Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1921(1921)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] [Verzen] Straatzanger Door 't stille treuren van de avondstraat, Waar in de regen glimmert een lantaren, Zeurt droef een wijsje bij muziek van snaren. Er zingt een zanger en het uur is laat. O, wie zoo eenzaam door den avond gaat. Langs doode huizen, die hun droom uitstaren. Moet wèl veel weemoed in zijn hart bewaren. Dat hij zijn lied zoo slepend weenen laat. De stem zingt zachtjes van voorbije dagen, Van 't blije leven en van bleeken dood, Van jonge liefde en van grooten nood. Het lied klinkt smartlijk en de snaren klagen. Door 't stille treuren van de avondstraat Zingt er een zanger en het uur is laat. H. Kuitenbrouwer. [pagina 85] [p. 85] Donkere avond Een trillend, groen-wit licht aan verren rand... In 't huiver-kille duister blafte een hond: Een doffe roep langs 't trieste, wijde land. Waarover rondom vól het donker stond. En angstig door de stille nacht begon 't Geluid te leven: Echo's, die de wand Der nacht weerkaatste. Honden in het rond Antwoordden luid en lang aan allen kant. Van verre hoeven door den zwarten nacht, Huilde omhoog een angstig-lang geblaf. De schrille roep der honden als een klacht. Nu komt de winter nijpend-fel en stroef, En moordt het leven van de landen af. En alles wordt nu eenzaam, doodsch en droef. H. Kuitenbrouwer. Vorige Volgende