Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1911
(1911)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 441]
| |||||
Waarom vragen wij de vervlaamsching der Gentsche hoogeschool?Het vraagstuk der Vlaamsche Hoogeschool staat al lang op de dagorde. Vóor dertig, veertig jaren werd het reeds opgeworpen, in dagbladen en tijdschriften besproken. Onze nooit vergeten Victor Jacobs was reeds van hare noodzakelijkheid overtuigd, of althans zag hij reeds de verwezenlijking in 't verschiet. Volgens den heer Segers, volksvertegenwoordiger, was hij voorstander eener Vlaamsche Hoogeschool te Antwerpen. Trouwens, de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool staat sinds vijftig jaren op het kiesprogramma der Meetingpartij te Antwerpen, dat luidt: In Vlaanderen Vlaamsch! Een Fransche Hoogeschool te Gent is toch wel het tegenovergestelde van dit programma. Dit punt werd nader bepaald door het kiesmanifest der Meetingpartij van 27 Mei 1902, dat luidt: Eene Vlaamsche Hoogeschool wordt meer en meer noodzakelijk voor het Vlaamsche volk. Ook om deze te bekomen, zullen uwe gekozenen in Kamer en Senaat geen moeite sparen. Zulks werd met het oog op Gent nog nader bepaald in het volgende kiesmanifest van 27 Mei 1906: De vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool wordt dagelijks meer en meer dringend. De Meetingpartij van Antwerpen mag de eer opvorderen de eerste onder al de partijen, als partij, officieel, uitdrukkelijk, de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool op haar programma geschreven te hebben. Deze politiek steekt gelukkig af bij die van vele katholieken uit het Binnenland, die nog steeds meenen dat de Vlamingen langer met kiesbeloften te paaien zijn. De lezers van dit tijdschrift bid ik om verschooning, indien mijn vertoog ietwat lang mocht blijken. Maar | |||||
[pagina 442]
| |||||
de zaak der Vlaamsche Hoogeschool is van zulk groot gewicht voor de katholieke partij, dat ik mij verstouten durf over dit zoo belangrijk onderwerp uit te weiden, overtuigd dat, waar zulke belangen op het spel staan, van het lezersgeduld wel iets mag worden gevergd. De eerste vraag die de katholieken vóór alles en altijd te stellen hebben, wanneer er een nieuw vraagpunt opgeworpen wordt, is de volgende: is de zaak rechtvaardig? Hebben wij, Vlamingen, die de meerderheid in België uitmaken, het recht onze kinderen in het Vlaamsch op te voeden? Wie durft dat betwijfelen? Welnu, ‘Het mag niet dat de vrijheid van den huisvader gedwarsboomd of belemmerd worde. De vrijheid, in feite, dient overeen te komen met de vrijheid in rechte.’ Dat zijn eigenlijk niet mijne woorden; 't zijn die van den heer Schollaert in persoon, in de memorie van toelichting der nieuwe schoolwet. Welnu dan, hoe zullen wij die vrijheid bezitten, indien er geene Vlaamsche Hoogeschool bestaat? Indien wij, Vlamingen, het recht hebben onze kinderen in het Vlaamsch op te voeden, (en dat is niet tegen te spreken!) dan moet de Staat er voor zorgen dat één der beide Hoogescholen Vlaamsch zij. Overigens, onze grootste vijanden erkennen het beginsel der Vlaamsche Hoogeschool. Niemand in België, niemand, tenzij eenige Waalsche heethoofden, durft het nog bestrijden. De tweede vraag, die we ons stellen moeten, is de volgende: Is een Vlaamsche Hoogeschool noodzakelijk? Maar, die vraag komt hierop neer: Is het bestaan der moderne hoogescholen noodzakelijk? Zoo ja, waarom zouden zij dan moeten bestaan voor al de volkeren, uitgenomen voor het Vlaamsche volk? Ofwel hebben al de volkeren ongelijk moderne hoogescholen te bezitten, ofwel heeft het Vlaamsche volk ongelijk er geene te bezitten, of althans er geene te eischen. Wel bezitten we hoogescholen; we hebben er zelfs vier in België, maar zij beantwoorden niet aan de moderne opvatting eener hoogeschool, zooals ze door al de andere volkeren aanvaard wordt. De Hoogeschool heeft een driedubbel doel: ten eerste zij moet de wetenschap bevorderen, ten tweede zij moet | |||||
