Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1909(1909)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 466] [p. 466] O moeder O Moeder!.... mag ik als een schuchter kindje komen, mijn handen schoontjes saamgevouwd.... voor U mijn bangen nood eens klagen zonder schromen?... Ik min U zoo en 'k wou uw bijstand.... nu. Satan de leelike is zoo valsch, zoo loensch z'n lagen... de wereldzee zoo groot, mijn schuiteke zoo klein... de prang van 't hunkrend vleesch zoo wreed en onmeedogend... O! mag ik om uw hals - want 'k ben zoo hevig bang - mijn arm slaan?... lijk een kind - laat me 't U vragen - mijn aanzicht duiken tegen uwe wang? 'k Zal U in eens mijn heel verlangen laten weten... 'k Vraag U een gunst, schoon Vrouwe vol gena: dat Gij me uw zoet-lief-kinneke zoudt heeten, Toe, Moeder... knik mij toe al lachen: ‘ja!’ 30 Maart 1909. P. Bertrand, ord. Cap. Vorige Volgende