VAN ONZEN TIJD, Juli-October 1912, wekelijksche nummers. -
Laurens Alma Tadema (M. Viola), bij den dood van den grooten schilder. -
De ‘
Spaansche Kapel’
te Florence (B. Molkenboer), slot van de fijn-kunstzinnige studie. -
Tragiek en Tragedie (H.W. Moller), slot van de belangrijke Vondel-studie. -
Het Paard in de Prentkunst (M. Viola). -
Internationale Tentoonstelling van hedendaagsche religieuze Kunst te Brussel (Felix Timmermans). -
De h. Bloedprocessie te Brugge (Okt- Steghers). -
Marie Koenen's ‘
De Witte Burcht’ (M. Viola), een welverdiende lofprijzing aan 't heel mooie boek. -
Oud-christelijke literatuur (D.J.P.). -
M. Herbert (W. De Veer), aanbeveling van de verdienstelijke katholieke Duitsche romanschrijfster en dichteres. -
Roomsche Boeken: Coloma's ‘Boy’, Anna van Krane's ‘De Groote Zondares’, Sheehan's ‘De Haarband van de koningin’. -
Weener Tentoonstellingen (Frits Leurvelt), Sesezzion. -
Vlaamsche Muzich (Ruth Klop): ‘Benoit's Oorlog’. -
Carl Larssonen David Edström (M. Viola): de twee befaamde Zweden, de schilder en de beeldhouwer. - Uit ‘de Tuinen der Koninginnen’ naar John Ruskin. -
Tentoonstelling: Walter Vaes (Maria Viola): een goedklinkend lofartikel voor onzen Antwerpschen schilder van stadsgezichten en stillevens. - ‘
Gangen en Wegen’
door Frans Erens (Maria Viola): zaakrijke recensie over het werk en rake ontleding van 's mans merkwaardig talent, zoo fijn meestal en soms zoo slordig. -
Het Sonnet (B.
Van Meurs), een leutig sonnet. -
De Nieuwste Literatuur (L.J.M. Feber), een con brio en con amore geschreven prachtstijlstuk. Hamerende gedachten en knetterende woorden. De individueelste kunst komt er slecht van af. Enkel de evolueerende tachtigers, Van Deyssel en Boutens hebben zich voor de toekomst gered. - In de aanteekeningen een lezenswaard stukje over de sfinx. -
Kairo (Wr.): een prettige wandeling door de stad. -
De Dichter Humilis en zijn werk (F.V. Toussaint van Boelaere): de kunstgenoot van Verlaine goed geschetst en met keurige aanhalingen verklaard. -
Over Helden en Heldenvereering (L.J.M. Feber): weerom een van die schitterend-karaktervolle bijdragen, zooals we er steeds van Feber mogen verwachten. Hooge beschouwingen uitgaand van Thomas Carlyle's boek: ‘Zes Lezingen over Helden, Heldenvereering en Heldengeest in de Geschiedenis’. - In alle nummers voortzetting van ‘De Tragedie eener Koningin’, vertaling van Albertine Steenhoff-Smulders. In elk nummer ook verzen, o.a. van Marie Koenen.
Met den aanvang van den nieuwen jaargang - den 13n - van Nederlands katholiek puikperiodiek komt weer een lekkere verrassing: Prof. Mr Struycken opent een nieuwe rubriek: ‘Over Staatkunde’. Hij vangt aan met een serie diepgaande beschouwingen over ‘Grondwetsherziening’ en ontleedt het ‘Koningdom’ als rechtsvorm. - Kinderportretten van Toorop (Maria Viola), een fijne ontleding, met een heerlijke reproductie. - Het Avondgebed (C. Eeckels): mooi impressionistisch proza.