[pagina 443]
| |||||
zijn een brandpunt van beschaving voor het volk en ten derde, zij moet wezen een vakschool om geneesheeren, advocaten, ingenieurs te kweeken. Het eerste doel kan ook buiten de Hoogeschool nagestreefd worden; het tweede en het derde moeten onze hoogescholen bereiken; en bij haar stichting werden deze beide vooral beoogd. In de vorige eeuwen immers was de Hoogeschool eene aristocratische instelling; alleen de rijke lui konden van dat onderwijs genieten. De uitbreiding der beschaving heeft dien toestand veranderd; de Hoogeschool is een volksinstelling geworden, van waar de beschaving over het volk uitstraalt... 't Blijft eene eer voor Frankrijk, het eerst van al de volkeren begrepen te hebben, dat, wil de Hoogeschool hare driedubbele zending vervullen, het onderwijs in de taal van het volk moet gegeven worden. Tot vóór honderd jaar was het Latijn de voertaal van het hooger onderwijs. In het begin der vorige eeuw werd het door het Fransch vervangen. Al de andere landen hebben het voorbeeld van Frankrijk gevolgd; de moedertaal werd de voertaal van het hooger onderwijs. Het Vlaamsche volk alleen heeft het niet noodig geoordeeld de Latijnsche voertaal door de moedertaal te vervangen. Het Vlaamsche volk bezit dus geen Hoogeschool, volgens de huidige, algemeen aangenomen, opvatting; zijne Hoogescholen zijn in dit opzicht meer dan eene eeuw ten achter. Bijgevolg, ofwel hebben al de volkeren ongelijk een Hoogeschool te bezitten met de moedertaal als voertaal, ofwel hebben de Vlamingen ongelijk geen Hoogeschool te bezitten met het Nederlandsch als voertaal. Derde vraag: Wordt de Vlaamsche Hoogeschool geëischt? Wie durft dat nog loochenen, sinds de kreet: ‘wij eischen eene Vlaamsche Hoogeschool’ geheel België doorklonk? Is het niet, bij het hooren van dien kreet, dat de Antwerpsche Meetingpartij het onlangs noodig oordeelde dit onderwerp aan de dagorde te brengen, en officieel voor het arrondissement, ja, voor heel het land te verklaren, dat de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool een punt uitmaakt van haar programma. Wij besluiten: Het Vlaamsche volk eischt een rechtvaar- | |||||
[pagina 444]
| |||||
dige en onontbeerlijke zaak. En dan begrijp ik niet wat het katholiek bestuur weerhouden zou het volk zijn recht te schenken. Dat is zijn plicht. Het is zijn plicht, recht en rechtvaardigheid te doen heerschen. Welk is de beste oplossing om aan de Vlamingen voldoening te geven? De Vlamingen antwoorden eenparig: de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool! Bij die oplossing, hopen wij, zullen zich aansluiten al degenen die het goed meenen met het Vlaamsche volk,
I. - In naam der rechtvaardigheid. De verdeelende rechtvaardigheid wil eene gelijke verdeeling van lusten en lasten. Welnu, in België hebben we twee Staatshoogescholen, en er leven twee rassen, nagenoeg even sterk. Dan wil toch wel de verdeelende rechtvaardigheid dat ieder volk één der twee Hoogescholen voor zich bekome. II. - In het belang van onzen godsdienst. Dat moet voor sommigen zonderling in de ooren klinken. 't Is nochtans zóó. Door den godsdienst moeten alle rechtvaardige zaken beschermd worden, als het oogenblik daar is ze tegen onrechtvaardige te verdedigen. Daarbij, willen de katholieke machthebbers niet mee, dan komt het volk, ondanks hen, wel tot zijn recht. En dan zou de godsdienst boeten voor de schuld van kortzichtige personen. Om den Vlamingen te geven wat hun toekomt, zijn er drie oplossingen mogelijk: Ten eerste, de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool. Ten tweede, de stichting eener nieuwe Vlaamsche Hoogeschool te Antwerpen. Ten derde, de stichting eener Vlaamsche Hoogeschool naast de Fransche te Gent. Welke ook de oplossing zij, de katholieken bevredigt zij niet geheel en al; 't geldt immers eene Staatshoogeschool en bijgevolg een neutrale Hoogeschool. Daarnaast staat de katholieke Hoogeschool van Leuven, waaraan wij moeten trachten zoo weinig kwaad mogelijk te doen. | |||||
