Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1912
(1912)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 169]
| |||||||||||||
Rein-leven beweging in Noord-NederlandEen woordje van aanvulling moet hier komen bij dat geestdriftige en oprechte artikel van Lod. Van Mierop. En al betreuren wij het dan niet eens te zijn met hem in meer dan één punt, toch doet het goed met een andersdenkende kennis te maken die meê wil uitzien naar de middelen om het onreinleven van onze twintigste eeuw tegen te werken. Eerst en vooraf 1o erkennen we dat we veel ellende moeten bejammeren ook onder onze katholieken; 2o dat er nooit genoeg kan geijverd worden om die ellende te bestrijden; 3o dat in niet-katholieke middens de middelen door de Rein-Leven Beweging aangewend, zeer praktisch zijn, misschien de eenige praktische; en eindelijk 4o dat een tijdelijke samenwerking van katholieken met de mannen van Rein-Leven, tot het uitwerken van sommige zeer bepaalde punten van hun programma mogelijk en gewenscht is. Maar, dit toegegeven, weenen wij 1o dat hare middelen overal ontoereikend moeten zijn. 2o dat wij in katholieke omgeving (ik durf niet zeggen katholieke landen) de Rein-Leven Beweging niet mogen doen ontstaan lijk L. Van Mierop ze verdedigt. | |||||||||||||
IDie middelen zijn ontoereikend. Heel de Rein-Leven Beweging houdt geene rekening met het feit dat onze natuur door de erfzonde bedorven is, en door de gratie genezen wordt. Zoo wordt natuurlijk alles wat van bovennatuurlijken aard is over het hoofd gezien; zoo wordt - noodzakelijk - te veel belang gehecht aan middelen die van heel ondergeschikte waarde zijn nl. de voorlichting. Beschouwingen van godsdienstigen aard zooals alomtegenwoordigheid van God, de eeuwigheid van de pijnen der hel en van het geluk des hemels, de Liefde van God en vooral van Jezus tot den mensch worden eenvoudig weggelaten. Iedereen weet nochtans dat ze, zooniet altijd afdoende, dan toch heel wat sterker inwerken op het gemoed van eenvoudige menschen, van kinderen vooral, dan die redenen tot dewelke alle ‘natuurlijke’ of ‘neutrale’ menschen hunnen toevlucht moeten nemen. | |||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||
Het gebed, de bijstand van O.L. Vrouw, de heilige Sacramenten, en voornamelijk de Biecht en de H. Communie, daarover wordt natuurlijk niet gerept: en toch weten wij dat die middelen, zooniet altijd onfeilbaar, dan toch oneindig meer het karakter van den mensch de noodige sterkte geven om aan die geweldige strooming weerstand te bieden. Zoo worden al die krachtige middelen, die wij, katholieken, tot onze beschikking hebben, wel niet veroordeeld maar heelemaal ontoereikend verklaard en effenaf opzij gezet.Ga naar voetnoot(1) Dat is een eerste erge misstap. De middelen daarvoor in de plaats gesteld zijn volstrekt niet in staat om ze te vervangen. Want buiten de vorming voor het verstand, buiten de groote kracht verleend door de vereeniging van een sterk getal mannen en vrouwen, die het oprecht meenen, kan ik in de Rein-Leven beweging niets vinden dat me zou sterker maken tegen het kwaad. En nu moet er toch na Förster, dien Lod. Van Mierop zelf aanhaalt en aanprijst, niet meer gewezen worden op het onvoldoende van de verstandelijke opleiding, ja op het gevaarlijke daarvan, indien niet een stevige zedelijke opvoeding daaronder | |||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||
ligt; en de kracht van de vereeniging en van het goede voorbeeld die geeft toch geen enkele maatschappij zoo goed als onze Roomsch Katholieke Kerk: denkt hier even op die ontelbare zuivere heilige jongelingen en jonge vrouwen, op Maria, op Jezus; denkt op onze vrouwen- en mannenkloosters! Een bijzondere reden om dewelke het onderwijs door Rein-Leven verstrekt, zeer weinig invloed kan hebben op de menigte, ligt juist in hare neutraliteit, die haar belet op de princiepen der zedeleer te steunen: nl. God, en den wil van God als grondslag van het zedelijk goede en oorsprong der zedelijke verplichting; de straf voor het kwaad en de belooning van het goed zooals diezelfde God ze ons kenbaar gemaakt heeft in zijne Heilige Boeken. - Kom, daarop ingaan is hier niet mogelijk, maar laten we eens oppervlakkig twee bijzonderheden aanpakken. Rein-Leven bekampt Nieuw-Malthusianisme. We zijn er blij om, zeer blij. Maar we meenen dat de wetenschappelijke gronden waar Rein-Leven op steunt, en die voor de menigte dan worden: de autoriteit van eenen of meer geleerden, we meenen dat die gronden volstrekt niet sterk genoeg zijn om eenen vader of eene moeder die willen het getal hunner kinderen