Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1921
(1921)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 298]
| |
Nederlandsche rechts- en bestuurstaalOnder dezen titel wenschen wij hier eene reeks bijdragen te doen verschijnen om een zuivere Nederlandsche terminologie te vestigen en te doen ingang vinden op rechtsgebied en op bestuursgebied. Alwie, om welke reden ook, kennis neemt of kennis nemen moet van de officieele Vlaamsche stukken die in het Staatsblad bekendgemaakt worden of van onze openbare besturen uitgaan en voor het volk bestemd zijn, klaagt er terecht over, dat meest al die stukken in een onhebbelijk, ja volkomen slecht Nederlandsch zijn opgesteld en tevens dat er in de gebruikte terminologie niet de minste eenheid bestaat. Welke de oorzaken van een zoo betreurenswaardigen toestand zijn, willen wij thans niet nagaan: het volstaat dien toestand vast te stellen en er op te wijzen dat, waar, krachtens de taalwet van 1898, de Vlaamsche stukken in de meeste gevallen even officieel, even wettelijk zijn als de Fransche, die stukken behoeven onberispelijk te zijn in taalopzicht. Deze bijdragen worden geschreven om alwie gelast is meê te werken tot het opmaken van die Vlaamsche stukken (rechters, notarissen, deurwaarders, burgemeesters, schepenen, secretarissen, ambtenaren, vertalers, enz.), in staat te stellen een zuivere, vaste terminologie te gebruiken. Zoo verwaand zijn wij echter niet, te gelooven dat wat wij op dit gebied schrijven en voorstellen, niet voor critiek vatbaar is: wie beter weet, schrijve het ons. Zijn schrijven zal steeds welkom zijn, wanneer het deze twee hoofdbeginselen in acht neemt: 1° De Nederlandsche rechts- en bestuurstaal moet één zijn in gansch het Vlaamschsprekende land; 2° Al onze termen en uitdrukkingen moeten overeenstemmen met de regelen der algemeene Nederlandsche taal. K.B. | |
[pagina 299]
| |
I.Témoin: GetuigeIemand die tegenwoordig is bij eene handeling, hetzij op verzoek van hem die deze handeling verricht, hetzij op last van het openbaar gezag te wiens overstaan zij verricht wordt, ten einde door zijn getuigenis te kunnen bevestigen dat die handeling heeft plaats gehad. Inzonderheid met betrekking tot gevallen waarin de tegenwoordigheid van zoodanige personen vereischt wordt. (Woordenboek der Ned. Taal, IV, Getuige, 1.) | |
A.Actes notariés = Notarieele akten1. Témoin dans les actes notariés = getuige bij (niet in) notarieele akten. ‘...getuigen, alle vereischten bezittende om bij notarieele akten als zoodanig te dienen’ (Ned. Wet NotarisambtGa naar voetnoot(1), art. 25); - ‘getuigen bij akten’ (Jordens, Ned. Wet Notarisambt, 1905, bl. 65); - ‘de getuigen bij alle akten’ (S.V.E., De Wet op het Notarisambt, 1863, bl. 94); - ‘getuigen bij notarieele akten’ (J.P. Sprenger van Eijk, Regt en Wet, Tijdschrift voor het Notarisambt, XX, 121); - ‘De getuigen bij notarieele akten’ (Cremers, Aanteekeningen op de Nederl. Wetboe' en, III, nr 560); - ‘...als getuige bij een testament optreden’ (Id., l, nr 5995); - ‘getuigen bij testament’ (Id., nr 5985). Aanmerkingen. - a.) Waarom ‘getuige bij’, niet ‘getuige in’? De getuigen, genomen om tegenwoordig te zijn bij het verlijden van notarieele akten, zijn niet verschijnende personen (comparanten) of partijen in die akten; zij zijn slechts daarbij tegenwoordig tot bewijs der echtheid daarvan. Getuige bij notarieele akten geldt kortheidshalve voor getuige tegenwoordig bij notarieele akten of getuige bij het verlijden van notarieele akten. b.) Is er sprake van een uitersten wil of testament, dan wordt er ook geschreven: témoins du testament = getuigen van een uitersten wil. | |
[pagina 300]