[pagina 445]
| |||||
De vraag is dan: Welke oplossing zal het minst schaden aan de Hoogeschool van Leuven? Ontegensprekelijk, de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool met afschaffing der thans bestaande Fransche Hoogeschool. Dat is de oplossing, die de Vlamingen voorstaan. Wij, Vlamingen, stellen ons dus tevreden met de vervlaamsching eener bestaande Hoogeschool, terwijl degenen die ons stelsel niet bijtreden, eene nieuwe Hoogeschool stichten, zoodat Leuven zal te kampen hebben voortaan niet met drie, maar met vier Hoogescholen. Ik ga verder. Moest er te Antwerpen een Vlaamsche Hoogeschool komen, dan ware deze een duchtige mededingster voor Leuven, althans wat de geneeskunde betreft. En ik kan maar niet gelooven wat wordt rondgebriefd, namelijk dat sommige katholieke volksvertegenwoordigers zouden partijgangers zijn eener Vlaamsche Hoogeschool te Antwerpen. Welhoe, overtuigde katholieken zouden de stichting eener nieuwe neutrale Hoogeschool voorstaan, waar wij ons beperken tot de vervlaamsching eener bestaande neutrale Hoogeschool? Neen, dat is niet aannemelijk. Hetzelfde geldt voor eene dubbele Hoogeschool te Gent. Hoe zou een katholiek eraan denken een nieuwe neutrale Hoogeschool naast eene bestaande te stichten? want verdubbeling van leergangen staat gelijk met het stichten eener nieuwe Hoogeschool. De verdubbeling van enkele leergangen, door sommigen vooruitgezet, als Bien Public, kan de Vlamingen niet bevredigen. Moest de regeering op dit stelsel ingaan, dan zou de strijd tot vermeerdering van Vlaamsche leergangen onvermijdelijk voeren tot een dubbele, één Fransche en één Vlaamsche Hoogeschool! III. - Het is ook in het belang onzer partij vooral te Antwerpen dat zij het grootst mogelijk deel hebbe in de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool. Het is een misslag geweest - en ik heb niet nagelaten er de heeren Henderickx en Van Cauwelaert op te wijzen - dat de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool niet uitdrukkelijk als een punt van het programma vóór de laatste Kamerverkiezing werd opgenomen. Ware het niet dat de | |||||
[pagina 446]
| |||||
kandidatuur Van Cauwelaert de Vlamingen had meegesleept, de uitslag der verkiezing ware op verre na niet geweest wat hij nu geweest is. O! velen onder ons vormen zich nog een valsch denkbeeld over den toestand onzer partij te Antwerpen. Ik zie de toekomst in het geheel niet rooskleurig in. Het aankomend jong geslacht te Antwerpen is Vlaamsch van kop tot teen; het heeft veel van zijn vertrouwen in de Meetingpartij verloren. Honderden, duizenden jongelingen zijn in onpartijdige kringen geschaard: let wel op: ik zeg duizenden en ik kan het bewijzen: de Vlaamsche Wacht alleen telt ruim 1100 leden, daarbij de Groeningerwacht, het Nationaal Vlaamsch Verbond enz. Een gelukkige verschijning was de kandidatuur van den heer Van Cauwelaert. Daardoor is het ons, katholieken, gegeven geweest ons deel te nemen in de geheele werking voor de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool. De heer Van Cauwelaert heeft een grooten dienst bewezen aan de Vlamingen niet alleen, maar ook aan de geheele partij. Wij drukken hem