Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1919(1919)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] Vlaanderen Herrijs uit den doem van uw dood voor onze oogen, Herrijs met den zuilenden zwier van een woud, Herrijs in triomf van gebeitelde bogen, Op eeuwig graniet naar de sterren gebouwd. Herbouw U weer Belforten, kerken en Hallen, Herbouw U weer burchten van recht en gebed, En rijzen de torens weer boven uw wallen, Met feestlijker zang, na 't alarm van verzet. Maar bouw naar den geest onzer bloedende droomen, Schep nieuw elke schoonheid in steen en gedacht; Dat elk monument voor de tijden die komen Getuig van uw wil en uw durvende kracht. Herbouw met het gruis der verguizelde forten Een dak voor wie haveloos keert uit den strijd, Maar raak niet het puin van de kerken die stortten, Van al wat de kunst dezer landen belijdt. [pagina 136] [p. 136] De glorie en de arbeid van vele geslachten, Die beeldden hun eeuw in arduin of in brons, Laaide op in den angst van de razende nachten, Brak neer onder 't mookrend kanonnengebons. De heilgen en helden in marmer gehouwen, De jubel der klokken, versmacht in den gloed! Een warklomp de rijkste onzer gothische bouwen, De trots van wie stamden uit 't eigenste bloed. Het schoonste gewrocht dat de volkeren voerde Naar Vlaanderens vlakte is te gronde vergaan; Het lijkt of de demon de Hallen beloerde, En zwoer dat geen steen meer op de' ander zou staan. Laat langzaam de schaduw der dagen nu dekken De wankele wanden en 't morzelig steen; wij kunnen de dierbare doode niet wekken Met bout en met hamer, misbaar en geween. Beroer niet hun rust: laat de wereld aanschouwen; Laat Vlaanderen zien, van geslacht tot geslacht; En weze eens de schender dier eedle landouwen. Als vloek, door zijn bloedeigen kindren verracht. November 1917 Aug. Van Cauwelaert Vorige Volgende