Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1914(1914)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 231] [p. 231] [Verzen] Stella matutina Sluimer-overdonsd en donker Lag ik droomend vroeg in de' ochtend, Wijl mijn drijvende oogen zochten 't Morgensterre-goudgeflonker. Vriendelijke wimperstralen, Die mij wenkt met blijden luister, Waar de zee van 't bleeke duister Ebt voor nieuwe licht-verhalen. Laag al ving de kim te gloeien Aan, en purpren vlammen brandden 't Geluw-blauw der hemelranden... Blinkend bleef mijn sterre bloeien. Gouden jubel opgevlogen Boven gloed van wereldpijnen, Doe bij nacht en dage schijnen, Gouden ster, en leid mijn oogen. Trek mijn droef-verweesde denken Stil en heimelijk gestade Als met ijle stralen-draden, Goud-geweef van wimperwenken. Stralenrijke, wier erbarmen Houdt mij aan uw lach gebonden; Overbloei mijn droeve zonden, Waar ik donker omdool, arme, Bedelarme; laat uw goud mij - Dat 'k den hemel niet vergete, - Laat me uw liefde toegesmeten, Redding-mijn, bemin, behoud mij! [pagina 232] [p. 232] Op de sont De golven zwellen voor de zon, De kaaien wijken: land, vaarwel, Waar ik geen vrede vinden kon. De wind is mee; wij zeilen snel. Waar alles mij verdorven werd Wat schoon mij daagde, liefde-waard; Verwaas in nevelige vert'! Mij lokt de zee ter zon'ge vaart. Mijn zeilend schip, mijn eenzaamheid, Mijn blijde lucht en dageraad! - Hoe wordt mijn blik zoo klaar en wijd Waar de oude wereld ondergaat! Dr Felix Rutten. Vorige Volgende