Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1920
(1920)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 564]
| |||||||||||||||||||
Apologetisch overzicht.Meer dan een overzicht te zijn bedoelen deze bladzijden nietGa naar voetnoot(1). Alles aanstippen wat sedert de laatste jaren op het breed Apologetisch gebied verscheen is niet mogelijk. En opdat het geen bloot recensiewerk zou zijn zullen we meest de aandacht vestigen op de gedachten in de boeken tot de apologetische soort behoorend, weergegeven. Zoo kan de lezer met weinig moeite, de beweging van niet al te ver meevolgen. Namen we apologetica in den streng wetenschappelijken zin dan zou ons overzicht zeer kort zijn. Het terrein der apologetica werd immers de laatste jaren zooveel mogelijk verengd. We nemen liever den breederen zin en maken ons overzicht liever wat ruimer met het oog op de lezers van dit tijdschrift. En om wat orde te brengen in den stapel boeken die voor me ligt, zullen we ze rangschikken in de volgende orde, volgens dat ze handelen over
Voorop moeten we wijzen op eenige merkwaardige artikelen verschenen in de laatste afleveringen van den Dictionnaire de théologie catholique | |||||||||||||||||||
[pagina 565]
| |||||||||||||||||||
en van den Dictionnaire apologétique de la Foi catholique, twee standaardwerken die op zichzelf een heele bibliotheek vormen.
Dictionnaire de théologie catholique:
Dictionnaire apologétique de la Foi catholique.
Elk dezer artikelen door specialisten opgesteld verdient ten zeerste de aandacht én om de degelijkheid der uiteenzetting én om de rijke bibliographie die telkens opgegeven wordt. | |||||||||||||||||||
I. Handboeken van apologetica.
| |||||||||||||||||||
[pagina 566]
| |||||||||||||||||||
De apologetica werd in de laatste jaren met eenige voortreffelijke uitgaven verrijkt. En dat is verheugend. Overal immers blijft de godsdienst evenals Christus ‘een teeken van aanstoot’, het mikpunt van ononderbroken en geweldige aanvallen. De nieuwe en heilzame wereldbeschouwing die in de kracht des Geestes eens de oude verdrong wordt opnieuw in haar geheel miskend en verloochend en de dag die opging eens in 't Oosten wordt bedreigd overwolkt te worden door den nacht. 't Gaat immers niet zoozeer om een of ander geloofspunt als wel om de geloofsleer in haar geheel: een geweldige strijd tusschen duisternis en licht, tusschen chaos en orde. 't Is 't gebouw zelf der Kerk dat men neerhalen wil, 't is de grondslag zelf die ondermijnd wordt. Meer dan ooit moet met moderne uitrusting van degelijke wetenschap ten strijde worden getogen en leeken zoowel als priesters moeten op de bres staan in hetzelfde apostelenleger der ‘kinderen van het licht’. Meer godsdienstige kennis is een dringende behoefte voor eigen behoud en een noodzakelijkheid voor passend verweer. Aan middelen tot godsdienstontwikkeling ontbreekt het niet: de godsdienstlitteratuur staat in eene periode van wonderbaren bloei. Indien hart en hoofd, liefde en kennis eendrachtig samenwerken moet de victorie den kamp bekronen en het kruis van Christus boven de wereld doen stralen in de heerlijke glorie van weleer. Dat ieders verantwoordelijkheid met het stijgen van het gevaar grooter wordt weet eenieder, en dat de genadewerking Christi 's menschen medewerking veronderstelt is een geheim voor niemand. En dat het leekenapostolaat meer op den voorgrond treedt is een onloochenbaar feit. | |||||||||||||||||||
1. Garrigou-Lagrange.Dit volledig tractaat beslaat tweelijvige boekdeelen. In 't eerste wordt gehandeld over: het begrip, de mogelijkheid, de noodzakelijkheid en de kenbaarheid der openbaring; in het tweede over het feit der openbaring. Het geheel wordt voorafgegaan door een inleiding-studie (132 blz.) over de fondamenteele godgeleerdheid of apologetica. Er is een strekking merkbaar tegenwoordig om de apologetica heel en gansch af te scheiden van de godgeleerdheid. Beide wetenschappen zouden specifiek van elkander verschillen. De apologetica gaat het geloof vooraf en leidt tot het geloof doch bij middel van het licht der | |||||||||||||||||||
[pagina 567]
| |||||||||||||||||||
louter natuurlijke rede; de godgeleerdheid echter veronderstelt het geloof, redeneert op de gegevens van het geloof en komt alzoo tot de theologische besluiten. Beide methoden zijn dus totaal verschillend.
Anderen willen de apologetica herleiden tot de godgeleerdheid, en aanschouwen haar in verband met de bijzondere godgeleerdheid als de algemeene godgeleerdheid of fondamenteele. De apologetica immers, zeggen zij, verdedigt het geloof onder de leiding van het geloof zelf, 't is te zeggen, bij middel van de redenen van geloofbaarheid die door onze rede niet gevonden worden, maar door den openbarenden God zelf worden voorgesteld als op natuurlijke wijze kenbare kenteekenen der openbaring.
De apologetica staat dus positief onder de leiding van het geloof: niet dat ze hare bewijzen steunt op het geloof, maar omdat ze van God die openbaart de begrippen, de stellingen en zelfs de middelen om het geloof op natuurlijke wijze te verdedigen ontvangt (begrip van openbaring, geloof, de mirakelen enz.) 't Is dus de rede die de bewijsvoering aanbrengt en uiteenzet, maar onder de leiding van het geloof.
