Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1913(1913)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] Daar stond een brand... Daar stond een brand van geluk op de lucht, een rilling liep over de aarde toen, aan de morgenkimmen, dien dag, Liefde's opkomst klaarde. Statig, als een prachtige vrouw met zwier van lenige leden steeg zij omhoog, en haar vlammenblik brandde de landen beneden. Over de wolken slierde haar kleed het roode, goud-doorwevene in gracielijk-lichten plooienval; haar voeten schenen te zweven. Groot als der zonne was de lach, dien ze over de wereld lachte, die zette de aarde ineens in 't licht, - en alles wachtte.... Het opgeheven aangezicht wendden de bloemen haar tegen en boomen-armen het wellekom wuifden op alle wegen. Vogels hingen in elke kroon van licht en parels bedropen, en allerlei geluid van lied sloeg in den morgen open. Heel de wereld werd één melodie van lied en licht en weelden, wijl naar den kus van haar rooden mond aller verlangens speelden. Maar Mejonkvrouw Liefde is mij alléén in 't open hart gevallen en maakte met méér dan lied en goud Mij het gelukkigst van allen. A.S. Vorige Volgende