| |
‘ne pourront être pris pour témoins du testament par acte public’ (Code Civil, art. 975) - ‘Tot getuigen van eenen uitersten wil, bij openbare akte op te maken, kunnen niet genomen worden...’ (Ned. Burg. Wetb., art. 991, § 2). 2. = Témoins appelés pour être présents AUX... = Getuigen genomen om tegenwoordig te zijn bij... In art. 975 C.C.Ga naar voetnoot(1) staat: ‘ne pourront être pris pour témoins du testament’, in art. 980 C.C.; ‘les témoins appelés pour être présents aux testaments’, in art. 37 C.C. (wet 7 Januari 1908): ‘les témoins produits aux actes de l'état civil’, in art. 260 Pr. Civ.Ga naar voetnoot(2): ‘les témoins seront assignés’. a) Waar het notarieele akten geldt, zijn pris en appelés blijkbaar synoniemen en kunnen zij beide vertaald worden door genomen; de getuigen bij zoodanige akten worden inderdaad, in de meeste gevallen, door den notaris zelf gekozen. ‘Tot getuigen van eenen uitersten wil, bij openbare akte op te maken, kunnen niet genomen worden...’ (Ned. Burg. Wetb., art. 991, § 2). ‘...mogen mede niet tot getuigen genomen worden...’ (Ned. Wet Notarisambt, art. 24, § 2). ‘...zullen daarbij als getuigen kunnen genomen worden...’ (Ibid., art. 24, § 4). b) Produits bedoelt veeleer het feit, dat de getuigen door de belanghebbende personen zelf zijn gekozen en bijgebracht. Les témoins produits aux actes de l'état civil (C.C., art. 37) -. De getuigen, van welke men bij de akten van den burgerlijken staud gebruik maakt. (Ned. B.W., art. 20.) Témoins produits en justice = getuigen in rechten, voor het gerecht bijgebracht. c) Assignés (gedagvaard) geldt voor rechtsvorderingen en strafzaken. Voor deze vorderingen en zaken wordt ook gebruikt appelés - opgeroepen. appelé à comparaître = opgeroepen om te verschijnen. ‘Si un témoin, dûment appelé, ne comparaît pas’ =- ‘Indien een getuige, behoorlijk opgeroepen, niet verschijnt...’ (Ned. Wetboek Burg. Rechtsv., art. 217). | |
[pagina 301]
| |
‘De meest gereede partij zal bij exploit doen oproepen de deskundigen...’ = ‘De partij zal worden opgeroepen...’ (Ib., art. 188). 3. Notaire assisté de deux témoins = notaris bijgestaan door twee getuigen. 4. Acte passé en présence de deux témoins = akte verleden in tegenwoordigheid (Ned. Wet Notar., art. 23), in het bijzijn (van Dale, v° Getuige) van twee getuigen. 5. Témoin sachant signer = getuige, die zijnen naam kan teekenen (Ned. Wet Notar., art. 23), bèkwaam om te teekenen (K.V.Ga naar voetnoot(1) gedrukt stuk nr 59, 1920/1921). 6. Témoins de l'un ou de l'autre sexe = getuigen van het mannelijk of van het vrouwelijk geslacht. (Ibid). Témoins sans distinction de sexe = zonder onderscheid van kunne. (Ibid). Les témoins devront être males,... = de getuigen moeten zijn manspersonen... (Ibid; Ned. B.W., art. 20), van het mannelijk geslacht (Ned. Wet Notaris., art. 23). Témoin instrumentaire et témoin certificateur, a) Als algemeene regel geldt, eenerzijds, dat ‘de akten worden verleden voor twee notarissen, ofwel voor éénen notaris bijgestaan door twee getuigen, Fransche Staatsburgers, bekwaam om te teekenen en hebbende hunne woonplaats in het gemeentelijk arrondissement waar de akte verleden wordt.’ (Ventôsewet, art. 9), en, anderzijds, dat ‘de naam, de betrekking en de verblijfplaats van partijen den notarissen moeten bekend zijn of hun in de akte moeten worden bevestigd door twee hun bekende Staatsburgers, die alle vereischten bezitten om notarieele getuigen te zijn’. (Ib., art. 11). In het eerste geval (art. 9) heet men de getuigen ‘témoins instrumentaires’; zij zijn bij de akten tegenwoordig alleen om door hunne handteekeningte bewijzen | |
[pagina 302]
| |