In zijn inleiding trekt de geleerde schrijver ten strijde om de laatste meening te verdedigen. De apologetica is als een algemeene verdediging van het geloof, de godgeleerdheid een bijzondere. Het objectum formale quod van de apologetica is de goddelijke openbaring, van de godgeleerdheid is het God als God (Deus sub ratione Deitatis). Het objectum formale quod der apologetica is het natuurlijk licht der rede, onder de leiding van het geloof, om het geloof zelf op redelijke wijze te verdedigen. Het geloof immers levert aan de apologetica het te bereiken doel en de openbarende God zelf leerde de middelen, op natuurlijke wijze te kennen, om het geloof te verdedigen. En als bepaling der apologetica geeft schrijver op: de redelijke verdediging der goddelijke openbaring (defensio rationalis divinae Revelationis).
Gewoonlijk slaat men volgenden weg in: men geeft eerst de christelijke bewijsvoering, daarna de katholieke Schrijver vindt dat men tot meer eenheid komt als men verdeelt als volgt, verdeeling die hij zelf toepast in zijn tractaat.
I. Een theoretisch gedeelte tegen het wijsgeerig rationalisme verdedigt de mogelijkheid, de betamelijkheid en noodzakelijkheid, de kenbaarheid der openbaring. | |||||||||||||||||||
[pagina 568]
| |||||||||||||||||||
II. Een positief gedeelte tegen het bijbelsch rationalisme verdedigt het feit der openbaring door Christus meegedeeld en door de katholieke Kerk voorgesteld. Dat deze voorstelling indruischt tegen de gewone methode in de meeste handboeken van apologetica gebruikt, blijkt dadelijk. Overbodig wordtaldus de voorafgaande studie, gewoonlijk opgegeven, over het bestaan van God, den godsdienst, de godheid van Christus en de innerlijke constitutie der Kerk. Deze immers behooren elk tot eene bijzondere wetenschap en niet tot de eigenlijke apologetica als dusdanig. Volgt dan in de inleiding-studie een bijzonder hoofdstuk over de methode der fondamenteele godgeleerdheid of apologetica, met een kostelijk overzicht over de methoden van apologetica en een klaar en krachtig verweer tegen de methode der modernisten. Wij hebben dus te doen met degelijk wetenschappelijk werk, diepgrondig bestudeerd en up to date. Wie het boek ter hand neemt, mag niet vergeten eerst met ernst en aandacht de inleiding door te werken. Garrigou-Lagrange is een streng scolastieker: van de scolastieken leerde hij de nauwkeurig afgelijnde indeelingen en de zoo klare en bevattelijke in-syllogismen-redeneering. Zijn werk getuigt ook van veel belezenheid: al het moderne wist hij te assimileeren en St. Thomas blijft zijn trouwe vriend. 't Oude en 't nieuwe is op gelukkige wijze dooreengeweven en 't geheel zit waarlijk stevig ineen. Een werk van groote waarde. Specialisten zullen in daartoe bestemde tijdschriften wel over een of ander wat critiek kunnen uitoefenen, doch in een tijdschrift als Dietsche Warande en Belfort zou zulks minder op zijn plaats zijn. 't Mag gezegd dat de studenten die zulk een leeraar mogen volgen van geluk mogen spreken, en vele leeraren zouden er niets bij verliezen bij Garrigou-Lagrange ter schole te gaan. | |||||||||||||||||||
2. Sertillanges.Een meesterwerk. Hoewel het eigenlijk niet bedoeld wordt als een handboek van apologetiek, rangschik ik het toch liefst bij die soort. Het kan uitstekend dienst doen als dusdanig, en met wat aanvulling van de hier niet behandelde punten zou het een prachtig tractaat van moderne apologetiek zijn. P. Sertillanges is een meester in de godgeleerdheid, een diep-denkend | |||||||||||||||||||
[pagina 569]
| |||||||||||||||||||
wijsgeer, een gewaardeerd kunstenaar en een ijverig apostel die zich weet te plaatsen midden in den modernen tijd waarvan hij al de behoeften kent. Zijn woord vliegt dan ook niet boven de hoofden weg, maar dringt door tot in het gemoed omdat hij de taal weet te spreken die verlicht en roert. In zijn inleiding schrijft hij: ‘On s'est placé, dans eet ouvrage, à un point de vue à la fois doctrinal et apologétique: mais on compte, pour convaincre, beaucoup moins sur l'apologie que sur un exposé loyal, disant: Cela est, et laissant fort souvent a “l'âme naturellement chrétienne” de conclure, après s'être consultée elle-même: Cela doit être... L'Eglise se défend toute seule.’ Schrijver wil dus meer de ware leering uiteenzetten en daardoor juist de geesten van vele vooroordeelen verlossen... ‘parce que, à notre expérience, une foule de préjugés sont ici courants, un grand nombre de vérités diminuées, et beaucoup d'autres presentées sous le jour le moins favorable par des esprits mal informés ou passionnés.’ Vooral wil hij dus positief werk verrichten. En dat doet hij met een klaarheid, een rechtzinnigheid, een waarheidsliefde en een degelijkheid die het werk als om zeggens met een lauwerkrans omvlechten. Het feit der bestaande Kerk treft vooral de aandacht en rond dit heerlijk monument dat van dichtbij beschouwd, ontleed en bewonderd wordt, worden tal van belangrijke punten gegroepeerd die als zoovele lichten branden rond het monument. In het eerste boek treft men prachtige hoofdstukken aan over: le sentiment religieux en général, le sentiment religieux et le christianisme, le surnaturel chrétien, le caractére social du christianisme, la société religieuse catholique. Het tweede handelt over: les caractères généraux de l'Eglise: eenheid, heiligheid, catholiciteit, apostoliciteit. Deze oude en blijvende kenteekenen, zoo dikwijls en zoo verscheidenlijk behandeld, komen hier in een nieuw en stralend licht te staan. 'k Geloof niet dat ze ergens zoo goed uitkomen als in dit boek. Het kenteeken der catholiciteit verdient een bijzondere studie. ‘L'Eglise est universelle de droit. Ses cadres sont tout prêts pour recevoir l'humanité entière, pour envelopper les manifestations totales de sa vie... L'humanité organisée en Dieu par le Christ, - et c'est ainsi que nous comprenons notre Eglise, - se trouve done catholique par définition: | |||||||||||||||||||
