Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1913(1913)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 423] [p. 423] Aan mijn driften Waarom uw toorn en uw verscherpt geschreeuw? Gij, die me tergt, om straks weer laf te smeeken, waant gij mijn wil als zonbeblonken sneeuw, of sprok als glas, dat kinderhand kan breken? Al dubbelde ook uw woede, al bleef 'k een eeuw nog worstlen, nooit zult ge eens uw neerlaag wreken. Want waart ge sluw als slang en sterk als leeuw, geen schree ben ik in 't heetst gevecht geweken. Stortte ooit de trans bij donderbons in puin? Boog ooit de rots bij baargebeuk haar kruin? Of beefde ooit de eik bij 't zwiepen van den heester? Wat geeft het mij of gij mijn lijf bespringt! Zoo ge ook dat vleesch beheerscht, de ziel toch dwingt ge nimmer, nu noch later. IK ben Meester! Vorige Volgende