dat die akten inderdaad verleden werden en dat wat in die akte is vastgesteld, werkelijk is geschied. In het tweede geval (art. 11) heet men de getuigen ‘témoins certificateurs’; zij dienen inderdaad niet om het bestaan der akten en de echtheid van dezer vermeldingen te bewijzen, doch slechts om aan den notaris den naam, de betrekking en de verblijfplaats der in de akten verschijnende personen bekend te maken, ingeval die personen den notaris zelf niet bekend zijn. De ‘témoins certificateurs’ verschillen van de ‘témoins instrumentaires’ vooral daarin, dat gene niet, zooals deze, aan de akte authenticiteit verleenen; de ‘témoins instrumentaires’ zijn, als het ware, één met den notaris; de ‘témoins certificateurs’ zijn, om zoo te zeggen, één met de verschijnende personen, daar zij dienen om eene hoedanigheid, namelijk bekendheid, aan te vullen (S.V.E., loc. cit., bl. 78). Verder dient te worden gezegd dat, wanneer bij iedere notarieele akte de tegenwoordigheid van ‘témoins instrumentaires’ vereischt wordt, de ‘témoins certificateurs’ alleen dan optreden als de notaris zelf partijen niet kent. b) Ook in het Strafwetboek is er sprake van ‘témoin instrumentaire’ en ‘témoin certificateur’, namelijk bij artikel 31, 4°, waarvan de Fransche tekst luidt: ‘Tous arrêts de condamnation à la peine de mort ou aux travaux forcés prononceront, contre les condamnés, l'interdiction à perpétuité du droit: 1°.. 2°... 3°... 4° D'être juré, expert, témoin instrumentaire ou certificateur dans les actes;...’ c) In Nederland schrijven meest al de rechtsgeleerden ‘instrumentaire getuigen’ voor ‘témoins instrumentaires’ (S.V.E., loc. cit., bl. 123; De Boer, Handleiding voor het Notarisambt, III, 1900, bl. 207; Cremers, loc. cit., nrs. 5978, 5992, 5997.) In België werd voor ‘témoin instrumentaire’ geschreven Bijwezende getuige (De Hondt, Strafwetboek, 1867). - Te verwerpen in taalopzicht. Bijwezen als onz. st. ww. is thans in onbruik (Woord. Ned. Taal, II2, v° [...] 66 6.) | |
[pagina 303]
| |
Welkende getuige (Bellefroid, Dict. termes de droit, 2e druk). - Ook te verwerpen. De getuige, al is hij een onontbeerlijk bestanddeel voor de authenticiteit der notarieele akten, werkt niet, zooals de notaris werkt; hij neemt geen deel in de uitoefening van het notarisambt; hij staat enkel den notaris bij. Onzes dunkens, kan er dus geen sprake zijn van ‘werkende’ getuigen. Steunende op den aard van de opdracht der ‘témoins instrumentaires’, zooals die door de wet is omschreven, meenen wij dat de beste Nederlandsche uitdrukkingen zijn: Getuigen bij notarieele akten (Ned. Wet Not., art. 25); Notarieel getuige, notarieele getuigen (Kramers, Gallas); Bijstaande getuigen (Woord. Ned. Taal, v° Bijstaan, A, 1.). d) Voor ‘témoin certificateur’ wordt geschreven in Nederland: Attesteerende getuigen (S.V.E., loc. cit., bl. 123; De Boer, loc. cit., bl. 200). In België: Bevestiger (De Hondt, loc. cit.). Volgens het Woord. Ned. Taal is bevestiger iemand die iets bevestigt, bekrachtigt, dus niet alleen voor notarieele akten, maar ook voor alle andere zaken. Het geldt hier echter nader aan te duiden dat er alleen sprake is van getuigen bij notarieele akten in den zin van artikel 11 der Ventô sewet. Op zich zelf is bevestiger alleen dus niet voldoende. Bevestigende getuigen (De Hondt, loc. cit.) Verklarende getuigen kunnen beide aangenomen worden. N.B. Voor ‘être témoin instrumentaire ou certificateur dans les actes’ lezen wij in de Hoon (Grondbeginselen van het Belgisch Strafrecht, 1896, bl. 58 en 82): ‘als getuige in of over akten staan’. Ook Bellefroid neemt deze uitdrukking over. 8. Témoin idoine = Geschikte getuige.
Karel Brants |
|