Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1913(1913)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 245] [p. 245] Zwerverslied Wáár ik mijn tente wel opsla, Waar ik mijn leger sprei?... Hei, Leven, mijn strijdros, - hopsa! Jèng ben ik, vroolik en vrij. 'k Voel mijn kracht in mij rillen, 'k Spoor mijn steigrenden moed, Tsa, - leven is wagen en willen. Wijd zwaai ik mijn wuivenden hoed: Vaarwel, mijn makkers en magen, En Liefde in 't slepend gewaad! - Want leven is willen en wagen, want leven is durf en is daad. Ik wilde niet langer ontvangen En drinken uw kostbaren wijn; Zèlf dicht ik mijn levenszangen, Zèlf wil ik mijn gastheer zijn. - Zegt gij mijn vaarwel aan de rozen Die 'k minde in uw vredigen gaard.... Gedenkt gij den vredelooze Wen de avond uw droomen omwaart?... Wáár ik mijn tente wel opsla? - Vraagt het der sterren geschijn! Tsa leven-mijn, streven-mijn, hopsa, Heel de wereld is mijn! 'k Wil mijn wezen van verlangen, Wil mijn onrust gaan ten end', Tot waar gouden nevels hangen Over de avond van mijn lent! Streven, wijl de ring der uren Traag zijn gouden boog voltrekt Tot mijn stilte van verduren Luiden dag der vreugde wekt. [pagina 246] [p. 246] Wil in mij, wien al mijn willen Onderdanig is en trouw, Zal uw brand geheel verstillen Waar ik nieuw getijde schouw? Dag van klaarte, land der ruste, Zomerdaagsche vredigheid, Zonnig over zee en kusten Tot de kimmen van den tijd. - Bloemen in mijn hand gestorven, Korte blijheid mijner jeugd, - Blijheid weet ik onverdorven Waar mijn dag geen avond heugt. - Blijheid is mijn wil van leven, Durf van moed en pracht van daad, Trotschheid van niet-onder-geven, Tot de zon den dag verlaat. 'k Ga mijn wegen van verlangen Tot den lesten wereldzoom Tot waar gouden nevels hangen Over leven, slaap en droom. Dr Felix Rutten. Vorige Volgende