[pagina 570]
| |||||||||||||||||||
catholique en étendue, toutes les races en faisant partie à titre d'adhérentesou de candidates; catholique en durée, les temps n'ayant d'autre mission, à nos yeux humains et pour nous, que de permettre à notre humanité de se réaliser tout entière; catholique en profondeur, en ce que les éléments humains qui suscitent parmi nous les particularismes, particularismes nationaux, éthiques, sexuels, intellectuels, politiques, économiques, mondains, sans oublier le particularisme du moi source de l'individualisme: ces éléments, dis-je, se trouveront écartés... Insistons quelque peu sur cette notion de la catholicité; parce qu'elle donne lieu à de multiples équivoques, et que, mal comprise, elle pourrait provoquer le plus dangereux scandale intellectuel.’ Doorgaans immers steunt men te veel op de ‘catholicité de fait’... en dikwijls is het het eenige wat opgegeven wordt als men spreekt van de catholiciteit. En met een waren tour de force wordt het argument al te dikwijls verwrongen. Want ‘quand on jette un coup d'oeil sur la carte du monde, la prétention de notre Eglise à l'universalité paraît singulièrement démentie par les faits’. ‘Le caractère d'universalité de l'Eglise attribué à l'Eglise ne pourra jamais se juger complètement par l'extension de fait qu'elle aura réussi à conquérir. Si on la prend au début, son extension est nulle: le germe est seul, au milieu de sa matière non entamée. En a-t-il moins de pouvoir? Est-ce une raison pour lui refuser, si sa qualité interne le comporte, une valeur d'universalité qui sera chez lui une propriété, non un fait?’ ‘A aucune époque, l'universalité catholique ne consiste dans le nombre des adhérents, hommes ou peuples’. Lees heel het hoofdstuk: 't is het lezen overwaard. In het derde en het vierde boek heeft de geleerde schrijver het over: la vie sacramentelle de l'Eglise; eerst over l'idée générale des Sacrements, en over elk sacrament in 't bijzonder, dan over ‘les sacramentaux’. Altijd dezelfde diepte en zekerheid van leer, levendigheid van voorstelling en oorspronkelijkheid van vorm. Dikwijls ook een onctie als in den mellifluus Bernardus en een taal van poesie die u streelt en meevoert. Er zouden hier brokken aan te halen zijn van de fijnste letterkunde, en geweet niet wat het meest te bewonderen de verhevenheid der gedachten of den vorm waarin ze worden uitgedrukt: want de hooge gedachten gaan koninklijk gekleed. Het vierde boek toont de houding der Kerk aan tegenover het haar | |||||||||||||||||||
[pagina 571]
| |||||||||||||||||||
omringende, onder den algemeenen titel: L'attitude de l'Eglise à l'égard de ce monde, - à l'égard des religions, à l'égard de la civilisation, (civilisation matérielle, culture intellectuelle, l'art, la vie sociale, la politique, la vie internationale, la paix). Heerlijke bladzijden glanzend van licht en schoonheid. En zoo eerlijk en oprecht! Indien een andersdenkende deze bladzijden wil doorlezen met aandacht en waarheidsbetrachting dan zal hij niet anders kunnen dan met bewondering op te kijken naar die glanzende Kerk die zoo hoog boven alle aardsche systemen uitsteekt met haar toren en hij zal moeten bevinden dat Christus zelf de steen is van 't gebouw - Petra erat Christus - en zijn kruis de spits, het teeken der victorie. En uit zijn bewondering zal, met Gods genade, liefde en aanbidding geboren worden, want een groote apologetische kracht gaat uit van dit boek. Het laatste boek heeft het over: L'organisation de l'Eglise. (L'ordre divin de l'Eglise, le régime monarchique, le rôle des gouvernés de l'Eglise, le Pape, le Magistère infaillible, l'infaillibilitè au XIXe s., l'ordre épiscopal, l'ordre presbytéral, l'ordre monastique). ‘Vaisseau en tempête, l'humanité religieuse a besoin d'un équipage toujours prêt, d'un pilote sûr, d'une discipline ferme, d'une énergique bonté agissante, de rôles bien distribués et bien surveillés, tout le monde sur le pont et le regard directeur fixé sur l'étoile. Dans ces conditions seulement le voyage se fera. Et ne faut-il pas à tout prix qu'il se fasse, notre effarant voyage éternel?’ ‘L'Eglise une plus que jamais, et plus que jamais necéssaire à un monde terriblement troublé et hors d'état de se coordonner en dehors d'elle, montre à nos yeux, en même temps que ses promesses immortelles, la charte de sa durée écrite dans les nécessités historiques. Dans son apothéose dernière, qui consistera à rejoindre son Christ venant sur les nuées du ciel, la papauté mourra enfin, mais en gloire, comme meurent, au petit jour, les étoiles attardées’. Het lezen van dit boek van P. Sertillanges laat een geweldigen indruk. De waarheid weegt op u en 't licht omstraalt u, en ge voelt u fier te behooren tot die Kerk, l'oeuvre du Christ, en ge zoudt uw keel willen heesch roepen boven de rumoerige ijdelheden der wereld uit tot de afgedwaalde broeders opdat ook zij bewonderen en beminnen wat zij nu in hun onwetendheid verloochenen of voorbijgaan. | |||||||||||||||||||
[pagina 572]
| |||||||||||||||||||
