| |
| |
| |
Inhoud van tijdschriften
Onze kunst, Juni 1909.
ONZE KUNST, Juni 1909. - De Zeeschilder Louis Artan (J. de Bosschere). - Kunst van Heden (J. Schmalzigaug). - De Wieg aan Hare Majesteit Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, door de vrouwen en meisjes van Amsterdam geschonken (S.v.H.) - Kunstberichten, uit Amsterdam, Antwerpen, den Haag, enz. - Boeken en Tijdschriften. - Inhoud van het eerste halfjaar 1909. - Prachtuitgave à f. 25. - per jaargang. Nadere inlichtingen verstrekken de uitgevers.
| |
Verslagen en mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie, Maart 1909.
VERSLAGEN EN MEDEDEELINGEN DER KONINKLIJKE VLAAMSCHE ACADEMIE, Maart 1909. - Verslag der Maartvergadering (o.a. over Incunabel-bibliografie, een voorstel van Prof. de Vreese). - Kleine verscheidenheden: nr XI ‘Blaemte zegghen’ (Edw. Gailliard) = kwaad spreken. - Het Onontbeerlijke voor de vervlaamsching van het Gerecht (Mr. P. Bellefroid). - Koninklijk besluit, houdende regeling van het Salsmans-fonds. - Handelingen van de bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch; nr 9: Vondel's Lucifer (Gust. Segers).
| |
De nieuwe taalgids, 3e afl. 1909.
DE NIEUWE TAALGIDS, 3e afl. 1909. - Over het ‘Taalgevoel’ (A. Kluyver): hoe moeilijk het is ook voor den best bedrevene een andere dan zijn moedertaal te schrijven. - F. Haverschmidt: Piet Paaltjens (A. De Vletter) ziet meer dan Dr Dijserinck in hem den man van weemoed. - De Verschijningen in da Costa's slag bij Nieuwpoort (G.A. Nauta). - ‘Zuiver’ schrijven (J.K.): heel behendig pro Kollewino. - Taaleenheid in spreken, schrijven en spellen (J.H. van den Bosch): nog voor de vereenvoudiging. - Wanbegrippen omtrent taal en spelling in het parlement (C.G.N. De Vooys): naar aanleiding van de spellingdebattten in de Tweede Kamer.
| |
De Vlaamsche gids, Mei-Juni 1909.
DE VLAAMSCHE GIDS, Mei-Juni 1909. - Het Proza in de Vlaamsche Letterkunde (M. Sabbe), door onze heele letterkunde heen, zoo zaakrijk als 't kan in vogelvlucht, en heel gemoedelijk. - Ontboezeming (J.M.). - Schetsen (Edm. Verstraeten), bijna etsen. - Verzen van K. Casteels en van J.M. Brans. - De Slag bij Gaver (V. Fris): een stevige brok geschiedenis. - Een Blik op de geschiedenis van de verdichting der permanente gassen (C. De Jans). - Scandinavische Kroniek (D. Logeman-Vander Willigen).
| |
De gids, Mei 1909.
DE GIDS, Mei 1909. - Sprotje heeft een dienst (M. Scharten-Antink): een vervolg op ‘Sprotje’ even eenvoudig-boeiend. We zien Margo liever alleen schrijven dan in samenwerking met haar man, die zeker zijn verdiensten heeft, maar in een ander vak. - Tafelkout (***): inderdaad, over politiek en letterkunde, en sociologie in vrouwenquoesties. - Over Taine (G. Busken Huet): Zoo goed als zijn vader het zou gedaan hebben, misschien minder geestig maar toch in denzelfden geest. - Reisherinneringen uit Noorwegen (R.C. Boer): thans over de jongste prozaliteratuur: Arne Garborg, Jens Tvedt, Rasmus Löland. Uit
| |
| |
de heele studie blijkt dat Boer niet enkel met liefde heeft gereisd, maar ook met toewijding gestudeerd. - Henrik Ibsen en het Huwelijk (M. Meijboom). - Vacantie-kampen voor Jongens en Meisjes (G. Polvliet), om buiten de gezondheid te herstellen, die in de stad zoozeer wordt ondermijnd. - Aanteekeningen en Opmerkingen. Een geestig antwoord van Scharten aan van Elring over diens Bilderdijkstudie. - Dramatisch Overzicht (J.N. Van Hall). - Muzikaal overzicht (H. Viotta): over Haydn, ter gelegenheid van den 100en verjaardag van zijn dood. - Parlementaire Kroniek en Buitenlandsch Overzicht.
| |
De nieuwe gids, Mei 1909.
