Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1919(1919)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 600] [p. 600] De zaaier Zwaar dreunt 't kanon alom zijn donderslagen; de grond weerdavert van 't herhaald gestamp, de vlakte wemelt; en de lucht vol damp verkrimpt bij 't doodsgegil en 't wondenklagen. Deze avond smelt zijn rood in 't rood der branden... Met vasten stap, hoofd recht, in kalm gebaar, schoon als een beeld uit Grieksche godenschaar, rijst ginds een zaaier, zwaaiend breed zijn handen... Krampachtig huilt de strijd zijn dolste kreten en maait met volle garven levens neer... De zaaier gaat, en zaait, en bidt den Heer... Zijn laatste zaad is eind'lijk uitgesmeten. Plots huivert hij, en slaat een kruis, en gaat: opeens bewust der grootschheid van zijn daad. Vorige Volgende