| |
| |
| |
Inhoud van tijdschriften
ONZE KUNST, Oktober 1910. - De ruimte in de Hollandsche Zeeschildering (Dr. Hans Jantzen). - De Hollandsche Nijverheidskunst op de Brusselsche Tentoonstelling (slot) (T. Landré. - Kunstberichten, uit Brussel, den Haag, enz. - Van af jaargang 1909 verschijnt een genummerde Prachtuitgave à f 25. - per jaargang. Nadere inlichtingen verstrekken de uitgevers.
| |
DE STUDENT, n r 4, 1910. - Vrede? (De Student): ‘We hooren onze geëerbiedigde Kerkvorsten onze eindoverwinning in een nabije toekomst begroeten’. - Hebben de dieven verstand? (F. Drijvers): 't blijven allemaal, naar schrijvers meening, ‘domme beesten’. - Drankbestrijding en Studentenbeweging (Adolfs). - Volkstaal (J. Goossenaerts). - Een Boekerij in den Studentenbond (F.X.). - Bibliografie over Conscience (voorbeeldig verzameld door Jan Bernaerts). - Verzen en Schetsen, Mengelingen en Boekbeoordeelingen.
| |
VOLKSKUNDE, 7-8. - Folkloristische Hazenpastij (M. Sabbe): de haas in de folklore van de oudste tijden tot nu. - Spreekwoorden, Zegswijzen en Uitdrukkingen op volksgeloof berustend (A. De Cock). - Geparodieerde Sermoenen (G. Boekenoogen). - Spreekwoorden en Zegswijzen over de Vrouwen, de Liefde en het Huwelijk (A. de Cock).
- 9-10. - Bijdrage tot de Folklore van het Kantwerk (Dr. H. Baccaert). - De Folklore-tentoonstelling in het Jubelpark te Brussel (E. Van Heuret). - Spreekwoorden, Zegswijzen en Uitdrukkingen op volksgeloof berustend (A. De Cock). - Spreekwoorden en Zegswijzen over de Vrouwen, de Liefde en het Huwelijk (A. De Cock). - Boekbeoordeelingen o.a. ‘Les Joyeuses histoires de Bretagne,’ van Sébillot.
| |
VERSLAGEN EN MEDEDEELINGEN DER KON. VL. ACADEMIE, Maart 1910. - Maart-vergadering. - Lijkrede door Prof. de Ceuleneer uitgesproken bij de lijkplechtigheid van Dés. Claes. - Drie onuitgegeven brieven van Antonius Sanderus (Dr. K. Van den Haute). - Handelingen van de bestendige Commissie van het onderwijs in en door het Nederlandsch; n r 12: Over Taalonderwijs (Dr. Mac Leod): n r 13: Drie Karakters uit Vondel's ‘Gijsbrecht van Aemstel’ (G. Segers): Willebrord, Vosmeer de Spie en Bisschop Gozewijn.
- April 1910. - April-vergadering. - Een onuitgegeven gedicht van J.B. Vervier (Prof. A. de Ceuleneer), denkelijk van Karel's vader: ‘Op het Herstel der Moedertaal in de Zuidelijke Nederlanden’, een vers in twee zangen met enkel documentaire waarde: de dichter besluit ‘ik sterf voldaan’. Daaruit blijkt met hoe weinig hij te paaien was. - Onderzoekingen over de werking van zoutoplossingen op de gist en op de gisting (Dr. A. Van de Velde en L. Bosmans). - Kleine Verscheidenheden (E. Gaillard) ‘Cracht bedriven’, ‘ghaen inden Arbeyt’, ‘Pandgoed’.
| |
BIEKORF, n r 11. - Firdoesi en Schah-Name (J.F. Van Olmhof): geeft den inhoud van het grootsche heldendicht, althans van het 1 e deel. - Verzen; Lentelied (J.V.d. Woude): een Henne-maaltijd (Warden Oom).
| |
| |
- Nr 13. - Plaatsnamen (Adzo). - Hij stierf en werd begraven: een Deensche visschersnovelle.
- Nr 14. - Oud Vlaanderland (Jul. Claerhout): uit den versten voortijd: Keltisch Vlaanderen. - Dichtung und Wahrheit. - Verzen van Caes. Gezelle. - Plaatsnamen (Adzo).
- Nr 15. - (Bijblad), breedvoerige bijzonderheden over de ‘Koninklijke Kerke San Giuliano dei Fiamsninghi’ te Rome.
