of het Frankisch Vlaanderland’. - Sonnetten van Bertolf Biekens. - Over Noord- Nederlandsche letteren (J Van de Woude): oppervlakkige mededeelingen over Couperus - Zaakrijke recensie door Al. Walgrave over de nieuwste uitgave van Gezelle's Dichtwerken in den Nederlandschen Boekhandel.
DE VLAAMSCHE GIDS, Nov.-Dec. 1910. -
De nationale organisaties der Slaven en Duitschers in Bohemen (G.J. Rive), hieruit valt voor ons, vooral op 't keerpunt dat we nu hebben bereikt, nogal wat te leeren. -
In 't Sukkelstraatje (Fr. Verschoren), weer van ‘Dompelaars’ maar frisch. -
De Waterbloempjes, (J.M. Thomissen) een sprookje -
Verzen van Jef Mennekens. -
Over Mimetismus (L. Fredericq), belangwekkende mededeeling over het nabootsingsvermogen dat een groot aantal dieren bezitten en waardoor zij niet te onderscheiden zijn van het midden waarin zij leven of van de bezielde of onbezielde wezens hunner omgeving. -
Vragen over oorsprong van Kerk en Godsdienst: I. Petrus en Rome II. De geboorte van Jezus (J.V.) Wij vragen ons te vergeefs af waar een man zoo taalkundig geleerd en zoo gezond- verstandig als Prof. Vercoullie met zijn anti-katholiek geliefhebber heenwil. -
Ada Negri (J.M. Thomissen), studie over de Italiaansche socialistische schrijfster. -
Duitse Letterkunde (Fr. Delvaen).
DE GIDS, Dec. 1910. -
Gedichten (P.C. Boutens): van een dichter zoo rijk als dezen lezen we liever geen vertalingen. -
De blinde Dichter (Carel Scharten): een schoone hulde aan Penning op zijn zeventigsten verjaardag. -
Koningschap en dichterschap (Fred. Van Eeden), een der mooiste studiën van den welsprekenden utopist: Het koningschap zal komen in de handen van wie 't behoort, met name de denkers en onder hen de de allerbesten: de dichters. -
Tafelkout (***) vooral merkwaardig als gezellig Multatuliaantje. -
Het Diogenes-ideaal (P.H. van Moerkerken Jr.), veel geest in weinig bladzijden. -
De kunst van het genieten (Dr. J. Bierens de Haan), vooral te lezen waar schrijver het heeft over den Griekschen smaak. -
Een nieuw Leven van Vondel (G. Kalff), zuur en zoet voor Dr. P. Leenderk Jr. -
Liederen (J.I. de Haan). -
Het nieuwe Testament voor leeken leesbaar gemaakt G.A. van Bergh van Eysinga), door ds Bakels, die daardoor zelf bekent dat vóór hem het nieuwe Testament niet leesbaar was voor protestanten Verrassend. -
Insulinde in het l'arlement (C.Th. van Deventer), vooral een pleidooi voor het volksonderwijs in de Oost. -
Leo Tolstoj (N. van Wijk), korte gelegenheidschetst. -
Overzicht der Nederlandsche letteren (C. Scharten), over Boutens ‘Vergeten Liedjes’, Karel van de Woestijne's ‘Gulden Schaduw’, Fred. van Eeden's ‘Lied van Schijn en Wezen’, 2
de boek, Henriette Roland Holst-Van der Schalk, ‘De Opstandelingen’, Annie Salomon's ‘Verzen’, 2
de bundel, Alex Gutteling en Maurits Uyldert ‘Bloemlezing uit de Nieuwste Nederlandsche
Dichtkunst’.
DE NIEUWE GIDS. Dec. 1910. -
Stil Leven (G. Vermeersch), en
Kurkensnijder (Daan van der Zee), twee schetsen door de Redactie nevens malkander geplaatst voor de eigenaardigheid; tevens als bewijs hoe voorzichtig men moet zijn met te spreken van ‘navolging’ en ‘op elkander geïnspireerd zijn.’