Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1909

[p. 386]

Omroeper

WIE GRAAG VERNEEMT wat naklank het Mechelsch Congres te Rome heeft gehad, kan dien hooren in La Semaine de Rome, n^r 42, 16 October 1909:

‘Tout juste parce que les mêmes convictions religieuses animaient tous les membres du Congrès, à quelque nuance qu'ils pussent au reste appartenir, chacun se sentait le droit de dire toute sa pensée, convaincu que ses intentions seraient au-dessus de tout soupçon. Rien d'étonnant, dès lors, que sur des questions très importantes, telles que la question scolaire et la question flamande, il y ait eu des échanges d'idées, parfois très vifs, tels qu'en présentent les séances les plus animées des Parlements où les adversaires se respectent. On aurait tort de s'arrêter à quelques expressions excessives échappées à l'un ou l'autre orateur, dans la chaleur de la discussion. Au dessus de ces débats planait le désir de l'entente; aussi, chaque fois que dans une des grandes assemblées un orateur faisait appel à l'union, des applaudissements nourris et prolongés montraient à quel point le Congrès désirait s'inspirer de la devise nationale des Belges: ‘l'union fait la force’.

En verder:

‘A côté de la question scolaire il y a la question flamande. Ici encore le Congrès de Malines a été explicite. La partie flamande de la Belgique, c.à.d. les trois cinquièmes au moins de la population belge, désire que, dans l'enseignement de tous les degrés, une part plus large soit faite à la langue flamande, trop sacrifiée jusqu'ici.

La question est délicate assurément; mais les difficultés, qu'elle présente, ne sont pas une raison pour éviter de la résoudre. Le mouvement a pris de telles proportions qu'il est impossible de l'arrêter. Si les catholiques ne le guident pas - avec prudence sans doute, mais avec non moins de générosité - le mouvement prendra une direction fatale pour les intérêts moraux et religieux du pays.

Du reste ces débats parfois très vifs se terminèrent par une entente cordiale entre les deux races flamande et wallonne, si bien faites pour fraterniser. Quand tous les malentendus seront dissipés, quand les Flamands eux-mêmes - j'entends les chefs autorisés du mouvement - auront formulé avec précision le programme de leurs revendications légitimes, tout fait espérer que l'accord se fera, et qu'un plus grand développement donné dans la partie flamande du pays à l'enseignement de l'idiome maternel, contribuera puissamment à relever le peuple et à resserrer les liens entre lui et les classes dirigeantes, qui trop souvent, hélas, semblent le mépriser, en ignorant ou en parlant trop imparfaitement sa langue pourtant si sonore et si belle.’

[p. 387]

DE LELIE⁽¹⁾ is aan haar derde aflevering. Men hoeft thans niet meer te voorspellen dat onze Vlaamsche juffrouwen, van elders aan goeden smaak en fijnen chic zoo gewoon, eindelijk iets krijgen zullen dat in haar eigen taal haar hoogste, meest verwende eischen bevredigt: Men heeft nu wezenlijk het lang beloofde in handen De sceptisch-meewarige glimlachjes over 't rare plan hebben uit, en de nieuwsgierige kopjes steken samen om ieder 't eerst zich te vermeien in de kunstplaten en in 't geen zoo geestig of roerend wordt verteld door Jozef Meestersz of Wigman, of C. Vetter, of D^r Lauwers, of Albertine Steenhoff-Smulders, of... zoowaar ook een pater daarbij, die prettige Linnebank. Wacht maar, straks reciteeren de freulen verzen uit De Lelie, van De Clercq of De Cneudt; straks zitten ze met De Lelie voor 't klavier om te zingen van ‘het Kindje’ of van ‘Goeden Nacht’. En tusschendoor krijgen ze ook smakelijk mee ditjes en datjes over letter-, tooneel- en kookkunst, Vlaamsche beweging, sterren- en natuurkunde. Alles gehouden in een atmosfeer, zoo zonnig en rein als 't een ‘lelie’ past en dezen die uit haar aard zich naar de lelie voelen getrokken. Wij wenschen van harte de redactie geluk, en we zijn tevens verzekerd dat zulk een redactie geen moeite zal hebben om onzen wensch te verwezenlijken in zijn ruimste beteekenis.

(1) Parijsstraat, 81, Leuven; Singel, 434, Amsterdam.

Ingekomen boeken ter bespreking:

Uitgaven van J.B. Wolters, Groningen:

M.J. Koenen, Het Nieuwe Taalboek, taaloefeningen voor de verschillende klassen der volksschool, 1^e stukje, 20^e dr., 64 blz. fl. 0.20; 2^e stukje, 19^e dr., 68 blz. fl. 0.20; 3^e stukje, 16^e dr., 77 blz. fl. 0.25; 4^e stukje, 15^e dr., 1^e ged., 84 blz. 0.25; 4^e stukje, 10^e dr., 2^e ged., 100 blz. fl. 0.25.