- Nr 16. - Kamerzittiugen (A. Coussens), niet kwalijk, dat guitig gesprek over Conscience. - Verzen van Warden Oom - Lizeken Achteruit: gemoedelijke vertelling.
- Nr 17. - Lizeken Achteruit (Slot). - Verveling, een versje van Am. Van Veerdegem. - Kamerzittingen (A. Coussens).
| |
DE LELIE, Juli 1910. - De draad van boven (J. Jörgensen): een dier gelijkenissen, waarin hij uitmunt. - Joh. Jörgensen (D. Logeman-Van der Willigen): korte, maar zaakrijke beschouwingen over Jörgensen's leven en werk. - Poëzie voor vrouwen (H. Linnebank): ditmaal over E. Brom's ‘St. Agnes’. - Lied (F. Van Hecke). - Beroep, Huwelijk, Moederschap (H. Van Calker). Droomstertje (F. Salomonson): een vertelling. - De Vlinder en het Meisje (een vers van Caes. Gezelle). - Het Batikken (Jul. van Doorn). - Het kind hoort zichzelf toe (F. Bernaerts). - Suzanna (novelle van H. Harland, vertaald door Alb. Steenhoff-Smulders). - Vrouwenkunst op de Brusselsche Tentoonstelling (Cam. Poupeye.
- Aug. 1910. - Stotnummer van den mooien eersten jaargang met een aanmoedigenden brief van wege onze Koningin, van wege Mgr Rutten en Kardinaal Mercier. - Kunstnaaldwerk (Id. van Emstede-Winkler). - Blijde Geboorte (A.L.). - Ons Boeleken (met de muziek van de Boeck). - Suzanna: vervolg. - Beroep, Huwelijk en Moederschap: vervolg. - Moden van voorheen (J. Salsmans). - Aan den Vijver (Joz. De Voght): verzen. - Boekhouden voor Vrouwen. - Uit de Natuur (A.B.W.): over vogels modeoffers, met mooie platen. - Het eerste Woord (A. Adriaensen): schets.
| |
ST. LUCAS, Juli 1910. - Mgr G.W. Van Heukelum (Dr. K. Smits): een welverdiende hulde, bij 't heengaan van dien prachtigen priester, die zooveel heeft gedaan voor de hergeboorte der Gothiek in Holland. - Tryptychon van een onbekenden Meester (Jul. van In): Hoe 't verzinsel ‘Merten de Beer’ in de wereld is gekomen. Het ‘Tryptychon’ waarvan quaestie is de Colibrant-triptiek uit St. Gommarus, Lier. - Grondstellingen (H. Carton de Wiart): de kruim, in 't Vlaamseh, van zijn Fransche redevoering op de prijsuitdeeling in de St. Lucasschool te Doornik. - Over Doopvonten (A. van Gramberen). - Een Meesterwerk van Techniek (Ant. Carlier): een copie in kantwerk van Teniers' ‘Mandolinespeler’.
- Augustus 1910. - De Sint Lucasscholen (Br. Marès): haar geschiedenis in België. - Tryptichon van een onbekenden Meester (Jul. van In), vervolg; de schilder zal wezen: Jan Gossaert, alias Jan van Mabuse. - De Abdij van Villers (J.J.), met goed verluchte bijzonderheden uit bouwkundig oogpunt.
| |
DE LEVENDE NATUUR, 15 Juni 1910. - Aan de Renkumsche Beek (E. Heimans). - Een en ander over het maken van
| |
| |
penteekeningen naar de natuur en wat daaraan annex is (J. Godefroy). - Hoe een handelsreiziger van de natuur genoot (S. Leefmans). - De Biologische Tentoonstelling (H.) gehouden in den Haag in Juni laatst. - Wie den geur aan het hooi geven (L. Dorsman), het zoogenoomde reukgras en het veenreukgras.
- 1 Juli 1910. - Een Heggeplant (Jac. P.Th.), de ‘Gouwe’. - De Behangerswesp (B. Bouwman). - Hoe een handelsreiziger van de natuur genoot (vervolg). - Een ‘verdwenen’ plant weergevonden (Dr. Garjeanne), een varensoort.
- 15 Juli 1910. - Een Heggeplant (vervolg). - Neerlands Thuringen (D. Van der Ven), de Veluwe. - Heterogonie of Generatiewisseling (E. Heimans): hoe b.v. uit een meikever koolwitjes komen.