DE NIEUWE GIDS, Mei 1909. - Leo en Gerda (A.W. Timmermans), vervolg van den roman. - Ostwald's Natuurphilosophie (Dr. H. Réthy): ditmaal over logika, tijd en ruimte, warmte, licht en geluid. - Shelley-Kritiek (K.H. De Raaf): aangenaam en grondig, vooral over The Cenci. - Eenheid in ons Bibliotheekwezen (J.D.C. van Dokkum): als ge daar klaagt, wat moeten wij sakkeren. - Het Modernisme tegenover de Onfeilbaarheid (C. van Erven Dorens): aan de hand van Albert Jounet's: Le Modernisme et l'Infaillibilité. - Nu staat de Paus zeker bot! - Het Evangelie (G. Bolland): een ‘vernieuwde’ poging tot aanwijzing van den oorsprong des Christendoms. = Vervolg der wonderlijke Avonturen van Zebedeus (Jac. van Looy): het bouquet. - Literaire Kroniek (W. Kloos): Lof-kroniek over Shelley; Kloos kan nog niet heen over Scheltema's aanranding. - Algernon Ch. Swinburne.
| |
De beweging, Mei 1909.
DE BEWEGING, Mei 1909. - In Obitum Ch. Alg. Swinbusne (G. Gossaert): een goed vers, in 't metrum door Swinburne zoo geliefd. - Saint Yves d'Alveydre (A. Verwey): nog over dien artist-socioloog, dien droomer van de Synarchie. - Rijk, Gemeente en openbare Bibliotheek (Dr. H.E. Greve): dezelfde die onlangs over dit vak een zeer degelijk boek liet verschijnen. - Verzen van Penning, onzen blinden dichter. - Allard Pierson's Verspreide Geschriften (C.G.N. De Vooys): een zorgvuldige studie, waarin wel wat veel gewicht op de karakterzwakheid van dezen hartelijken geleerde wordt gelegd. - Twee Gedichten van A. Verwey. - Sociale Hygiene (Is. P. De Vooys). - De Ibsen-vertaling van Mevrouw Clant van der Myll (B.A. Verbinnen): meer blaam dan lof.
| |
Studiën, Deel 71, Aflev. 4.
STUDIËN, Deel 71, Aflev. 4. - Over allegorische en symbolische Kunst (P. Zeegers), (slot volgt). - Een eigenaardig soort Luchtpompen (Ant. Mulder). - De Vliegmachine (Jos. van Baal): heldere uiteenzetting. - Geestelijke Mei-liederen (H. Duurkens): middeleeuwsche mystiek. - De Paccanaristen en hunne school te Amsterdam (F. Sträter): slot van die belangrijke studie. - De H. Donatus patroon tegen onweêr (L. van Miert): een martelaar wiens overblijfselen in 1652 naar 't nieuw-Jezuïeten-college te Munstereifel werden overgebracht. Om het plechtig ontvangen der relikwie bij te wonen stroomde het volk toe uit de omliggende plaatsen. De inwoners van Euskirchen echter werden door een opstekend onweêr belet tot de bedevaart toe te treden. P. Heerde, die ze moest aanvoeren, stelde zich en hen onder de hoede van den H. Donatus. Niet te vergeefs, want zie, de bliksem slaat in de Kerk, treft den priester aan het altaar, overdekt hem met
| |
| |
brandwonden, en toch denzelfden morgen nog, zonder geneesmiddel of spijs gebruikt te hebben, legt P. Heerde te voet den drie uren langen weg af naar Munstereifel. Van daar de devotie tot den H. Donatus als beschermer tegen het onweder.
| |
Sint Lucas, (nr 9) Maart 1909.
SINT LUCAS, (nr 9) Maart 1909. - Redevoering van Z.E. Mr Mercier: over Kunst en Geloof. - Rothenburg (Jonkvrouw Anna van der Schueren). - Jos. Alberdingk Thijm (Jan Stuyt). - Sic temposa, sic... artes: de Kunst krijgt voet in het gewone leven, in stee van zich te verliezen in hooger sferen. - Varia: de school van Beuron; de herstelling van Notre-Dame de la Treille te Rijsel; de glasschilderkunst in België; een museum voor Nijverheidskunst te Antwerpen; de Nijverheidskunsten, enz...
| |
Études, 5 mai 1909.