Id., Het Nieuwe Taalboek, taal-, stijl- en dicteeroefeningen voor voortgezet lager onderwijs en de eerste klassen van normaallessen, V en VI, inleiding tot ‘Practische Taalstudie’ 11^e en 7^e dr., 110 blz. en 93 blz., elk fl. 0.50.

J.J. Leliveld, Engelsche Handelsterminologie, 125 blz., groot formaat, fl. 1.50.

Dr. J. Van Wageningen, Vocabularium en alphabetische woordenlijst bij de opstellen ter oefening in de Grieksche vormleer, 1^e d., 4^e dr., 60 blz. fl. 0.60.

Jan Ligthart dn H. Scheepstra, Van Planten en Dieren, I B: Op de Boerderij in het Winterhalfjaar, geïllustreerd door C. Jetses, 4^e dr., 83 blz. fl. 0.35.

D. Boswijk en J.C. Zijlstra, Theorie der Rekenkunde, ten dienste van inrichtingen voor voortgezet onderwijs, van middelbare scholen voor meisjes, van normaal en kweekscholen, van hoogere burgerscholen en gymnasiën, 1^e st., 4^e dr., 1^e leerkring, 128 blz. fl. 0.50.

[p. 388]

H. Scholte, Eenvoudig en practisch, 250 rekenopgaven voor de hoogste klassen der lagere school en voor het herhalingsonderwijs, 52 blz fl. 0.25.

D. Boswijk, Repetitieboek, voorbereiding voor gymnasia, middelbare scholen, normaal- en kweekscholen, I, 400 rekenkundige vraagstukken en opgaven, 7^e dr., 80 blz. fl. 0.40.

T. Terwey, Korte Nederlandsche Spraakkunst, 17^e dr., nagezien door M. Mieras, 110 blz. fl. 0.60,

Id., Oefeningen bij de korte Nederlandsche Spraakkunst, 16^e dr., nagezien door M. Mieras, 96 blz. fl. 0.60.

J. Woltjer, Serta romana, poetarum decem latinorum carmina selecta, 4^e dr., 310 blz. fl. 1.90.

C.G. Tromp, Frohe Stunden, Deutsches Lesebuch für holländische Lehranstalten, 1^e d., 2^e dr., 133 blz, fl. 0.50.

C. Honigh, Hoogduitsch Leesboek, vooral ingerlcht met het oog op het taaleigen van het Nederlandsch en het Hoogduitsch, herzien door G.W. Spitzen, 1^e d., 12^e dr., 144 blz, fl. 0.75.

C.G. Tromp, Bij Altena's Duitsche Grammatica en Hoogduitsche Sprachlehre, 2^e dr., 76 blz. fl. 0.50.

T. Beekman en G. van Goor, Duitsch Leesboek voor Middelbare en andere scholen- 3^e st, 7^e dr., 191 blz. fl. 1.00.

J. Ligthart, Reinaert de Vos, n^r 4: Van Alle Tijden, 140 blz. fl. 0.90.

M.J. Koenen, Verklarend Nederlandsch Woordenboek, 8^e, zeer vermeerderde druk, 851 blz. fl. 2.75.

Uitgaven van P. Noordhoff, Groningen:

C. Grondhoud en P. Roorda, Engelsch Leesboek, deel II, 5^e druk, fl. 1.00.

Th. Keyzer, Wat zal er gespeeld worden? Zaal- en openluchtspelen voor de lagere scholen, 2^e dr., 58 blz. fl. 0.50.

E.J. Reinders, Opzichter-Technicus. Reken-, stel en meetkundige Opgaven, voor vervolgklassen van ambachtscholen, 57 blz. fl. 0.40.

Dr. M.G. De Boer, Beknopt Leerboek der Algemeene Geschiedenis, 5^e dr., 263 blz. fl. 1.50.

Dr. P.V. Sormani, Laegi's Grieksche Grammatica, (verkorte uitgave), 170 blz. fl. 2.00.

J.W. Drijver, Supplement bij den 3^en druk van Mozaïek, 40 bl. fl. 0.40.

Uitgaven van den Nederlandschen Boekhandel, Antwerpen:

Dr. Is. Bauwens, Nederlandsch Woordenboek, meestal afleidend en vertalend, veelal verklarend en beschrijvend, der Geneeskunde, Heelkunde, Artsenijbereidkunde en Hulpwetenschappen, 1^e aflevering.

Just. Van Maurik, Stille Menschen, 230 blz. fr. 0.75.