- 15 Augustus 1910. - Neerlands Thuringen (vervolg). - Uit Oost-Zeeuwsch Vlaanderen (E. Heimans), de omstreken van Hulst. - Een jonge Zanglijster (Jac. H.)
- 1 September 1910. - Bij de Hommels (J. Thysse). - Neerlands Thuringen (vervolg). - Over Truffels en nog wat.
| |
DE NATUUR, Juli 1910. - Persgasverlichting (D. Stavorinus), de Pharoslamp. - De Fotografie bij de studie der Dierkunde (Dr. A. Snijders). - Edele Gassen (J. van der Marel), argon, krypton, xenon. - De Bouw van het Heelal (Dr. C. Van den Broek), het ontstaan en verdwijnen van wereldbollen. - Nestkastjes ophangen (J. De Meyere). - De Electro-cultuur. - Gnomonica (W. Van Wyk): de verschillende vormen van zonnewijzers.
- September 1910. - De Roos (Delfos): mooie geschiedenis van de roos. - Iets over reproduktietechniek (A. Slingervoet-Ramondt). - Bliksemafleiders in de Oudheid (Dr. van Gulik). - De ontginning der Zwavelmijnen (Dr. A. Snijders), eerst in Europa. - Het Drogen van Planten (J. Hof). - De toepassing van de lage temperatuur van vloeibaar koolzuur in de geneeskunde (Dr. J. Voorthuis). - Een nieuw telefoonrelaas (Dr. H. Oosting), dat van Brown. - De onderlinge betrekking tusschen de verschillende deelen van een levend wezen (Dr. Calkoen). - Gnomonica (vervolg). - De Geschiedenis der suikerfabricage (D. Bieselaar).
| |
ONZE KONGO, n r 1, Juni 1910. - Inleiding tot de Studie der Bantu-talen (Aug. De Clercq). - Landbouw in Neder-Kongo (A. Van Houtte): voedingsplanten: maniok, banaan, aardnoot, palm, pompoen, boon- en suikerriet. - Het Beschavingswerk der Cistercienzers in de Evenaarstreek (R. Dries). - De Strijd tegen de Staapziekte in de Kwango-missie (A. De Saedeleer). - Mayombsche Namen (L. Bittremieux). - Over Fabels en Legenden bij de Bakongo's (J. Struyf): tekst in 't Vlaamsch en in 't Kikongoosch. - Aanteekeningen over taal, zeden en gewoonten (J. Struyf). - Boekbespreking, Mengelingen.
- Nr 2, Aug. 1910. - Het Ontstaan van den Congostaat en zijne bestuurlijke inrichting (M. Van Hecke. - Katanga (Em. Steenackers): al 't wetenswaardige over aardkunde, stroomgebied, opsporingen, bevolking, delfstoffen, dieren, landbouw, verkeermiddelen, bewoonbaarheid. - Landbouw in Neder-Kongo (A. Van Houtte): vervolg van nr 1: zoete patatten, rijst. - De Strijd tegen de Slaapziekte in de Kwango-Missie (A. De Sadeleer). - Het Beschavingswerk der Cistercienzers in de Evenaarstreek (R. Dries. - Zeisels en Vertellingen uit Mayombeland (L. Bittremieux). - Pater Cambier (A. De Clercq).
| |
| |
| |
DE VLAAMSCHE GIDS, Juli-Augustus, 1910. - Simon Stevin (A. Cornette): 't opstel is dertig jaar oud, maar zal zeker diensten bewijzen. - Meester Neirinck (V. Loveling): ze kan toch nooit zonder een greintje sectarisme. - Uit Noorwegen (D. Logeman-Van der Willigen): Prettig reisrelaas. - Ontboezemingen (J. Theunissen): proeve ‘van ritmis proze’. - Verzen van Timmermans en Mennekens. - De Plantenwereld in verband met hare omgeving (Dr C. De Bruyker). - Nederlandsche Lettereu (M. Basse): over Teirlinck's ‘Ivoren Aapje’, Van Eeden's ‘Nachtbruid’, De Clercq's ‘Toortsen’ enz.