hiervoor onzen besten dank uit, en hopen dat hij, voortaan gesteund door de afvaardiging van heel het Vlaamsche land, het zijne zal bijdragen om de Vlamingen terug in de partij te voeren. Het is van het allergrootste gewicht. IV. - Het is in het belang van ons hooger onderwijs dat de Hoogeschool van Gent vervlaamsche en dat geene nieuwe Hoogeschool gesticht worde. België heeft ruim genoeg aan vier Hoogescholen. Nu reeds zijn er al te veel uitgestudeerden, die niet aan hun brood komen. Het zou jammer zijn moest hun getal, door de stichting eener vijfde Hoogeschool, nog vermeerderen. Om slechts van de geneesheeren te spreken, hun getal is bijna verdubbeld sinds 1890, dus op twintig jaar. Toen waren er 2636 en thans 4179. Wij moeten het peil onzer hoogerontwikkelden verhoogen, niet hun getal vermeerderen. Besluit: De vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool is de eenige goede oplossing. Onze katholieke gekozenen dienden dan ook beslist op te treden voor deze vervlaamsching. Dat wil niet zeggen dat de oplossing van het vraagpunt door de katholieken alléén moet of kan gebeuren, neen, ik heb de overtuiging dat zij door eene overeen- | |||||
[pagina 447]
| |||||
komst tusschen de drie partijen moet geschieden, omdat de katholieke partij alleen het kan noch mag doen. De katholieke partij mag de kwestie alleen niet oplossen. In vaderlandsch opzicht bestaat er thans reeds een gevaar in de indeeling onzer staatspartijen: het Vlaamsche land is overwegend katholiek; daartegenover staat het Waalsche land, grootendeels liberaal, socialistisch. Die indeeling, welke overigens niet te voorkomen is, moet ontegensprekelijk gevaarlijk heeten of kan althans gevaarlijk worden. Wie de Waalsche bladen leest zal dadelijk opmerken dat de strijd, dien de Walen voeren tegen de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool, wordt aangevuurd door de reden dat het Vlaamsche volk katholiek is. In een vlaag van oprechtheid bekende o.a. de heer Destrée: ‘'t is toch niet uithoudbaar dat wij, Walen, blijven gebukt gaan onder de klerikale dwingelandij der Vlamingen.’ Moesten de katholieken de kwestie alleen oplossen, dan werd de klove nog dieper tusschen Walen en Vlamingen. Het is dus in het belang van onze partij en van het vaderland dat de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool geene uitsluitend katholieke zaak worde. Overigens de heer Schollaert stemde hiermede in, toen hij in de Kamers verklaarde dat de Vlaamsche kwestie geen partijkwestie maar een nationale kwestie is. Daarbij de katholieke partij kan de Vlaamsche kwestie alleen niet oplossen, zij is hiertoe onmachtig. Er zijn maar enkele stemmen meerderheid. En 't is een feit, dat sommige katholieke Walen, door hunne kiezers genoopt, tegen de Vlaamsche Hoogeschool zullen stemmen op straffe anders hun zetel te verliezen. Overigens sommige Walen zullen nooit de rechten der Vlamingen erkennen. Moesten de katholieken alleen de kwestie willen oplossen, dan zouden zij hiervoor nooit een meerderheid bekomen. En wij, Vlamingen, zouden de gebroken potten betalen. Besluit: De vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool moet in overeenkomst met de drie partijen opgelost worden. 't Komt er op aan dat wij katholieken het grootst mogelijk deel nemen in den strijd en behalen in de zege. En daarom, sluiten wij ons in oprechtheid aan bij den strijd met al de kracht waarover wij beschikken, in naam | |||||
[pagina 448]
| |||||
