelijke berekeningen, als alle teekenen niet bedriegen, komen we weldra in alle landen tot de overtuiging dat R.K. Standenorganisaties met alle kracht moeten worden bevorderd. En dan behoeven we geen R.K. Internationale van den arbeid meer te stichten, dan komt ze van zelf.
Intusschen onze eerbiedige hulde aan de stoere voormannen, die als van den duivel zijn bezeten.
|
|