- September-October 1910. - Simon Stevin (A. Cornette): flinke bijdrage over den man ‘die tot de denkers der heele wereld sprak in ons eigenkrachtig en onvervalscht, ons geliefd Nederlandsch’. - Jul. Vuylsteke als Historieschrijver (V. Fris). - Jean Baptiste en het Venusboefken (M. Sabbe): in zijn eenig smakelijken trant. - Hendrik de Braekeleer (Ed. van Offel). - Van 't ongekende in de oude Stad (Thony Anthony). - Verzen van Karel Casteels en Gust. van Roosbroeck. - De Geuzenhoek (A. Hans). - Fransche Letteren (Leo van Riel). - Engelse Letterkunde (M. Basse).
| |
DE GIDS, 1 Juli 1910. - Het Beeld in den Tuin (P.H. van Moerkerken): een heel oud verhaal, goed in toon gehouden. - Verzen (A. Swart). - Evenredig Kiesrecht (W.H. de Beaufort): grieven tegen dat stelsel, ook voor België van belang. - Over Vlaamsche Volkskracht (G. Kalff): die ligt uitsluitend, zou men zeggen, bij onze anti-clericalen. - De actieve kant van ons droomleven (H. de Fremery): dat schraagt met wetenschappelijker gegevens de fantasieën uit Van Eeden's ‘Nachtbruid’. - Shakespeare (A. Van Schendel), slot van die heerlijke dichterspelingen rondom de wetenschap. - Philosophie? (D.G. Jelgersma): omstandige recensie ‘De weg tot het inzicht. Inleiding in de wijsbegeerte’ door Dr. J.D. Bierens de Haan. - Oberammergau (A. Lasalle): heel veel kritiek. - Russiese Literatuur (N. van Wyk): aanbeveling van E. Stokvis' Inleiding tot de Russische literatuur-geschiedenis. - De eerste Redactie van ‘ Wilhelm Meisters Lehrjahre’ (J.N. van Hall): Goethe arbeidde twintig jaar aan dit werk. - Muzikaal Overzicht (H. Viotta). - Buitenlandsch Overzicht.
- Augustus 1910. - Santa Caterina del Sasso, het einde van een mirakel (C. Scharten): flink stijlwerk, maar doorspekt met pretentieuze zetten. - Ons Hoogerhuis (J.B. Kan), weeral de vertegenwoordiging van belangen. - Kunst in Indië (J. Louber), naar aanleiding van het feit dat op de tentoonstelling te Brussel de kunst van Insulinde in eigen afdeeling vertegenwoordigd is. - Protestantsche Sociologie (D. van Blom): straks was 't over de Roomsche van prof. Aengenent, nu is 't over de protestantsche van Dr. Slotemaker de Bruine, en met meer sympathie. - Gedichten (A. Roland Holst). - Frans spreken en Frans schrijven (J.J. Salverda de Grave). - Philosophie? (D.G. Jelgersma): Bierens de Haan komt er ellendig van af. - Fiat Justitia (J. Slingenberg): over nieuwe ideeën in het strafrecht. - Moderne Kritiek (F. Erens): over Scharten's Krachten der Toekomst, met ingenomenheid. - Uit het Liefdeleven van groote schrijvers (J.N. van Hall): een ál te rijk onderwerp ditmaal: Goethe. - Een grootsche onder- | |
| |
neming (R. Tutein Nolthenius): ‘Nederland in den aanvang der 20e eeuw, geschetst in woord en beeld door verschillende schrijvers, onder leiding van Jhr Mr. H. Smissaert.’
- September 1910. - Oase (J. de Meester), gezocht, en peuterige stijl. - Edwin Arnold's Buddhisme (J.S. Speyer), waaruit blijkt dat men niet naar The Light of Asia moet gaan om juiste begrippen over 't Buddhisme. - De Staatscommissie voor de Reorganisatie van het Onderwijs en haar Rapport (H. Jonkman). - De Ethiek van het Historisch Materialisme (G. Heerrng): over de werken van K. Kautsky en H. Gorter. - 's Rijks Kunstnijverheidmuseum (H. Pet.) - Antarctisch Onderzoek (J.H.), met geografische kaart. - Gedichten (J. Otten). - Brusselsche Tentoonstellingsgedachten (R. Tutein Nolthenius), in den zin der ‘entente’. - Overzicht der Nederlandsche Letteren (C. Scharten): over Teirlinck's ‘Ivoren Aapje’, Van de Woestyne's ‘Janus met het dubbele Voorhoofd’, Herman Robbers' ‘Roman van een Gezin’, Ina Boudier-Bakker's ‘Armoede’.
| |
ELZEVIER, Juni 1910. - Kantdracht en Kantluxe (H. Baccaert en Ant. Carlier): met verfijnde kennis van zaken en mooi geïllustreerd. - Fransche Prentkunst in de 19e eeuw (Corn. Veth): Gustave Doré, blijft de grootste, fijne illustrator. - In de Puinen van St. Baafs Abdij te Gent (L.v. Puyvelde). - Scherzando (F. Toussaint). - Gijsbert en Ada (vervolg van P. Dumaar's roman.