van onzen godsdienst, in naam der katholieke partij, in naam der Meetingpartij vooral, opdat wij het vertrouwen terug winnen der Vlamingen, want vergeet het niet, onze toekomst zonder de Vlamingen is alles behalve rooskleurig. Opwerping: Maar, hoor ik sommigen zeggen, hoe kunt gij katholîeken meewerken tot het bekomen eener neutrale Vlaamsche Hoogeschool? Dat is heelemaal verkeerd. 't Is wel de moeite waard bij deze opwerping eenige oogenblikken stil te staan en eens goed den stier bij de horens te vatten. Wij antwoorden: I. - met een vraag: Waarom zijn wij wanneer wij de eenvoudige vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool voorstaan, minder goed katholiek dan zij die liever te Gent eene Vlaamsche naast eene Fransche Hoogeschool zouden willen, of zij die elders eene nieuwe Staatshoogeschool zouden willen oprichten? II. - Toen in de Hoogeschool van Gent de Fransche taal de plaats innam van het Latijn en de voertaal werd van het onderwijs, toen alzoo de universiteit vasten voet zette in het volksleven, althans wat Fransch-België betreft, zijn er van katholieke zijde nergens stemmen opgegaan om, in naam van den godsdienst, tegen die verfransching in verzet te komen. 't Is in ons landeken een heel eigenaardig verschijnsel dat, wanneer men tegenover de Vlamingen en hun rechtmatige eischen staat, er zoo licht met den godsdienst geschermd wordt. III. - Wat nog meer bevreemdt, is dat juist nu, wanneer er van vervlaamsching sprake is, de Gentsche Hoogeschool als een dreigend gevaar voor onzen katholieken godsdienst wordt voorgesteld. Indien zij, in katholiek opzicht, geen ‘excès d'honneur’ waardig is, dan verdient zij ook niet ‘cette indignité’. Zeker, ik wil het bekennen, er zijn te Gent ooit leeraars geweest, die van hun ambt misbruik maakten, om aan anti-clericalisme te doen, maar waarheidsliefde dwingt te erkennen dat zulks een uitzondering was.Ga naar voetnoot(1) Ook mogen wij niet vergeten dat op de eerste | |||||
[pagina 449]
| |||||
plaats de Universiteit de wetenschap en het vaderland heeft gediend, dat in den loop van haar bestaan er door-en-door katholieke uitstekende leeraars als een Mansion b.v. hebben gedoceerd, dat er tal van katholieke studenten zijn, en het katholiek leven aan de Hoogeschool bloeiend is. Naar een, door de studenten opgemaakte, statistiek is tegenwoordig het getal der katholieke studenten aanzienlijk, ja overtreft het zelfs verre dit der andersdenkenden. Er zijn 700 katholieke studenten tegen 250 liberalen en socialisten te zamen, en 221 vreemdelingen, meest niet-katholieken. Er zijn heel wat katholieke studentengenootschappen, er verschijnen twee studentenbladen; beide zijn katholiek. Dus de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool zal ook het katholieke Vlaanderen ten goede komen. Iets wat heel belangrijk is en al te veel wordt over het hoofd gezien. IV. - Onze tegenstrevers zeggen ons: ‘Gij vraagt een neutrale Vlaamsche Hoogeschool; iets wat slecht is en uit den booze. Dus...’ Heeren tegenstrevers, wij aan onzen kant geven u voor een oogenblik heel uw korte argumentatie met haar besluit toe, maar aan uwen kant moet ge dus logischerwijze de twee volgende gevolgtrekkingen onderschrijven en aannemen: a. 't Is streng verboden én aan katholieke ouders hun zonen naar een Staatsuniversiteit te zenden én aan de katholieke mannen der wetenschap aldaar een leeraarsstoel te aanvaarden. Nochtans zien wij het tegenovergestelde gebeuren, zonder dat die personen in kwestie in 't minste verontrust worden of zelfs in katholiek opzicht in verdenking komen. b. Indien in katholieke oogen de Hoogeschool van Gent uit den booze is, dan moeten katholieken als de heeren Herman de Baets en Woeste b.v., die in de vervlaamsching den dood zien der Hoogeschool, ons, Vlamingen, niet achterna roepen ‘Houdt den moordenaar!’ maar zich veeleer verheugen en, als katholieken, met ons, Vlamingen, de vervlaamsching eischen en doordrijven. c. Meer nog. Dan is ons katholiek Ministerie grootelijks plichtig en dient het onverwijld de afschaffing van alle staatsonderwijs voor te stellen. | |||||