beperken, van hun gedacht en van hunne handelwijze te doen afzien! Te meer daar de propagandisten van het Nieuw-Malthusianisme zoowel als die van Rein-Leven de namen van universiteitsprofessoren en geleerden kunnen inroepen! Rein-Leven bekampt Ellen Key en andere moderne zedeleeraren en opvoedkundigen. Wij meenen hier nogmaals - ongelukkig genoeg! - dat de beweging van Rein-Leven tegen de anarchie in zake zedeleer heelemaal machteloos moet komen te staan. Waar haalt ze bewijzen sterk genoeg - zoolang ze wil neutraal blijven - om de menschen, wier machtige driften door die nieuwe theorieën nog zooveel machtiger gemaakt worden? waar haalt ze die bewijzen om die menschen te bekeeren en om de zwakken daartegen te wapenen? (Cf. blz. 250). Rein-Leven is het niet eens over den keus der middelen, met de Duitsche Vereeniging tot bestrijding der geslachtsziekten. Maar waar zal Rein-Leven de bewijzen halen en het noodige gezag om die hooggeleerde vereeniging te bestrijden? (Cf. blz. 249). Zoo meenen we aangetoond te hebben, dat Rein-Leven niet over toereikende middelen beschikt om haar edel doel te bereiken. In zake kuisch leven is karaktervorming hoofdzaak. Hiertoe helpen vooral bovennatuurlijke middelen: Rein-Leven houdt er geene rekening mee. Overigens vinden wij geene middelen door Rein-Leven aangewend om het karakter te sterken. | |||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||
Aan verstandsvorming doet Rein-Leven wel, maar daar zij neutraal is, mist zij den vasten steun waarop alle ware zedeleer moet gebouwd zijn nl. God en zijne eeuwige wet. | |||||||||||||
IIWij meenen dat in onze katholieke middens de Rein-Leven beweging niet moet ontstaan
En wie dan iets kent van menschen, weet dat ‘zich heiligen’ toch vooral beteekent ‘zuiver leven;’ en wie ooit van eene congregatie deel uitmaakte, weet dat de bestuurders daar vooral naar trachten. om van hunne Congreganisten, kuische sterke jongelingen en jonge dochters te maken. Daarnevens, (misschien wel daarboven, 't moet hier niet uitgemaakt worden welke inrichting den voorrang verdient) de Derde-Orde. Dat is toch wel het ‘Katholieke Rein-Leven’ bij uitnemendheid. 't Bracht ons te ver om heel den regel af te schrijven en toe te lichten. Eenige woorden maar uit de verschillende punten.
| |||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||
Een Rein-Leven Beweging zooals Lod. Van Mierop ze opvat, die kunnen we begrijpen en blijde toejuichen in niet katholieke middens. Daar kan ze zeker veel goed stichten. En dat is eene eerste reden om dewelke wij dankbaar zijn jegens hem die de ziel van deze beweging is bij onze Noorderburen. Een tweede reden om hem te bedanken is, dat hij met zijn edelmoedig werken op een ander midden ons verplicht te zien hoe diep het zedenbederf heel onze maatschappij heeft aangestoken; dat hij ons verplicht te zien dat wij al de verweermiddelen tegen dit bederf in ons bereik hebben maar ze niet kennenGa naar voetnoot(3); dat hij ons verplicht, al was 't om onze eer als katholieken hoog | |||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||
te houden, de hand aan 't werk te slaan in die onzer inrichtingen - Congregratie en Derde Orde vooral - waar toch zoo veel te weinig naar de dringende eischen van onzen tijd gewerkt wordt.Ga naar voetnoot(1) Want die grond van waarheid ligt in de veel te scherpe kritiek van Lod. Van Mierop over onze katholieke toestanden; onze bestaande werken leven niet genoeg den geest uit van de stichters dier werken, leven niet genoeg hunne standregelen. Vandaar dat het bovennatuurlijk geestesleven verzwakt ten voordeele van de bedorven natuur in den mensch; vandaar dat we ook in onze katholieke middens om zoodanig veel miseries moeten treuren. Laat hier, om te eindigen nog eens samengevat wat, ons dunkens, onze houding als katholieken moet zijn tegenover de Rein-Leven Beweging.
Maar vóór alles, onze eigene inrichtingen bestudeeren; of liever als eenvoudige, gehoorzame kinderen luisteren naar hen die Jezus zending gegeven heeft om ons rein te bewaren; luisteren naar hun woord, en dan ook daarnaar handelen.
G. Simons, pr. | |||||||||||||
Nawoord.Nawoord. - Er bestaan nog in katholieke middens: het Christen Vlaamsch Verbond, zeer werkzaam in Vlaanderen en ook te Herenthals; en Voor Eer en Deugd, waar vooral in Noord-Nederland veel goed over gezegd wordt. 't Ware wel te wenschen dat de ijveraars van die bonden van deze gedachtenwisseling gebruik maakten om ook hunne werking beter te doen kennen. Schrijver van bovenstaande beschouwingen is niet goed genoeg op de hoogte om het te doen. |
|