- Juli 1910. - Een Collectie Middeleeuwsche Plastiek (J.B. van Stolk): met reproducties uit schrijvers eigen merkwaardige collectie. - Oude Belgische Steden (W. van der Pot): ditmaal Tongeren, St. Truyen en Zoutleeuw. - Nederlaudsche Kerken (A.W. Weissmann): De St. Laurenskerk te Alkmaar. - Verzen van Luger. - Herinnering (J. Sinia). - Idylle (Dr Aletrino): weeral zwaartillend, maar toch weeral mooi werk. - Boekbespreking.
- September 1910. - Jozef Israëls te Veuetië (H. Martin): een schoone hulde aan den tachtigjarigen kunstenaar, met tal van platen. - Een Indruk van het Oberammergauer Passionsspiel (Top Naeff): zeer mooi verlucht. - Een Verzameling Oud-Chineesch Porcelein (J. Jasper) - De Zeeheldengraven in de St Laurenskerk te Rottedam (H.W. De Jong), nl. Witte C. De With, van Brakel, Cortenaer, J. de Liefde, L. de Mooy, M. de Jonge, Schepers, J. en A. Van Nes, allemaal 17de eeuwers. - Verzen (Van Eyck). - Interieur (J.C. Van Leyden). - Droom of Werkelijkheid (F. Verschoren), novellen.
| |
DE NIEUWE GIDS, Juni 1910. - Leo en Gerda (Ae. W. Timmerman): vervolg van den merkwaardigen roman. - De sociaal-psychologische evolutie-hypothese van Karl Lamprecht (E.D. Bauman): lezenswaarde bijdrage over de schitterende hypothese van den geleerden historicus. - G. Bernard Shaw (G. Kapteyn-Muysken): ditmaal over den tooneelkritikus, die even paradoxaal is als de essayïst. - Vervolg der wonderlijke Avonturen van Zebedeus (Jac. van Looy): slot; binnen kort de recensie van het heele, éenige werk. - Uit Potgieter's Jongelingsjaren (K.H. De Raaf): een nadere verklaring van 's dichters tot nog toe zoo gesloten innerlijk leven. - Het Muziekdictaat en de niet gephraseerde uitgaven der muzikale scheppingen (Fr. Vinck). - Aanteekeningen over Volkskracht (L. Simons). - Verzen van H. Boeken, Greshoff en Giza Ritschl. - Literaire Kroniek (W. Kloos): in de reeks der
| |
| |
eerherstellingen is nu Feith aan de beurt. - Staatkundige Kroniek en Buitenlandsch Staatkundig Overzicht.
- Juli 1910. - Sentimenteele Geschiedenissen (J. Steynen): 't verhaal van de politieke loopbaan en den dood van Mijnheer Batenteller. Steynen blijft altijd een schrijver met erg geforceerd talent. - Multatuli's afschuw van logen en onrecht, de man van Lebak en de Strijdkreet van den Max Havelaar (Jhr. W. De Kock): tegen de geestdriftige artikelen in de Gids, van Mr van Deventer, van Dr Prinsen enz. - Pieter Jelles, de friese dichter (J.B. Schepers), met Troelstra's leven daarbij. - Theosofie (A.E. Thierens): de theosofische vereeniging en de theosofische beweging. - Verzen van H. Boeken, die vervaarlijk vruchtbaar wordt. - Literaire Kroniek (W. Kloos): over Van Lennep, zeer goed gehumeurd, naar aanleiding van het ‘Leven van Mr Jacob Lennep.’ Waar de biograaf de tachtigers beschuldigt het voorgeslacht te hebben aangevallen, kijkt Kloos op als had hij 't in Keulen hooren donderen. - Staatkundige Kroniek, Buitenlandsch Staatkundig overzicht. - Boekbesprekingen.