[pagina 450]
| |||||
Gij ziet, de bewijsvoering onzer tegenstrevers is valsch, want streng-logisch leidt zij tot gevolgtrekkingen die zij zelven niet aannemen. Ook ongegrond is de bewering onzer tegenstrevers, alsof wij het onzijdig onderwijs voorstaan. Als wij de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool vragen, zijn wij daarom geen voorstanders der neutraliteit in zake onderwijs: wij ijveren voor de vervlaamsching, niet voor de onzijdigheid; wij vragen de stichting niet eener nieuwe, maar de vervlaamsching eener bestaande neutrale Hoogeschool. ‘Alles goed en wel’, hoor ik sommigen zeggen, ‘dat alles is waar “in abstracto”, maar “in concreto”, in feite stelt ge daar te Gent, te midden van het Vlaamsche volk, een onzijdige Hoogeschool.’ Hierop antwoord ik: a. De Universiteit doet eerst aan wetenschap en die wetenschap zal ons volk ten goede komen; 't is een valsche en onrechtvaardige aantijging de Gentsche hoogeschool als zoodanig, als hooger orgaan der wetenschap en factor der beschaving, en het leeraarskorps in globo te beschuldigen als doende op de eerste plaats aan anticlericalisme. b. Indien er door de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool uit haar zullen komen mannen van andere denkwijze, meer vaardig om tot het volk te gaan en het te ontchristelijken door een ongeloovige wetenschap, dan zullen anderszijds, zooals hierboven werd aangetoond, aan diezelfde Universiteit katholieke mannen worden uitgerust om te strijden voor hun heilig ideaal: de ontwikkeling en opbeuring van het Vlaamsche volk. Op die wijze zal het evenwicht tusschen goed en kwaad hersteld worden. Vergeten de katholieken daarbij niet, dat wij de waarheid bezitten, dat de ware wetenschap ter waarheid voert, dat de katholieke Kerk er niet anders dan bij winnen kan, indien de strijd tusschen goed en kwaad van het lage terrein der volksdriften verplaatst en gevoerd wordt op het hoogere terrein der wetenschap. Doch om op onze bespreking terug te komen, men vroeg mij den toestand in te zien zooals hij is, en voet te zetten in de werkelijkheid. 't Zij zoo. Welk is de toestand | |||||
[pagina 451]
| |||||
van het Vlaamsche volk ten opzichte van het hooger onderwijs? 't Is gauw gezeid: doodeenvoudig, hooger Vlaamsch onderwijs, we hebben er geen. De katholieke Vlamingen zijn in denzelfden toestand als hun Duitsche en Noord-Nederlandsche geloofsgenooten; ook deze hebben geen katholieke hoogeschool. Wat dan? Houden zij hun zonen thuis? Maar neen; niemand is er op bedacht dit in naam van den godsdienst, van hen te eischen. Welnu de katholieke Vlamingen zullen doen wat de Duitsche en de Hollandsche katholieken doen, en wat thans reeds zooveel Belgische katholieken doen, hunne zonen naar de Staatsuniversiteit zenden, en ze zoo sterk mogelijk tot den strijd uitrusten. Vindt ge niet dat Duitschland en Holland flinke strijders tellen voor de goede zaak, al komen deze ook uit een neutrale Hoogeschool? Jammer alleen, zult ge zeggen, dat het voor Leuven nadeelig zijn zal. Maar ik vraag het u in gemoede, aan wie de schuld? Voor ons Vlaamsche volk is de Universiteit van Leuven geen Alma Mater, maar een stiefmoeder. Alles voor de Franschsprekenden; niets voor ons, Vlamingen. Ik stel twee vragen, het antwoord aan anderen overlatende: a. Wie durft in naam van den godsdienst aan de katholieke Vlamingen opleggen, hun taal te verzaken, hen verplichten aan hun zonen een onderwijs te geven in een vreemde taal, tegen het gezond verstand in, en in strijd met de eerste beginselen der opvoedkunde, tot belemmering en groote schade van hun eigen ontwikkeling, tot groot nadeel van het volk tot hetwelk zij behooren en tegenover hetwelk zij plichten te vervullen hebben? Ons Vlaamsche volk is achterlijk op geestelijk gebied, is achterlijk op stoffelijk gebied. 