‘Cette vie étonnante est là sous nos yeux, avec ses faiblesses et ses imperfections filles du temps, avec ses énergies et ses inénarrables beautés intimes ou visibles. Qu'on l'étudie, comme nous aurions voulu le faire avec moins de déficiences; qu'on y apporte, si on Le peut, plus de pénétration et plus de piété à l'égard de la vérité qui nous sauve; qu'on tourne et retourne ce problème permanent posé au monde avec sa part d'évidence et de mystère. Pourvu que les conditions soient fournies et que l'illusion invétérée ne soit pas maîtresse, la fière déclaration du Concile de Trente qui qualifie l'Eglise, “un étendard levé au dessus des nations,” pour que, par lui, se manifeste une divine présence, apparaîtra’. Over de Kerk en over zulke verdedigers mag men fier gaan. | |||||||||||||||||||
3. Van Oppenraay.In het voorwoord staat te lezen: ‘Aanvankelijk was deze Apologie niets anders dan een door Th. van Veen S.J. vervaardigde vertaling van de bekende Belgische Apologie du Christianisme par Devivier S.J. In de 2de en 3de maar vooral in deze 4de uitgave werden echter zoovele en zoo ingrijpende veranderingen aangebracht, dat wij geen recht meer meenen te hebben den naam van Devivier op het titelblad te vermelden. Behalve een groot aantal mooie aanhalingen uit andere schrijvers en de (hier en daar nog sterk gewijzigde) gang der bewijsvoering, zijn van het oorspronkelijk werk alleen het 3de en 5de hoofdstuk van het tweede gedeelte nagenoeg onveranderd gebleven’ De apologie van Devivier heeft altijd een goeden naam gehad. Na een inleidende verhandeling over het bestaan en de eigenschappen van God bewijst schrijver in de eigenlijke apologie de goddelijkheid van den christelijken godsdienst en toont de ware Kerk van Christus. Dus de gewone klassieke methode. De uiteenzetting is logisch en klaar, op verre na niet droog en koud. Overbodig den lof en de critiek te herhalen die bij 't eerste verschijnen werden gemaakt. 't Werk verdient aanbeveling en dat het gunstig onthaald is geweest bewijst deze 4de sterk gewijzigde uitgave. | |||||||||||||||||||
4. Prunel.Vooraf krijgt ge een twaalftal lofbrieven te lezen van bisschoppen. ‘Vous avez voulu exposer clairement aux intelligences contemporaines pourquoi il faut croire et ce qu'il faut croire, et vous y avez réussi. | |||||||||||||||||||
[pagina 573]
| |||||||||||||||||||
Je vous félicite de tout coeur de cette belle oeuvre, si propre à éclairer et à affermir la foi d'un grand nombre’. (Card. Amette). Daarop volgt een lange en vleiende ‘préface’ onderteekend door Mgr Baudrillart. ‘Ce qui est indispensable, en toute espèce d'études, ce n'est pas de tout savoir, ce n'est pas de posséder des connaissances multiples et indéfinies, des notions accumulées; c'est d'avoir dans l'esprit un certain nombre de points de repére, de points d'arrêt, de principes essentiels, colonnes fondamentales autour desquelles on puisse rattacher tout le reste quand l'occasion s'en présente’. Dat juist wordt bedoeld in dit werk ‘un exposé apologétique de la religion catholique, où toutes, les vérités essentielles, mais celles-là seulement, sont mises en pleine lumière, dans un esprit traditionnel, en tenant compte cependant des besoins particuliers de notre époque’. De verdeeling springt onmiddellijk in 't oog. Pourquoi nous croyons en Dieu. - Pourquoi nous crayons à la vie future. - Pourquoi nous croyons qu'il y a une religion véritable et révélée de Dieu. - Pourquoi nous croyons à la divinité de Jésus-Christ: met een laatste hoofdstuk over: l'établissement du christianisme inexplicable sans une intervention divine. Dus oorspronkelijk en persoonlijk werk, flink op de hoogte van de moderne strekkingen, en reeds een sterke dosis van wijsgeerige kennis veronderstellend in den lezer. ‘Les fondements de la doctrine catholique’ worden stevig opgebouwd. De talrijke indeelingen doen alles onmiddellijk klaar uitkomen en voor de opzoeking spoedig weervinden. In zijnen aard misschien wel de beste ‘Cours supérieur de religion’ handelend over ‘les fondements de la doctrine catholique’ in 't eerste boek. Een tweede boekdeel handelt over l'Eglise. Solied werk. De Kerk, door Christus gesticht, is ‘le prolongement même du Christ’. ‘On examine de plus près cette Eglise, sa notion, sa constitution, ses notes spécifiques, la nature de son autorité, la question de ses membres, celle de son chef, celle de ses relations avec les sociétés humaines, toutes questions très actuelles toujours et sur lesquelles il importe d'avoir des notions précises’. | |||||||||||||||||||
[pagina 574]
| |||||||||||||||||||
Over de kenteekenen der Kerk, het eigenlijk begrip en hunne draagwijdte, had ik wel een woordje meer uitleg gewenscht. Men ziet met vreugde en fierheid hoe de Kerk uitsteekt hoog verheven boven alle dissidente sekten en hoe zij midden in het moderne leven de glanzende lichtbaak blijft voor allen die tot haar willen opblikken. 't Is een groote verdienste van dit boekdeel dat vooral de moderne richtingen worden aangewezen en gebrandmerkt. Protestanten en modernisten krijgen een duchtigen slag. Op de studie van de ‘fondamenteele godgeleerdheid’ doet schrijver een boekdeel volgen over de geopenbaarde mysteries. ‘Le rôle rationnel de l'apologiste reste considérable’ ook hier. ‘Il consiste à montrer d'abord que le mystère, pour incomprehensible qu'il soit, à cause des profondeurs inscrutables de l'essence divine et des desseins de Dieu, n'est cependant pas contraire à la raison qu'il domine sans la violonter; qu'en outre, ses beautés, ses convenances, ses harmonies avec la nature humaine, les fruits de vertu et de salut qu'il produit dans le monde sont tels qu'ils le rendent croyable et qu'il n'est pas déraisonnable de lui donner son assentiment’. Dit deel handelt over: La Trinité, L'Incarnation, la Rédemption, en als bijvoegsel over la Vierge Marie. Het vierde boek loopt over: la Grâce. Het vijfde en laatste, handelt over les Sacrements. Omdat deze drie laatste niet behooren tot de apologetiek stippen wij ze enkel aan om den cursus in zijn geheel op te geven.