ÉTUDES, 5 mai 1909. - Le R.P. Portalié (La Rédaction): in hem verliezen de Études een harer oudste en trouwste medewerkers, beslagen gelijk niemand wellicht in Frankrijk, in zake Godgeleerdheid van den H. Augustinus. - Un peintre chrétien. Bartolomé Estoban Murillo (1618-1682) (Joseph Tustes): 't vervolgt. - La Responsabilité (Xavier Moisant). - Le sursant de la Vieille Turquie (13-24 avril) (***): indrukken op een ooggetuige. - De la Poésie, d'un Poète et de ‘la République’ de Platon (André Ducaire): veel lof voor August Angellier en zijn jongste dichtwerken, les Dialogues en les Episodes. - La Grève des Postiers (Henri Leroy): uit die staking is gebleken hoe gevaarlijk een syndikaat uitsluitend van werklieden worden kan. Doch vredelievend kan het ook zijn. ‘En tout cas, si cette situation est périleuse, en soi elle n'a rien d'injuste; les ouvriers, les employés sont libres de s'organiser entre eux, pourvu que leur droit respecte des droits égaux ou supérieurs. Le syndicalisme avec la grève des postiers a ecrit une page de son histoire qui lui fait honneur. Ne pensons pas l'arrêter dans son chemin, puisque aussi bien toute opposition serait inutile; et si nos sentiments sont partagés entre la crainte et la confiance, que cependant la confiance l'emporte sur la crainte.’ - Bulletin d'Ecriture sainte. Nouveau Testament (Jules Lebreton). - Bulletin de Morale. Idéal et Pragmatisme (Lucien Roure).
| |
Revue des deux mondes, 15 avril 1909.
REVUE DES DEUX MONDES, 15 avril 1909. - Le Retrait de la candidature Hohenzollern (E. Ollivier). - Pierre et Thérèse (Marcel Prévost): vervolg van den roman. - Le Dernier des Attiques (M. Croiset): Menander, een ál te uitgerafelde studie over iemand, wiens wezen, gezien 't weinige dat we van zijn werk bezitten, zeer problematisch blijft. - La Langue française et les Révolutions de l'Orient (An. Leroy-Beaulieu): Pour les Orientaux la France apparaît, malgré tout, la dispensatrice de l'esprit nouveau, esprit de liberté, d'égalité, de progrès, de justice. - Une Héroïne Cornélienne. - Jacqueline Pascal (V. Giraud): Pascal's zuster had minder genie dan hij, maar meer hart en meer deugd. - Une Biographie anglaise de Jeanne d'Arc (M.T. de Wyzewa): Een paralleel tusschen 't werk van Lang en dat van France: de Engelschman gelooft in 't mirakel; de Franschman blijft een koele rationalist. - Revue Dramatique (R. Doumic). - Chronique politique de la quinzaine (F. Charmes).
| |
| |
| |
Stimmen aus Maria-Laach, April 1909.
STIMMEN AUS MARIA-LAACH, April 1909. - San Mars co zu Venedig. - Eine Studie über den Wert der Stileinheit (Steph. Beissel). - Abwendung des Blitzschadens durch wohlfeilere Blitzableiter (L. Dressel). - Das zweite Gesicht (Jules Beszmer): toch curieuse gevallen. - Der H. Irenäus u. die romische Kirche (G.A. Knelle): te veel speciaalstudie. - Alte und neue Forschungen Haeckels über das Menschenproblem (E. Wasmann) - Rezensionen, o.a. over Kuhn's Allgemeine Kunstgeschichte.
| |
The Contemporary Review, February 1909.
THE CONTEMPORARY REVIEW, February 1909. - The two power Standard (H. St. Jevons). - Invasion considered from the nautical standpoint (M. Mariner): De Engelschen praten zooveel over de hersenschim dat zij ze dwingen een wezenlijkheid te worden. - Messina (H. Jerrold): pakkend, door een ooggetuige der verwoesting. - Providence and Earthquake (The editors) zet den mensch op zijn plaats tegenover de Godheid. - Mendelsohn in 1909 (E. Newman): zijn faam is weer aan 't rijzen. - Trade Unions and Parliamentary Representation (A. Henderson a.R. Macdonald). - The Love of wild Nature (H. Ellis). - Historic fact and christian Doctrine (Rev. W. Selbie). - English Literature and the Indian Student (Tau). - German Emigration and the Expansion of Germany (J.S. Mann): de uitwijking vermindert, hoewel de aangroei, vooral in Oost-Duitschland kolossaal is.
- March 1909. - Ministers and their Critics (E.T. Cook). - European Federation: an Interview (Ch. Lowe). - M. Anatole le Braz and the Awakening of Brittany (E. Rhys): de anti-klerikale beweging in Fransch Bretagne, weeral in naam van den vooruitgang natuurlijk. - Constitutional Reforms in India (G.K. Gokhale): Geen volledige zelfregeering, maar de aanvaarding van Hindoustaniërs in de koloniale raden. - The Lepers of Molokai (J. London). - Spiritual Healing (Dr A. Schofield). - The Exorcism of Hydrophobia (E.L. Butcher). - The pessimistic Tendency of Pantheism (W. Urquhort). - The young Generation in Germany (Eulenspiegel): Een poging tot verzoening tusschen Jong-Engeland en Jong-Duitschland. - Joan of Arc, M. Anatole France and Mr. Andrew Lang (W. Stephens). - The Future of Manchuria (Ch. Watney). |
|