Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1910(1910)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 362] [p. 362] Landelijk tafereel Van lieverlede dalen roode vrede-tinten op 't landschap daar de herfst zwijgende waren kwam en brak den bloei der bloemen, en het lijden printte in gloênde stammen, en de vreugde medenam... Voor 't open venster zitten de oudjes, en hun oogen in de eindeloosheid van dees rooden marteldag droomen aan witte jeugd, zóó lang, zóó lang vervlogen toen blijheid aan den haard en in de harten lag... Ze droomen beide, en ademen de laatste geuren van veege violieren in, daar langzaam treên hunne gepeinzen in den nacht van kleurloos treuren welke ze volgen, zonder stut, met trage schreên. Wie zou, wie zou vooruitgaan, en den weg verkennen en wie zou eenzaam toeven aan den winter-haard...? Mysterie-vol branden de roode-doode dennen en ruischend rijst op 't land hun goudene geblaart.... En de oudjes weenen lang-verkropte lijdens-tranen bij 't sombere gepeins en droeven zomer-dood.... Ze 'n roeren niet, wijl ziet de zon hun wezens tanen aan 't open venster in haar vredig avondrood.... Karel van de Vijver. Vorige Volgende