Deze ‘cours supérieur’ is uitstekend en voor ontwikkelden een geautoriseerd leermeester... de lofprijzingen der bisschoppen vooraan opgenomen in 't boek zijn geen louter parade. Zoo juist bereikt ons de tijding: ‘La S. Congréegation des Séminaires et des Universités... a fait adresser à M. l'abbé Prunel un diplôme de Docteur en théologie... après examen de son cours supérieur... L'Académie française vient de couronner cet ouvrage en lui accordant un prix de 1000 fr. (Prix Juteau Duvignaux)’. | |||||||||||||||||||
5. Frutsaert.Een klein en nederig, maar zeer degelijk handboekje. ‘Met dit handboekje wordt bedoeld niet een wetenschappelijke | |||||||||||||||||||
[pagina 575]
| |||||||||||||||||||
studie, maar alleen een eenvoudig leerboekje, te gebruiken bij een lageren leergang in de christelijke Apologie’. Deze opzet is misschien wel wat al te nederig. Voor lageren bedoeld kan het ook voor ontwikkelden uitstekend dienst bewijzen. De leering is zuiver, de manier van voorstellen met klare en talrijke indeelingen is treffend. De studiekringen kunnen niets beters verlangen. Het ruim succes dat het boekje ten deel valt bewijst dat, men er op wachtte... Dat getuigenis kan niet van alle boeken die verschijnen, gegeven worden. Schrijver ontwikkelt de klassieke methode, voor zijn doel wellicht de beste. ‘Onder de menschen die uw geloof niet aannemen zijn er drie soorten, en tegen elk van de drie schrijven we een deel van ons boek.
a) Daar zijn er eerst die volstrekt van geen godsdienst willen weten... De mensch moet God dienen. Hij moet godsdienstig zijn.
b) Daar zijn er anderen die beweren dat alle godsdiensten evenveel waard zijn... We moeten God dienen volgens zijne leering. We moeten christelijk zijn.
c) Er zijn er velen die de leering van Christus aanvaarden, maar die ze niet belijden, zooals wij, in den schoot der Roomsch-Katholieke Kerk... We moeten de leering van Christus belijden in de Roomsch-Katholieke Kerk’. Een kleine bibliographische opgave van enkele boeken die ter vollediging konden geraadpleegd worden, zou aan 't boekje nog meer waarde geven en het voor het gebruik nog dienstiger maken. | |||||||||||||||||||
6. Van Tichelen.‘Dit boek werd geschreven voor alle lieden van goeden wil. Nadenkende geloovigen vragen dikwijls naar studiën om hun geloof te versterken; rechtzinnige ongeloovigen naar lezing om hun overtuiging te vestigen. Beide slag van menschen mogen hierbij hun gading vinden! Daarom hebben wij enkel de hoofdvragen behandeld in deze inleiding tot het katholicisme’. Dus geen volledig tractaat, enkel de voornaamste punten, die toch samen een geheel vormen: Het bestaan van God, 's menschen ziel; Eigenschappen van God; de Schepping; Gods Bestuur; de Keus van een Godsdienst; Jesus. E.H. Van Tichelen, de zoo verdienstelijke hoofdopsteller van Ons Geloof, de schrijver van het meesterlijke Beelden uit het Evangelie, heeft | |||||||||||||||||||
[pagina 576]
| |||||||||||||||||||
en een handje van weg om de moeilijkste zaken op bevattelijke wijze voor te stellen: hij is altijd oorspronkelijk. Ook in dit werkje dat allernuttigst zal zijn voor studiekringen en mannen van studie. Het hoofdstuk over Jesus is bijzonder aantrekkelijk. 'k Had liever het 2e hoofdstuk over 's menschen ziel als eerste hoofdstuk opgegeven gezien. Nu wordt de studie over God onderbroken. Een aan te bevelen werkje. | |||||||||||||||||||
7. Le Roy.Deze die ik hier voor me liggen heb is een nieuwe uitgave, 12 duizendtal. Reeds een eerste bewijs dat het boekje in den smaak valt. 't Bedoelt te zijn een leesboek eer dan een studieboek: ‘Court exposé de la foi catholique (dogme, morale, culte) en 40 lectures’. Tot wie het zich richt verklaart de schrijver zelf: ‘Plusieurs n'ont pas lu le catéchisme, d'autres l'ont oublié, d'autres désireraient le mieux connaître. C'est à tous ceux-là que ce petit livre est offert’. Geen apparaat van hooge geleerdheid (hoewel schrijver als hooggeleerde aangeteekend staat, omwille van zijn degelijke werken), maar een bondige uiteenzetting, klaar en aantrekkelijk. Het boekje leest gemakkelijk. Zuiver positief werk. 't Lezen ervan zal voor velen een lichtstraal doen opgaan, leidend naar de kribbe gelijk de ster der wijzen uit het Oosten. | |||||||||||||||||||
