Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1911(1911)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 269] [p. 269] ‘Quam singulari Christus amore...’ De Koning komt! De Koning komt! Werpt wijd de poorten open. Beiaarden, speelt! Kanonnen, domt! Steekt vlaggen uit en strooit geblomt. De Koning komt! De Koning komt! Hij treedt in weidsche staatsie aan, lijk Hij alleen kan schittren. De Cherubs buigen langs zijn baan. De zon blijft stralend stille staan in 's hemels puur azuren vaan. Komt, kinders, knapen, meisjes, ál. Hij heeft u uitgenoodigd. Zijn macht klaroent. Zijn goedheidsschal weerschatert langs den eerbiedswal, en brengt de valsche vrees ten val. Daar is Hij. O, wat is Hij schoon, wat is Hij mild en hartig! Ge zijt de keurbende in zijn woon, de diamanten van zijn kroon, de bloemenkorven rond zijn troon. Want gij wordt allen zoo bemind door Hem, en zoo vertroeteld. Zijn liefde is dwaas, zijn liefde is blind. Ontvang ze, kind, geniet ze, kind, wanneer ge u aan zijn disch bevindt. [pagina 270] [p. 270] En voelt ge u, - als in drang-gedrom, - vernietigd en verloren voor Hem, die op den Thabor glom, uw hartjes stil, uw mondjes stom, roept in uw ziel: Mijn Koning, kom! Constant Eeckels. Vorige Volgende