Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1920(1920)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] [1920/8] Aan I.A. Alberdingk Thijm. 1820 - 1920 Tot stillen tempel hadt ge uw heerlijk leven In heilge linie moeizaam opgebouwd, De booglijn bleek, als in extase ontheven, De in-reine vrouw die vroom de handen vouwt. In 't gouden licht dat zacht kwam binnenbeven Heeft steeds uw ziel de schoonheid Gods aanschouwd, En 't orgel van uw hart liet liederen ontzweven Diep met den klank van Vondels lier vertrouwd. Uw zang verzwond. Toch, tusschen nieuwer tonen, Die met hun glans de Schoonheid willen kronen, Blijft hoogste hulde aan de Eéne trouw gebracht. Veel jongren staan op hunne baan, bewogen, Een stond nu stil, en, naar uw beeld gebogen, Begroeten zij nog diep uw reine pracht. Joz. De Voght. Vorige Volgende