II. Het Geloofsproblema. - Het Dogma.
Meer dogma onderwijzen: zoo klonk met herderlijken aandrang de vermaning van Z.E. Kardinaal Mercier tot zijne priesters in de laatste | |||||||||||||||||||
[pagina 577]
| |||||||||||||||||||
retretten. En in zijn meesterlijke brieven baant hij zelf den weg. 't Moet gezegd: onze heilige geheimen zijn te weinig gekend. De katholieken zelf weten niet altijd het juist begrip der dogma's die ze belijden, de andersdenkenden hebben er een gansch verkeerde notie van. Er kan dus niets anders dan winst bij zijn met het dogma te verklaren. Daarom ook is het met vreugde dat men werken aanstipt als boven vermeld. Hoe meer licht er schijnt rondom het mysterie, hoe gemakkelijker 's menschen geest het mysterie zelf zal aankleven dat niettegenstaande alle verklaring in zich toch duister blijven zal en een akte van geloof van ons vraagt. De kennis der geheimen is gewichtiger dan men wel meent doorgaans. Moet ons gelooven niet redelijk zijn - rationabile obsequium? - en moeten we, waar het pas geeft, ons geloof niet kunnen verklaren en de anderen te woord kunnen staan? Sint Thomas blijft de groote man van het katholieke dogma en zijn reuzenwerk - zal het wel ooit? - is nog door geen enkel overtroffen of geëvenaard. Naar hem toe wijst het hoog gezag van Paus en bisschoppen. | |||||||||||||||||||
1. Pègues.Het schoonste en kostbaarste Sint Niklaasgeschenk kan een kind niet meer verblijden dan ons verheugde het verschijnen van het boek van Pater Pègues o.p.: La Somme théologique de St-Thomas d'Aquin en forme de catéchisme pour tous les fidèles. De Summa immers is ‘le plus beau livre sur la plus belle des sciences’. Doch, zoovelen, verlangend te kunnen baden in de wateren van dit zaligend Bethsaida, zagen zich ervan verstooten omdat niemand hen bij den doortocht van den engel, kon dompelen in den vloed... Sint Thomas' Bethsaida is nu voor ieder ietwat ontwikkeld man genaakbaar geworden en we verhopen binnen kort aan onze lezers te mogen bekend maken dat ook in Vlaanderen 't genot en de welvaart van dit pogen aan ons volk zal worden toegedeeld. Pater Pègues bewees reeds een uitstekenden dienst aan de katholieke wetenschap met zijn Commentaire français littéral de la Somme théologique dat volledig zal zijn in een twintigtal lijvige boekdeelen. Doch omwille der uitgebreidheid en der veronderstelde hoogere ontwikkeling blijft ook dit weer het voorrecht der uitverkorenen. Het voedzaam brood zou ook gebrokkeld moeten worden voor de minderen die zoo dikwijls hongeren naar beter en evenals de anderen recht hebben op waarheid en | |||||||||||||||||||
[pagina 578]
| |||||||||||||||||||
veredeling des levens. Dit liefdewerk werd nu volbracht en op zeer kunstige wijze. In vorm van Catechismus wordt heel de Summa met vraag en antwoord voorgesteld, degelijk en relatief gemakkelijk. Onze hoogere uitlegcatechismussen verbleeken erbij als sterren voor de zon. Wat een zegen zou het zijn kon deze kleine Summa-catechismus het verplichte handboek worden der hoogste studieklassen! Onze jongens zouden 't leven ingaan met een sterken kop, in plaats van nu het leven in te reizen met de al te lichte ‘bagage’ der onbegrepen godsdienstwetenschap die ze meekrijgen en zoo licht verliezen onder weg. Om de gebruikte methode te leeren kennen en waardeeren schrijf ik de allereerste bladzijde over: - Dieu existe-t-il? - Oui, Dieu existe (II).Ga naar voetnoot(1) - Pourquoi dites-vous que Dieu existe? - Parce que si Dieu n'existait pas, rien n'existerait (II, 3). - Comment montrez-vous que si Dieu n'existait pas, rien n'existerait? - On le montre par ce raisonnement: - Ce qui n'existe que par Dieu, n'existerait pas si Dieu n'existait pas. Or, tout ce qui existe et qui n'est pas Dieu, n'existe que par Dieu. Donc, si Dieu n'existait pas, rien n'existerait. - Mais comment montrez-vous que ce qui existe et n'est pas Dieu, n'existe que par Dieu? - Par ce raisonnement: - Ce qui existe et n'existe point par soi, n'existe en dernière analyse que par un autre qui est par soi et que nous appelons Dieu. Or, ce qui existe et n'est pas Dieu, n'existe point par soi. Donc ce qui existe et n'est pas Dieu, n'existe en dernière analyse que par Dieu. - Et comment montrez-vous que ce qui existe et n'est pas Dieu, n'existe point par soi? - Par ce raisonnement: - Rien de ce qui a besoin de quelque chose, n'existe par soi. Or, tout ce qui existe et n'est pas Dieu, a besoin de quelque chose. Donc, ce qui existe et n'est pas Dieu, n'existe point par soi. - Pourquoi dites-vous que rien de ce qui a besoin de quelque chose, n'existe pas par soi? | |||||||||||||||||||
[pagina 579]
| |||||||||||||||||||
