jaar - deken van Landen, moest hij, langzamerhand en ook wel uit oorzaak der kwaal die hem reeds vasthield, meer en meer afzien van het verwezenlijken zijner jeugd-droomen: het heropbeuren van eigen-dietsch en schoon leven in zijn dierbaar Limburg dat hem aan 't harte lag, van zijn kinderjaren af, als een klein, misacht en miskend, doch heerlijk schoon koninginnetje!
En nu besteedde hij al de stille kracht van zijn schoone ziel, al zijn wijsheid, al de goedheid van zijn hert, al de beminnelijkheid van zijn zachtaardig en oprecht gemoed, al de snedigheid van zijn allerfijnsten geest aan dat eenig-groot en heilig werk: zijn priesterarbeid.
Op vier jaar tijds - zoo getuigde zijn Bisschop Mgr Rutten die ook een groot Vlaming is - wist hij wonderen te verrichten in de kerstenheid Landen. Zijne pastoors aanbaden hem, zijne parochianen volgden zijne leiding met liefde en volle gedweeheid.
Toen de kwaal die hem neersloeg op al te jeugdigen leeftijd en in de volle kracht zijner buitengewone gaven van verstand en hert als onverbiddelijk gekend werd, ging bij parochianen en vrienden de bittere kreet op: hoe spijtig toch! hoe jammer!
Den laatsten keer dat hij het H. Misoffer opdroeg - dit werd bekend gemaakt door de Z.E. Heer Van Cooth die zijne lijkrede uitsprak - was het: pro amicis, voor zijn vrienden! Deze woordjes, opgeschreven in zijne koortabelle, teekenen den goeden Coob Lenaerts heel-en-gansch...
Hij werd begraven te Landen op een heerlijk-zonnigen winterdag, den 19 December. Een honderdtal priesters, allen zijn vrienden, en toegestroomd uit al de gewesten van het bisdom Luik, woonden zijne begrafenis bij met de dood in 't hert. Wat daar geweend geweest is! Andere honderden van vrienden waren niet verwittigd geweest over zijn heengaan, en weten er misschien nog niets van...
Wij vragen hun een gebed en een memento voor den goeden, envoudigen vriendelijken man die zijn Volk en Taal zóó bemind heeft en dien wij zullen blijven betreuren als iemand waarvan het verdwijnen een pijnlijk verlies blijft, een rouw verwekt die niet meer kan getroost worden.
Amicus.