Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1919(1919)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 321] [p. 321] [Verzen] Kerstnacht Op mijn dorpken in de Kempen Brandt er menig Kerstnachtvuur Waarbij 't oudje zit en peinst: ‘Waar Beidt mijn jongen op dit uur? Ligt hij op een verren voorpost? Lijdt hij in de schietgracht koû? Schuilt hij, afgelost ter ruste, In een buitenschotschen bouw? Is misschien 't gevecht aan gang, en Toont hij zich der vaadren waard Die den Boerenkrijg aandurfden Voor hun outer, voor hun haard!... In den roes der Duitsche kogels Wie valt ginder op zijn reeuw?... Wordt daar niet een graf gedolven In den verschgevallen sneeuw?...’ Oudje, uw jongen leeft en strijdt, en - Oudje, God verhoort uw beê! - Bij 't aanstaande Kerstfeest brengt hij Vrede en ook victorie meê! Kerstmis 1916. J. Simons. [pagina 322] [p. 322] Vóór 't réveil De koekoek roept zijn morgengroet ‘koekoek! koekoek!’ zoo blij Dat 't vooglenvolk in haag en kant aan 't snaatren gaat - en hij De lucht inschiet, een tuimlaar maakt zijn nabuur - koekoek na, En dat de merel spottend bekt: ‘Bekijk dien gek, ha! ha!’ De zon gaapt over de Oosterkim en blaast meteen de wei Vol perelvlammen benglend aan het kruid van groes en hei Aan kolle en winde en boterbloem; waar ook ik ga en sta 't Is al één heerlijkheid van dauw, och dat ze niet verga! Piotten, kanonnieren, die te slapen ligt ei, ei! Komt uit! geniet met volle longen 't morgenfrisch en - vei, Sa, rept u, want de hitte valt en dra is 't al te spa... Hoort! De trompetter blaast 't réveil: ‘Staat op! Staat op! Tra, ra!’ J. Simons. 2 Juli 1918. [pagina 323] [p. 323] Op schildwacht De zee ruischt in 't maanlicht bij nachtlijken wind En bruist in de branding uw naam, o kind! En de avondster, laag aan den hemelboog, Staart me aan, droef te moed, met den glans van uw oog. Op schildwacht in 't duinengras, nat van dauw, Ik waar om mij henen de waas van uw schaûw, Uw hand zoekt mijn hand, en 'k voel weer, als toen, Op mijn gloeiende wang, uw schuchteren zoen. J. Simons. Vorige Volgende