of machines of administraties, maar tegen de groote natuurkrachten midden dewelke hij leven moet...... (Hij loost 'n diepe zucht.) Kon ik maar naar het front terug gaan!...
Dr. BOEHMER. - Zijt gij dan hier niet gelukkig?...
GEERTEN (schouderophalend). - Geluk!... Maar hier is het een omgeving waar alles me teneerdrukt, wijl ginder alles me kan opbeuren... ginder was het een leven van Daad... geen verwatering, geen verwijving... het fabelachtige avontuur waar ik mijn kracht voelde groeien... en hier (grijnslachend) mandolinen-heimwee.
Dr. BOEHMER. - Leven is zich aanpassen, Geerten...
GEERTEN. - ... aan de groote levenswetten, aan de Natuur die ons omringt en ons beheerscht, daar stem ik in toe; dan is die aanpassing een vermeerdering een viktorie. Hier is 't een vermindering en een lafheid... Ik wil naar ginder terug.
Dr. BOEHMER. - Onzin. Hier ook hebt g'uzelf te affirmeeren.
GEERTEN. - Hier moet men een sterke persoonlijkheid zijn om zijn omgeving te beheerschen; om door zijn omgeving niet te worden neergedrukt. U kunt dat, dokter. Ik niet... ik ben slechts 'n gewoon, zwak mensch... maar ginder, ziet ge, tegenover de Natuur, is het voldoende mensch te zijn om te triomfeeren.
Dr. BOEHMER. - Ge kunt toch niet ernstig naar zulk een leven van brute barbaarschheid verlangen!
GEERTEN (dof). - Ja... wij moeten opnieuw barbaren worden... om onze jeugd te hervinden, om boven onszelf te kunnen uitgroeien...
Dr. BOEHMER. - Gekheid! Gij die hier reeds van den vrede genieten moogt...
GEERTEN (hem in de rede vallend). - Vrede?... (Bitter.) Hier is d'uiterlijke vrede en... d'innerlijke oorlog. (Dr. Boehmer kijkt hem verwonderd aan.) Wel ja... wijl ginder: uiterlijk krijg, maar innerlijk vrede... (Dof.) Hier staat in heimelijke vrees en angst de dood steeds in mijn denken...
Dr. BOEHMER. - ... en ginder!?
GEERTEN. - ... ginder is het een makker zon-