- Parce que ce qui existe par soi ne dépend, ni ne peut dépendre de rien, ni de personne; et que tout ce qui a besoin de quelque chose ou de quelqu'un, dépend de ce que quelque chose ou de ce quelqu'un. - Et pourquoi dites-vous que ce qui existe par soi, de dépend ni ne peut dépendre de rien ni de personne? - Parce qu'existant par soi, il a tout en lui-même et ne peut rien recevoir, de rien ni de personne. - Tout être donc qui existe et qui a besoin de quelque chose, prouve manifestement par sa seule existence que Dieu existe? - Oui, tout être qui existe et qui a besoin de quelque chose, prouve manifestement, par sa seule existence, que Dieu existe. - Que font donc ceux qui nient Dieu? - Ils affirment equivalemment que ce qui a besoin de tout, n'a besoin de rien. - Mais, c'est là une contradiction? - Exactement, et on ne peut nier Dieu sans se contredire. Deze bladzijde moge aantoonen hoe degelijk en diep de leering is en op hoe bevattelijke wijze ze wordt voorgesteld. Op de indeeling zelf dient ook de aandacht getrokken. 't Is de zoo schoone en logische indeeling der Summa zelf. Ie deel: God (opperwezen, bron en meester van alle wezen.) IIe De mensch (van God gekomen en moetende terugkeeren tot God) IIIe deel: Jesus-Christus (God mensch geworden om den mensch tot God terug te brengen). Onvoorwaardelijk worde dan deze Summa den geloovigen aanbevolen. 't Is een kostelijk boek: een boek voor 't leven: de Summa in miniatuur. | |||||||||||||||||||
2. Verhelst.Op zijne ‘Apologétique’ met critische waardeering in ‘Ons Geloof’ besproken, liet Verhelst weldra zijne ‘Dogmatique’ volgen... en belooft ons nog een boek over ‘théologie morale’ en een over ‘Les Sacrements’. ‘Nous voudrions, non pas écrire un traité de théologie, mais offrir aux laïques instruits un exposé méthodique et raisonné des points de la science théologique qu'il leur est avantageux de connaître au triple point | |||||||||||||||||||
[pagina 580]
| |||||||||||||||||||
de vue de la conviction personnelle, de la défense du dogme, du progrès de la piété solide. Notre but même nous invite à donner plus d'importance à l'explication du dogme qu'à sa démonstration’. De classieke indeeling wordt gevolgd: Dogmatique générale; dogmatique spéciale. De indeeling hooger opgegeven in la Somme théologique van Pater Pègues (t' is deze van St-Thomas zelf) hebben we liever: ze is logischer en schooner. Doch tegen een oude gewoonte ingaan blijkt niet altijd makkelijk te zijn. Bij de zoo eerlijk-mogelijke uiteenzetting van de ‘questions controversées’ aangaande de goddelijke kennis (molinisme en thomisme) helt schrijver wel over tot thomisme, doch de laatste woorden van zijnen zin vinden we wat scherp: ‘s'il fallait choisir, nous donnerions volontiers la préférence au système qui accorde le plus à Dieu (thomisme) sauf à éviter la contradiction formelle’. Verhelst heeft zeer goed werk geleverd in zijn Dogmatiek en met verlangen zien we uit naar zijn overige die volgen moeten. Mogen ze even klaar en degelijk zijn! Onze priesters en ontwikkelde leeken zullen hem voor den bewezen dienst dankbaar zijn. 't Verwijt zal niet meer mogen gemaakt worden dat het ons ontbreekt aan ernstige en practische boeken om onze geloofspunten beter en in den breede aan te leeren. | |||||||||||||||||||
3. Tuyaerts.Het dogma, het middenpunt onzer geloofsleer, blijft het groote vraagstuk. Van het dogma moeten we leven. De moraal immers is er op gegrondvest. Het dogma nu staat niet altijd voor ons, menschen van de XXe eeuw, gelijk het stond voor de oogen der christenen uit de eerste eeuwen, en onwillekeurig komt de vraag op: is dan ook hier evolutie en ontwikkeing, en is op dit gebied (een rots immers blijft wat zij is) wel ontwikkeling mogelijk? Velen zien er een verheugend teeken in van leven in de H. Kerk (want leven is groeien), anderen zien er een scandalum en schijnen geërgerd.... De theorie van evolutie en evolutionisme zoo kwistig toegepast op alle natuurlijke wetenschappen tegenwoordig werd dan ook verplaatst op het terrein der dogmen. Een heele literatuur over ‘l'Evolution du dogme’ is opgebloeid. Een en ander uit de laatst verschenen werken dient aangestipt. | |||||||||||||||||||
[pagina 581]
| |||||||||||||||||||
P. Tuyaerts is een streng scolastieker. Niet als een verwijt weze hem dit gezegd, eer als een lofbetuiging. Kan ernstige studie als een ‘étude théologique’ is, met te veel ernst worden ondernomen? En is een methode wel zoo degelijk gebleken in den loop der eeuwen als wel die der oude scolastieken? De moderne geest kan niet anders dan er bij winnen met zich weer te gewennen aan die oude disciplien. Gelijk het, vooral in deze zaken behoort, is Thomas van Aquino de rechthebbende leermeester. In 't licht van 's Meesters leering zal opvolgenlijk in deze studie gehandeld worden over:
In welken zin kunnen wij als katholieken een ontwikkeling van het dogma aannemen? Heeft God ons nieuwe openbaringen meegedeeld? Neen, met den laatsten der apostelen is de openbaring gesloten. Kent de Kerk aan een oud dogma een nieuwe beteekenis toe? Neen, aan het geheel der openbaring wordt geen iota meer veranderd. Als ontwikkeling van het dogma zal dus enkel mogelijk zijn ‘un développement de notre connaissance subjective du dogme, connaissance plus explicite de ce qui est implicitement contenu dans le dépot révélé: voilà donc la seule évolution qu'un catholique peut attribuer au dogme depuis l'âge apostolique’.
