Stamboom der familie Breugel
A. In 1653-54 vermelden de Liggeren een Hendrik Breugel, afzetter (enlumineur), als leerjongen bij Joris Herdevuyst.
B. Kramm vermeldt op gezag van Brulliot een F(rans) H(ieronimus) Breughel, die zou zijn geboren te Breugel, bij Breda, en die de auteur van een reeks koperplaten zou wezen, voorstellende zeegezichten in folioformaat. Eén daarvan is gejaarmerkt 1565. Verscheidene zijn geteekend F.H., andere F.H. Breughel; ook dragen zij de nota: H. Cock exc.
Deze platen zijn eigenlijk, zooals Le Blanc reeds vermoedde, het werk van Pieter I, gegraveerd door F. Huys, uitgegeven door Cock. - F. Huys was Kramm nog onbekend en deze achtte zich overtuigd, dat deze platen van F.H. Breughel waren.
N.B. De namen van de dertien Breugels, die zich op de beoefening van de kunst toelegde worden met * gemerkt. Wij behouden, voor elken schilder der familie, de naamspelling, die hij gewoonlijk zelf aanwendde.