- Augustus 1910. - Leo en Gerda (Ae. W. Timmerman). - Theosofie (A. Thierens). - Duitsche Kunst in de eerste helft der 19e eeuw (C. Veth). - De Vakopleiding van den onderwijzer (J.C. Van Zelm): ook door onze normalisten te lezen, maar ze mogen eens plezier hebben bij den zet dat het onderwijs ‘moet worden gegeven door mannen die de leer van zuivere Rede hebben doordacht’. - Letterkundig vlechtwerk (L. Van der Waals), zooals de schrijver 't zelf zegt ‘niet voor verstandigen bestemd’. - Verzen van H. Boeken en van der Stok. - Knittelverzen van Broedelet. - Literaire Kroniek (W. Kloos): aanbeveling van Hora Adema's ‘Tropenstudie's’. - Buitenlandsche Literatuur P. Van Eyck): over Em. Verhaeren. - Staatkundige Kroniek en Buitenlandsch Staatkundig Overzicht.
| |
DE KATHOLIEK, Juli 1910. - Handel-Mazzetti als Dichteres (H. Garrels): een aangename studie over de liederen in het werk van deze merkwaardige katholieke romanschrijfster. - Geschiedenis van de H. Kruisweg-devotie (J.v.d. Loos). - Dom Gueranger (G. Brom): knap werk, en kalm, van dezen schoonbegaafde, die zijn Sturm-und-Drang allengs achter den rug heeft. - Letterkundige Kroniek (B. Molkenboer): over Adama van Scheltema's ‘Uit Stilte en Strijd’ en Quérido's kritischen arbeid. De Studie over Querido is raak. - Nieuwe Uitgaven: M. De Wulf: Histoire de la Philosophie en Belgique (Dr J.v. De Groot).
- Augustus-September 1910. - De oprichting van de Nuntiatuur te Keulen (M.D.). - Waarom is de Kerk van Christus katholiek (F.V. Van Wijk). - Heeft het Esperanto de toekomst? (J.W. Van der Wal). - Geschiedenis van de H. Kruisweg-devotie (J. Loos). - Spanje (J. Keuller): onderhoudende meedeeling van Spaansche reisindrukken. - Liederen van Dr Felix Rutten: 6 gedichtjes. - Hedendaagsche Apologie: In de ‘Nieuwe Uitgaven’ o.a.: ‘Denkers van onzen tijd’ van P. De Groot (J. Aengenent).
| |
STUDIËN, Deel LXXIII, afl. 4. - Lamenais en Le Sage ten Broeck (R. de Grave): Slot van de studie. Het vertrouwen van Le Sage in den ongelukkigen apostaat was wel wat kinderlijk argeloos. - P. Zeegers gaat nog steeds door met ons verder in te wijden in de geheimen der Allegorische en
| |
| |
Symbolische poëzie. - Godsdienst in de opvoeding (P. Van Luyk): alles overheerschend element moet wezen de eeuwige bestemming van den mensch. De schrijver toont verder aan wat de cultuurvolken der oudheid over de opvoedkunde dachten; dat de opvoeding eerst in 't Christendom wezenlijk en volledig tot haar recht is gekomen; dat de theorieën van Schopenhamer, Wundt, Ibsen, Kant op het stuk van opvoeding sophistisch zijn. - De Mezazuil (H. Wilbers): belangwekkende mededeeling over dien merkwaardigen gedenksteen.
- Deel LXXIII, afl. 5. Het Hebreeuwsch en de Oorsprong der Hebreeërs (H. Wilbers): geeft de redenen op die het moeilijk en bijna onmogelijk maken goed Hebreeuwsch te kennen. In plaats van af te schrikken en te ontmoedigen moeten echter die moeilijkheden een prikkel zijn om zich toe te leggen op de Hebreeuwsche taal, want nog altijd is zij een rijke goudmijn waar voor de kennis der H. Schrift onmetelijke schatten verborgen liggen. - Dr Aigner's Wonderweerlegging (H. Bolsius(: laatste phasis van de polemiek over het geval de Rudder. - P. Van Luyk laat zien in Godsdienst en Opvoeding dat de ethische motieven, die trouwens van den godsdienst al hunne kracht erlangen, bij de opvoeding wel kunnen en moeten benuttigd worden maar dat zij, op hun eigen, als surrogaat voor de godsdienstige beweegredenen volstrekt ondoelmatig zijn. - Uit Zuid-Spanje schrijft Marinus van Steen een losluimigen brief. - In Voorloopers van het ‘Paysage intime’ stipt C. van Malden de geleidelijke ontwikkeling aan van de landschapschildering. - De aflevering sluit met een merkwaardig overzicht der laatst verschenen boeken.