't Werd door meer bevoegde mannen dan ik als Lodewijk de Raet, Pater Rutten, meermalen met klem gezeid: de groote oorzaak ligt grootendeels in het gebrek aan hooger Vlaamsch onderwijs, dien onmisbaren hefboom om ons volk op te tillen. Welnu, dat is mijn tweede vraag: b. Wie durft aan ons Vlaamsch volk komen zeggen: In naam van uwen godsdienst, moet gij, Vlaamsch volk, | |||||
[pagina 452]
| |||||
een achterlijk volk blijven; in naam van uwen godsdienst, krijgt gij geen Vlaamsche Hoogeschool? Anderen zullen zeggen: Ook Leuven zal vervlaamschen, dus wordt de vervlaamsching van Gent overbodig voor u, katholieken. Moge het waar zijn, maar tot hiertoe hebben wij slechts éen officieel stuk, en daarin wordt een tegenovergestelde thesis voorgehouden en verdedigd. Spreken de daden anders misschien? Wat tot hiertoe gedaan werd te Leuven, is bitter weinig, en ware het met het inzicht gedaan, niet om de Vlamingen te bevredigen maar om ze teleur te stellen, niet beter hadde men het aan boord kunnen leggen. Maar moest zelfs Leuven vervlaamscht worden, in zooverre dat de Vlaamsche universiteit te Gent voor ons katholieken niet meer noodig is, dan nog zullen de oprechte Vlamingen de vervlaamsching van Gent voorstaan en eischen. 't Is een kwestie van rechtvaardigheid. De Vlamingen hebben recht op een Vlaamsche universiteit te Gent, gelijk de Franschsprekende Belgen de hunne hebben te Luik. Een Vlaamsche Hoogeschool, we vragen ze om en met die Vlamingen die van een ander wijsgeerige meening zijn, en voor hun zonen een Vlaamsch hooger onderwijs willen. Rechtvaardigheid vóór alles. Willen wij onze eigen rechten geëerbiedigd zien, dan moeten wij beginnen met die van anderen te eerbiedigen! Op dit beginsel rust de nieuwe schoolwet van minister Schollaert. Wij weigeren aan anderen het onzijdig onderwijs niet, maar eischen voor ons zelven het christelijk onderwijs. Mogen deze beginselen voor de katholieke partij het richtsnoer zijn in de oplossing van de zoo belangrijke kwestie: Vervlaamsching van het hooger onderwijs! Ook in deze zaak zullen wij ons de vrienden en voorstanders toonen van rechtvaardigheid, gelijkheid en vrijheid. Wij meenen dus het ware standpunt onzer partij verklaard te hebben, en hopen dat alle partijleden dit standpunt zullen innemen. Doch niet slechts eene platonische verklaring van instemming wordt gevraagd. | |||||
[pagina 453]
| |||||
Er komen van die oogenblikken dat de dagelijksche werking onzer partij ontoereikend is, 't zij een confessioneel belang, als onderwijsvrijheid, 't zij een maatschappelijk belang, 't zij 's lands verdediging, 't zij de vorm van het verkiezingstelsel ter sprake komt. Steeds sluiten al de leden der partij zich nauwer aan elkaar en richten zij hunne gezamenlijke werkzaamheid op dat punt vooral, dat op het bepaalde oogenblik bijzonder op den voorgrond treedt en bedreigd wordt. Zulk een oogenblik is thans weer aangebroken. Pas werd het wetsvoorstel tot vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool aangekondigd of wat het Vlaamsch vijandig is slaat de handen ineen om het te bekampen. Welnu die stormloop dient verijdeld te worden en daartoe kan de Katholieke partij krachtig bijdragen, met, van het begin van den veldtocht af, te verklaren dat zij haar programma nogmaals zal handhaven tegen wien en wat het ook zij. Gij, vertegenwoordigers van Vlaanderen, weest eensgezind in den strijd, en het volk zal u in triomf terug naar de Kamers voeren bij de eerstkomende verkiezing!
Dr A. Van de Perre. |
|