Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1914

[p. 255]

Nevel-avond

Met donkre bussels rijst hoog hakhout langs den akker-rand

Als hoofden, willend keeren van de weiden

De nevelgolven, die zacht òver glijden,

In blanke zee verand'rend kalm, laag avond-land.

Lantarens van het dorpje als bakens langs een strand

Vertoonen vèr, waar rust en vreê verbeiden,

Aan laten wagen, die traag aan komt rijden:

Rustig klein scheepje met zwak lichtsein in het want.

Als meeuwen-zwermen, moe van prooi-begeeren,

Die, zoekend veil'ge schuilplaats voor den rasschen nacht,

Nog èven langs de vlakke deining scheren,

Zòò na een wijle toevens, tot mijn hart, dat wacht,

Al mijn verlangens langzaam wederkeeren

Om stil te rusten van wat drukke dag mij bracht.

Joh. van Dinter.