- Deel LXXIV, jg. 42. - Zijn de ‘internaten’ al of niet bevorderlijk voor de Opvoeding? Het oordeel van B. Speckman valt gunstig uit. - H. Bolsius heeft nog maar pas een einde gesteld aan de polemiek met Aigner of hij is al weer in een andere gewikkeld - van meer vriendschappelijken aard ditmaal. 't Gaat over De Geschiedkundige Opvoeding langs de ‘evolutiebaan’. - Uit Zuid-Spanje (M. Van Steen): dit is wel het ‘gezellig hoekje’ der Studiën. Menige lezer sluipt er onmiddelijk heen met voorbijzien van al die andere hoog-ernstige onderwerpen. - De voorloopers van het Paysage intime (C. Van Malten): opkomen, bloei en verloop der Engelsche schilderschool. Een brok Kunstkritiek met daar tusschen eenige biographische wenken over Turner, Cotman, Crome, Vincent enz. - Uit de Pers. - Mededeelingen.
- Deel LXXIV, jrg. 42. - Geschiedkundige Opvoeding langs de Evolutiebaan II (H. Bolsius). - Scripturistisch Overzicht (J. Van Kasteren). - J.J.G. Baelen geeft ons eene philologisch-esthetische studie op de ‘Dies Irae, gevolgd door eene vertaling die, op een paar zwakke plaatsen na (str. III., str. VIII v. 24) de vergelijking met het oorspronkelijke nog al goed doorstaat. Maar Gezelle's:
zullen al de graven roeren
en die dood zijn troonwaarts voeren’
geeft beter den diepen indruk weer dan:
‘vreemd zal de bazuinstoot schallen
door des aardrijks doodenhallen
drijvend voor Gods Rechtstoel allen’.
| |
| |
- Canisiana VII. De Canisius-genealogie (L. van Miert): Wie geen verwoede liefhebber van stamboomen is zal deze studie wel wat dor vinden, doch zeer degelijk in haren aard. - De Voorloopers van het ‘Paysage Intime III (C. Van Malten): een goed stuk kunstkritiek en - geschiedenis.
| |
DE NIEUWE TAALGIDS, 4 e afl. 1910. - De waarde van klankleer voor den Onderwijzer (E. Kruisinga): tot oefening van 't gehoor, tot taalinzicht, als basis van het leesonderwijs en van spraakkunststudie. - Wörter und Sachen (A. Kluyver): een nieuw Duitsch tijdschrift voor etymologie. - Opmerkingen bij Coornhert's ‘ Beatus ille’ (J.K.) - Ellipsomanie (Jac. van Ginneken): erg tegen de spraakkunstmakers.
- 5e afl. 1910. - Wanbegrippen omtrent taal en spelling bij letterkundigen (C.G.N. De Vooys): bij den veldtocht van de zeventig letterkundigen tegen de Vereenvoudigde Spelling. Nogal hooghartig van wege een philoloog tegenover kunstenaars. - De ‘Nederlandsche taal’ in het gemeenteverslag van Rotterdam.
| |
REVUE DES DEUX MONDES, 1 er juillet 1910. - Jeanne d'Arc (G. Hanotaux): vervolg van de grondige en boeiende studie: vooral nieuw licht over Compiègne. - L'Epreuve du feu (J. Morian), roman. - La Traite des blanches et le commerce de l'obscénité (R. Bérenger). - Le Roman français (V. Cherbuliez): ditmaal over Marivaux'-Marianne. - Voyage en Suëde (A. Bellessort). - La Vie de Nietzsche (E. Faquet): recensie van D. Halévy's boek over den vreemden denker. - Boisements, forêts et paturages de montagnes (J. Briot). - Poésies (L. Depont). - Revues.
