briefje te plakken met den naam van de afdeeling, dien van den voorzitter en de volgorde der sprekers en onderwerpen. Volstrekt af te keuren is het dat men aan iedere afdeeling den last liet om den eigen urenrooster vast te stellen. Zulks komt de inrichtings-commissie toe, daar anders iemand die twee of meer afdeelingen wil bezoeken onmogelijk kan weten wanneer de zaken waarin hij belangstelt aan de orde komen. Men moet gemakkelijk van de eene zaal naar eene andere kunnen gaan. Ook is het in Holland, als ik me niet bedrieg, gewoonte op het Philologencongres, na iedere bespreking eene pooze van een tien minuten te laten, zoodat het in- en uitgaan zonder storing kan geschieden. Bij deze inrichting van den arbeid is er slechts plaats voor drie of ten hoogste vier mededeelingen op een voormiddag. Maar dat schaadt niet; wie van 9.30 tot 13 uur onophoudend heeft moeten opletten, zooals b.v. het ambt van den Voorzitter der afdeeling het meêbrengt, die heeft in de congresdagen een zwaren arbeid geleverd, verre van eene ontspanning gevonden te hebben. Ook zijn tusschenpoozen uiterst geschikt voor kennismakingen, een zeer nuttig iets op congressen, waar persoonlijke aanraking dikwijls het tastbaarste resultaat der bijeenkomst blijkt te zijn.
Hierop zal men mij met reden antwoorden dat het onmogelijk was het getal mededeelingen per afdeeling te verminderen zonder het getal afdeelingen te verhoogen of meer dagen te zetelen. In de huidige omstandigheden was het natuurlijk zeer gewenscht al het hoofdwerk op één dag af te handelen en dit moest begrijpelijker wijze tot overlast van het programma leiden. Theoretisch gesproken zou een langere zittijd verkieslijk zijn waar de stof zoo overvloedig is. Want een vermenigvuldigen der afdeelingen is ook niet doelmatig, daar het veel belangstellenden in de onmogelijkheid brengt om twee onderwerpen aan te hooren die op hetzelfde uur behandeld worden. Aan een ander middel, het voorafdrukken der mededeelingen zoodat op het congres alleen de bespreking plaats heeft, daaraan is bij jaarlijksche vereenigingen niet te denken. De meeste sprekers hebben al moeite om tegen den datum der vergadering klaar te zijn: moesten zij eenige weken te voren hun arbeid gedrukt voorleggen, men zou zeker kunnen zijn dat de helft ten minste tegen den gestelden termijn niet gereed zou zijn. Wanneer een congres verschillende dagen zetelt, dan kan hij die over weinig tijd beschikt slechts op dien dag komen, waarop het voor hem interessante onderwerp behandeld wordt; anderen zullen twee dagen komen, velen het geheele congres volgen. Maar waar