Tot hoeverre reikt die mogelijke ontwikkeling? ‘L'Eglise ne peut enseigner à ses fidèles et imposer à leur foi que les vérités réellement révélées par Dieu’. ‘Le dogme peut englober toutes les vérités immédiatement révélées par Dieu et aussi toutes les vérités médiatement révélées ou conclusions théologiques, ces dernières ayant des ramifications d'une exubérante variété’. Of iedereen schrijver volgen zal tot in zijn verste conclusies waar hij op het gebied van het eigenlijke dogma brengt: les faits dogmatiques (orthodoxie des écrits, sainteté des hommes) les | |||||||||||||||||||
[pagina 582]
| |||||||||||||||||||
matières disciplinaires, les règles de vie religieuse... zou ik niet denken. Toch meen ik dat hij het rechte eind voor heeft en men logisch moet voortredeneeren tot al de gevolgtrekkingen waartoe hij komt. Neemt men de eerste bladzijden aan - en de waarheid ervan springt in 't oog - dan moet men ook al het overige aannemen. Dit werk zit stevig ineen in zijn streng scolastieken vorm: helder en klaar, diep-doordacht, kernachtig uitgedrukt. P. Tuyaerts is een kalm redeneerend hoofd en een voorzichtig denker. Wat hij vooruitzet stevigt hij met soliede argumenten. | |||||||||||||||||||
5. Hugon.Had hij niet officëel den titel van ‘Meester in de godgeleerdheid’ we zouden hem gaarne aan den geleerden dominicaan hebben gegeven. Hij draagt hem met eer. Dit nieuwe boek na zooveel andere is er een nieuw bewijs van. Het boek is verdeeld als volgt:
‘Selon le langage de pieux mystiques, l'Eucharistie resplendit dans le ciel de l'Eglise comme le soleil parmi les astres du firmament.’ Het heilig altaarsacrament is het middenpunt, de levensbron bij uitmuntendheid. Mysterie van geloof, tevens mysterie van liefde en bovennatuurlijk leven. De Samaritaansche vrouw bij den waterput van Jacob waar ze, door genade, de bron van 't ‘water dat opspringt ten eeuwigen leven’ vinden mocht bij Jesus die in persoon tot haar sprak: ik ben de bron van 't ware leven, was niet zoo gelukkig als wij, die tot den waren en blijvenden ‘waterput van Jacob’ kunnen terugkeeren zoo dikwijls wij 't verlangen en putten mogen tot laving van onzen zielendorst. Wie er eens den goddelijken smaak van heeft, weet hoe zoet het is er telkens naar terug te keeren gelijk de dorstige hert naar de frissche waterbron. O kenden wij de gaven van God en wisten wij beter wie hij is die ons te drinken aanbiedt! De christen leere het Sacrament der liefde beter kennen om het meer te beminnen. P. Hugon's boek diene tot voorlichting van velen. Diep ernstig is zijn studie. | |||||||||||||||||||
[pagina 583]
| |||||||||||||||||||
6. Prunel:Al het goede dat we zeiden hooger over deze Cours supérieur de religion mag herhaald over deze bijzondere deelen. Handelend over ‘la cause instrumentale des Sacrements’ geeft schrijver de verschillende opvattingen weer. Wij hadden gaarne gezien dat hij zich uitsprak ten voordeele van een of andere, en liefst ten voordeele der ‘causalité instrumentale physique’ die volgens de thomistische school en de meest gezaghebbende zienswijze in de Kerk de voorkeur schijnt te genieten. Ook deze boekdeelen zijn ten volle merkwaardig. Welk een schat van leering voor ontwikkelde geloovigen!
Het ware hier de plaats om een bijzonder hoofdstuk te wijden aan het het vraagstuk der bekeering dat den laatsten tijd met voorliefde is bestudeerd. Talrijke en zeer belangrijke studies zijn over dat vraagstuk verschenen en de litteratuur der bekeeringsverhalen groeit dagelijks aan. Het argument der bekeeringen heeft ook zijn waarde in de apologetica. Doch ons overzicht is reeds veel te lang. | |||||||||||||||||||
Besluit.Aan studieboeken van apologetischen aard is dus geen te kort. De jongste boekenmarkt is er rijk van voorzien en in plaats van te jammeren over gebrek staat men eer voor de moeilijkheid om tusschen de vele de beste keuze te doen. Met deze gedachte wilden we dan ons al te lang en al te droog - hoewel onvolledig - overzicht sluiten. Vermits de belangstelling voor het godsdienstig vraagstuk zoo levendig is gebleven en er zoo groote bedrijvigheid heerscht bij aanvallers en verweerders is het de plicht ook voor de leeken zich de studie der apologetica wat meer eigen te maken. Geen studie zoo nuttig en tevens zoo aantrekkelijk. Meer overtuiging door meer kennis, meer durfkracht door meer ontwikkeling zouden onze katholieken allerbest van pas komen en moest het verweer wat meer wetenschappelijk en wat meer doeltreffend zijn, de aanval zou veel lichter gebroken worden en de schijntriomf der groot-sprekers zou van korteren duur zijn. Wij hebben allen op dit punt een zware verantwoordelijkheid en een grooten plicht. Want ‘le siècle le plus malade n'est pas celui qui se passionne pour l'erreur, mais celui qui néglige et dédaigne la vérité’ (Lamennais). M.R. Pauwels, o.p. |
|