Maar te Bayeux en te Coutances, daar staat de droom der blanke kathedraal in volle heerlijkheid; helder, slank en volkomen als bereid tot den volmaakten offerdienst; heiligdommen met aanbiddende stilte het Mysterie van 't Allerheiligste omgevend. Het zijn paleizen van rust vroom neergezet boven op hunnen verlokkenden groenen heuvel; van verre rijzen zij gracievol op uit hun zoet grijs stadjen, (misschien de minst storende stadjes der wereld voor den rustigen bezoeker).
Bayeux. Bij 't binnengaan sluit de kerk goed dicht achter u, gij daalt erin neder langs eenige trappen en eens op den lagen vloer bevindt ge u als in een huis, warm gesloten. Maar hoe verblijdt en verrukt seffens het klaar en schoongeordend geheel! 't Is Harmonie geworden tot bekoorlijkheid door de uitsplitsing van al de zuilen in bussels pijlers, als een dreef van jeugdige boomen, vol orde en vlucht.
't Getemperd licht vult de groote beuk, de dag rust hierbinnen, zonder hevigheid noch stralen, gesmolten en doofstil; vrede heerscht hier in lange uren; en alleen, in de rust, gaat men aan 't voelen, en aan 't bidden met een pelgrimshart!
Het koor ligt daar met zijn breeden vloer, de outer, vrij, als een ark hooger op, en de koorzetels in sierlijke rij voor de aanbidding; alles door een fijn en zuiver smeedwerk van ijzer en koper omgeven: ‘Pax in virtute’ is het sprekend bisschopswapen dat voorop aan dit koor te lezen staat.
Doch in Coutances staat gij eerbiedig stil bij de glorie, de blankheid die daar verzameld is in de ruime kerk: wanden, zuilen en welfsel, alles blank als Hostiën, de ruimte zelf vol met heldere zachte blankheid die u, daarhoog aan engelenvleugelen doet denken, en hier beneden, aan wollen en eenvoudigwitte pijen, die men hier zou zien wandelen.
En eindelijk komt gij aan die kroon der schoonheid, dien