- 15 juillet 1910. - Jeanne d'Arc (G. Hanotaux), te Rouaan, de veroordeeling. - Le Népal (Mme Isab. Massieu), Katmandou, Baladgi, Bhatgaon, Patan. - Les Carnets de Gustave Flaubert (L. Bertrand): ‘Il n'était pas seulement un lettré, c'était un cerveau encyclopédique. A part Taine et Renan, je ne vois aucun de ses contemporains qui ait eu une culture aussi étendue que Flaubert.’ - Correspondance d'Emile Pouvillon: een talentvol vriend van Loti. - L'Amérique latine depuis 1810 (H. Lovin): honderd jaar onafhankelijkheid van Zuid-Amerika. - Overzichten.
- 1er août 1910. - Jeanne d'Arc (G. Hanotaux): La condamnation, le jugement des juges, le jugement de l'histoire. - Les Forces chinoises en 1910 (le Général de Négrier): Er is eigenlijk geen geel gevaar: ‘L'Empire chinois n'est pas le géant qui s'éveille; c'est le fumeur d'opium. secouant sa torpeur. - L'Inspiratrice de la ‘Symphonie en blanc majeur’ (Ern. Seillière), Marie de Nesselrode, Ctesse Kalergis-Mouchanoff. - En Gascogne (E. Labat): een wetenschappelijke episode van ‘La terre qui meurt’. - Bismarck et la Papauté (G. Goyau): De oorlog 1870-72, de Schoolquoestie, het incident Hohenlohe, de Wet tegen de Jezuïeten.
- 15 aoùt 1910. - L'Epreuve du feu (J. Morian): slot van den roman. - Un Moraliste d'autrefois: Joubert, d'après des documents inédits (V. Giraud). - Le Congo belge (Paul Nève): er zijn niet weinig gevaren, maar schrijver heeft vertrouwen in de toekomst. - Théophile de Viau (E. Faguet): een bloemlezing uit dien ouden doorn Remy de Gourmont. - St. François d'Assise et l'Art italien (G. Lafenestre): De basiliek van Assisi en de
| |
| |
Gothische bouwkunst. - Les grands Accidents de sous-marins. (G. Blanchon). - Overzichten.
1er septembre 1910. - Morale et Religion (E. Boutroux): Tegenover al die groot-wetenschappelijke beschouwingen beseft men eens te meer de weldaad van 't geloof. - Le Bilan (Mme E. Wharton): roman. - Deux Conceptions de l'Histoire de la Révolution (A. Albert-Petit): Schrijver houdt het met Taine tegenover Aulard. - La Crise de l'Aéronautique française (P. Renard). - Le Roman Français (V. Cherbullier): ‘Paul et Virginie’. - La Peinture flamande au XVIIe siècle (Fierens-Gaert): een vade-mecum voor de tentoonstelling in 't Jubeljaarpark. - L'Apparition du Capitalisme à Athénes au siècle de Périclès (E. Cavaignac).
15 septembre 1910. - Ce qui demeurè (P. Renaudin): eerste deel van den roman. - La Crise du Français et l'Enseignement littéraire à la Sorbonne (E. Faguet): zoo heeft ook Frankrijk zijn beproeving voor de algemeene taal. - Le premier exil du Duc d'Aumale (A. Mezières). - Alfred de Vigny et Briseux (E. Dupuy): briefwisseling tusschen de beide grooten. - Un Philosophe ministre sous l'empire romain (R. Péchou): het bestuur van Seneca. - Les Pierres tombées du ciel et l'Evolution planétaire (St. Meunier). - Notes sur Madagascar (P. Klorat).
| |
STIMMEN AUS MARIA LAACH, n r 6. - Die Pilgerfahrt in das heilige Land H. Meschler). - Die Ratlosigkeit in der modernen Philosophie (K. Kempf) zegt met Eucken dat ‘das Leben eines Kerngehaltes bar’ is. - Der Kreuzzug gegen das Duell (M. Reichmann). - Der Religionsunterricht an den Gymnasien (St. von Dunin-Borckowski). - Autorität und Freiheit (P. Lippert): over Foerster's boek met denzelfden titel. - In de Rezenzionen o.a. over ‘Paul Alb. Thijm’, van L. van Heemstede.
- Nr 8. - Die ‘Luge des Bewustseins’ (M. Przibilla). - Die protestantschen Missionsbestrebungen der Gegenwart (Alf. Bäth): over het Congres van Edinburg. - Endstationen der modernen Philosophie (K. Kempf). - Platens Werke in historisch-kritischer Ausgabe (J. Overmans). - Aus der Denkwürdigkeiten der Wiener medizinischen Fakultät (O. Pfúlf). |
|